Kerk & religie

Daniel / Ecclesia / Cruciaal

Gods voorzienigheid is ook zichtbaar in kleine dingen, zegt ds. D. de Wit in een interview in Daniël, het jongerenblad van de Gereformeerde Gemeenten. De Rijssense predikant gaat onder meer in op de vraag of het geloofsartikel van de voorzienigheid binnen de kerk op de juiste waarde wordt geschat.

31 October 2008 19:33Gewijzigd op 14 November 2020 06:39

„Ik hoop het. Ik denk dat heel vaak wordt gedacht: artikel 1 van de geloofsbelijdenis is maar klein en gaat over de schepping. Nee! Het gaat in het bijzonder erover hoe de Heere Zijn kinderen toebrengt, onderhoudt en naar het doel brengt van de verheerlijking van Zijn Naam. En dat om Christus’ wil. Als Zondag 9 en 10 worden overdacht, dan gaat het erom „dat de eeuwige Vader van onze Heere Jezus Christus om Zijns Zoons Christus wil mijn God en mijn Vader is.” Als we die hoofdzin vergeten, en alleen spreken over de schepping, dan missen we de kern van dit geloofsartikel. God de Vader heeft alles gegeven wat Hij had, om voor Zijn kinderen te zorgen. Dat geldt zelfs het kleinste kind in de genade, dat de Vadernaam nog niet durft te noemen. Dat is toch niet iets gerings?Wij, mensen, denken vaak in hele grote dingen. Maar ik denk dat, als je oog krijgt voor Gods voorzienigheid, dan ga je die juist zien in de heel kleine dingen: een grassprietje, een regendruppel, een voetstap die je zet. Als je dat beseft, zit je anders aan tafel. Een kind van God ontvangt het brood als kind. Als je als kind iets krijgt van je vader, dan ben je er heel zuinig op. Als dit nu in beoefening mag zijn bij een kind van God en je krijgt een stukje brood, dan doe je er heel zuinig mee. Dat geeft een afhankelijk leven.

God brengt met zijn voorzienigheid Zijn kinderen niet alleen door het leven, maar ook uit het leven. Want als het goed is, komt een kind toch weer bij zijn vader? Die zorg kan hij geven als Almachtig God en wil Hij geven als Vader. Ik heb voor mijn ogen gezien hoe mijn vaderlijke vriend ds. A. F. Honkoop naar de eeuwigheid ging met dit geloofsartikel. Die mocht dat zo ervaren. Hij zei ook tegen mij: „Zul je blijven preken dat het kind alleen bij zijn Vader komt om het bloed van Christus’ wil?””

Ecclesia
Deze week wordt de Reformatie van de kerk in de zestiende eeuw weer herdacht. Ecclesia (orgaan van de Stichting Vrienden van Dr. H. F. Kohlbrugge) citeert enkele uitspraken van Luther zelf. „Maar omdat ik de profeet van de Duitsers ben (want een dergelijke hoogmoedige naam moet ik mij voortaan wel aanmatigen om de papisten te plezieren) zo behoor ik dan ook als een trouwe leraar mijn lieve Duitsers te waarschuwen voor hun schade en gevaar en hen christelijk onderwijs te geven. Ik mag in dat opzicht mijn taak niet laten liggen en moet in ieder geval mijn geweten vrijmaken. Welke Duitser nu mijn trouwe raad wil volgen, laat die mij volgen; wie het niet wil doen, late het na. Want ik zoek in wat ik zeg of schrijf niet het mijne, maar, lieve Duitsers: uw heil en uw zaligheid.” (1531)

„God heeft zijn kerk altijd door slechts weinigen behouden, door enkelingen, zoals Adam, Enos, Henoch, Noach, Sem, Abraham, Mozes en door die mannen over wie we lezen in het boek Richteren, door Samuël en Elia. Later gold dat voor Jesaja (en toentertijd stond de verwoesting van Jeruzalem nog niet voor de deur), daarna door Daniël en door Christus voordat het volk vernietigd werd. Later door het concilie van Nicea en door Augustinus en Ambrosius, ook Bernardus heeft hier het een en ander gedaan. En nu door mij, Jeremia. En zo zal het einde zijn intrede doen en laten wij, opdat het weldra zal komen, bidden: ”Kom, Christus, kom!” (1540)

„Het is van het grootste belang dat wij ervan overtuigd zijn dat onze leer overeenkomstig het Woord van God is. Staat dat vast, dan kunnen we er zeker van zijn dat de zaak waarvoor wij staan, de tijd zal doorstaan en dat zelfs de boze daar niets tegen kan doen. Godlof, ik houd hetgeen ik naar voren bracht, zeker voor het Woord van God en ik heb nu uit mijn hart alle andere vormen van geloof die in de wereld gevonden worden, verjaagd. Daarbij heb ik de gedachte die me het meest benauwde zo goed als overwonnen, namelijk deze: „Verbeeld jij je dat jij de enige bent, die het ware Woord van God bezit (= spreekt), en al die anderen niet?” Op deze wijze bestrijden zij ons tegenwoordig heel hevig, in naam van de Kerk. Dit argument (van onze vijanden) kom ik tegen bij alle profeten. Men hield ook hén voor: „Wij zijn het volk van God, u bent maar met weinigen.” Maar dat is nu juist waar het om gaat, dat iemand het spel begint en zegt: U anderen, u hebt u vergist. Maar let wel, er is een troost (voor iemand die zo door God is geroepen) erbij gegeven, want het Woord zegt: „Ik zal u kinderen geven, mensen, die wat u zegt, zullen aannemen! (Jes. 55:11, Matth. 13:8).” (1531)”


Cruciaal

We mogen verschillen in de kerk niet in de eerste plaats zien als conflicten, vindt dr. Arjan Plaisier, secretaris-generaal van de Protestantse Kerk. Hij werd geïnterviewd voor Cruciaal, het blad van de hervormde jongerenorganisatie HGJB.
„Soort zoekt soort. Dat is een gegeven in onze maatschappij, en daar hoeft niks mis mee te zijn. Maar de kerk is er voor iedereen en het is juist de gemeente waar je elkaar vindt in Christus.”

Dr. Plaisier ziet dat de verschillen die op dit moment in kerken spelen heel divers zijn. „Je kunt wel zeggen dat generatieverschillen door alle kerken heen lopen. Als je kijkt naar verschillen tussen ouderen en jongeren, dan kom je al snel op geloofsbeleving en op levensstijl.”

Dat alles neemt niet weg dat het soms lastig is om als ouderen en jongeren samen te leven in de gemeente. „Kerken gaan daar ook heel verschillend mee om”, merkt Plaisier op. „Er zijn diverse gevaren die op de loer liggen en die het gemeente-zijn kunnen verstoren. Ouderen zijn soms zo erg gehecht aan hun manier van kerk-zijn, dat ze daar niet in gestoord willen worden. Misschien willen ze ook wel dingen veranderen, maar weten ze niet hoe en zijn ze moe geworden. De houding en de levensstijl van jongeren wordt soms als bedreiging gezien binnen de gemeente. Omgekeerd kunnen jongeren zich opsluiten in hun eigen wereld, trekken ze zich niets aan van ouderen en brengen ze geen enkel begrip op voor hun gevoelens.”

Tot slot heeft Plaisier nog een aantal tips voor jongeren die aanlopen tegen lastige verschillen. „Geef de strijd niet op. Blijf in gesprek. Geduld is niet makkelijk, maar wel belangrijk. Zorg dat je niet gefrustreerd raakt door bij te tanken op de plekken waar dat kan. Blijf trouw aan Christus en laat dat bij teleurstelling niet van je afnemen. Blijf met volharding soms het breekijzer gebruiken. En lach ook eens om jezelf. Dan kunnen er mooie dingen gebeuren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer