Bij de dood verdwijnt alle koninklijke glans
Het is vandaag voor het eerst Dag van de Dierbaren. Mensen staan stil bij weggevallen familieleden. Ook de Oranjes stonden vele keren aan een geopend graf. De historicus Cees van Raak zet in zijn nieuwe boek ”Langs vorstelijke grafsteden” op een rij waar de Oranje-Nassaus en hun bloedverwanten hun laatste rustplaats vonden. Hij neemt de lezer mee naar Delft, maar ook naar plaatsen als Ouderkerk aan den IJssel, Leersum en Buren.
Het is niet voor het eerst dat Van Raak over graven en begraven publiceert. In 1995 verscheen van zijn hand het boek ”Dodenakkers. Kerkhoven, begraafplaatsen en grafmonumenten in Nederland”. En in 2003 lag zijn volgende uitgave in de winkel: ”Vorstelijk begraven en gedenken. Funeraire geschiedenis van het huis Oranje-Nassau”. In zijn nieuwste pennenvrucht, die afgelopen zomer verscheen, zet Van Raak alle plaatsen op een rij waar voorouders van koningin Beatrix begraven liggen.De schrijver reist eerst af naar de Grote Kerk in Breda. In het fraaie godshuis bevindt zich het praalgraf van Engelbert II van Nassau (1451-1504), verre voorvader van koningin Beatrix. De rustplaats is volgens de negentiende-eeuwse schrijver Conrad Busken Huet de mooiste van Nederland: „Alle andere grafmonumenten in ons land worden door dit Bredasche overschaduwd; geen der jongere uit de zeventiende eeuw, ook niet dat van Willem den Zwijger, haalt het erbij. Het praalgraf in Breda staat tot het praalgraf te Delft gelijk het stadhuis van Middelburg tot het stadhuis van Amsterdam”, zo haalt Van Raak aan in zijn boek.
Verrassend mooi is het grafmonument in de hervormde kerk in Ouderkerk aan den IJssel. In het koorgedeelte liggen de onwettige nakomelingen van prins Maurits en zijn vriendin Margaretha van Mechelen, de rijksgraven van de lijnen Nassau-Ouwerkerk en Nassau-LaLecq. Deze buitenechtelijke kinderen kregen wel een opvoeding aan het hof, maar geen status als prins. Maurits zorgde goed voor deze buitenechtelijke kinderen en kocht landgoederen voor hen, onder meer bij Ouderkerk. Daar kregen zij ook hun graf.
Er zijn meer graven van bastaardkinderen van de Oranjes in Nederland. Zo ligt in de Leidse Hooglandse Kerk Justinus van Nassau (1559-1631) begraven. Hij was een bij burgemeestersdochter Eva Elinx verwekte zoon van Willem van Oranje.
In de Michaëlkerk van Leersum ligt Frederik van Nassau (1623-1672), een buitenechtelijke zoon van prins Frederik Hendrik. Die schonk hem de heerlijkheid Zuylestein bij het Utrechtse dorp.
Grotere grafkelder
Het praalgraf van Willem van Oranje in de Nieuwe Kerk in Delft krijgt -terecht- de meeste aandacht in het boek. Het graf is immers een nationaal monument: een eerbetoon aan prins Willem van Oranje. Bovendien zijn er sinds diens dood enkele tientallen stadhouders, koningen, koninginnen en hun geliefden begraven.
Eerder dit jaar bleek dat de grafkelder opnieuw moet worden uitgebreid. Die informatie heeft Van Raak niet meer in zijn boek kunnen verwerken. De uitbreiding van 1820 is op een enkele plaats na al weer vol. Het plan is nu om de grafkelder twee keer zo groot te maken door rechts achter in de kerk, naast de bestaande kelder, een nieuwe ruimte te realiseren.
Het moment van uitbreiding is nog punt van discussie. Het kerkbestuur wil dat de grafkelder gerealiseerd wordt tijdens de renovatie van de kerk. Het Rijk heeft echter nog geen groen licht gegeven voor de restauratie en wil niet op dat besluit wachten, maar al eerder gaan graven.
Graaf Adolf
Van Raak zwerft verder. Zo komt hij ook in Noord-Nederland. Daar staat bij Heiligerlee een monument voor graaf Adolf van Nassau. Hij is de in het Wilhelmus bezongen broer van Willem van Oranje die in 1568 bij de Groningse plaats omkwam. Waar Adolf begraven ligt is niet duidelijk. Mogelijk in het -nu Duitse- Emden, stelt Van Raak in zijn boek, waarin een aantal genealogische feiten niet helemaal klopt.
Ook de graven van Adolfs broers Lodewijk en Hendrik zijn nooit teruggevonden nadat zij in 1572 op de Moker hei waren gesneuveld. In de hervormde kerk van Heumen -onder Nijmegen bij Mook- is wel een fraaie cenotaaf -sierlijk grafteken- voor de twee helden gemaakt.
Van Raak neemt de lezer mee naar de Arnhemse Eusebiuskerk (graf van twee neven van Willem van Oranje) en de Grote Kerk van Buren (graf van Maria van Buren, dochter van prins Willem van Oranje).
Buitenland
In het buitenland ligt eveneens een aantal leden van het Huis Oranje-Nassau. In het Duitse Dillenburg zijn dat onder anderen de ouders van prins Willem van Oranje, in Weimar de jongste dochter van koning Willem II, die daar woonde na haar huwelijk met de groothertog van Saksen-Weimar-Eisenach. Op een kerkhof in het Duitse Erbach ligt de omstreden prinses Marianne der Nederlanden (1810-1883), de tweede dochter van koning Willem I.
In het Belgische Diest is in de Sint-Sulpitiuskerk het graf van Filips Willem (1554-1618), de oudste en ontvoerde zoon van prins Willem van Oranje, te vinden. Vorige maand hervatte de parochie er het opdragen van een jaarlijkse mis voor de prins.
Het opmerkelijkste, buitenlandse Oranjegraf bevindt zich in de Londense Westminster Abbey. Daar liggen stadhouder-koning Willem III en zijn vrouw koningin Mary. Het was Willem III die vanuit de Nederlanden de traditie meebracht om grote grafmonumenten in kerken te plaatsen, maar uitgerekend hijzelf rust met zijn vrouw onder een eenvoudige grafsteen in de kathedraal, die vol pompeuze praalgraven staat. Symbolisch. Bij de dood verdwijnt alle koninklijke glans.
Mede n.a.v. ”Langs vorstelijke grafsteden. De laatste rustplaatsen van het huis Oranje-Nassau”, door Cees van Raak; uitg. Pearson Lifestyle, Amsterdam, 2008; ISBN 978 90 430 1288 1; 192 blz.; € 19,95.