Binnenland

Historie als bindmiddel voor Ypenburg

Een moderne Vinex-wijk is niet de eerste plek waar je een museum zou verwachten. Toch probeert de Stichting Historisch Ypenburg er een museum te realiseren. „Onze geschiedenis kan mensen samenbrengen.”

31 October 2008 08:38Gewijzigd op 14 November 2020 06:38
DEN HAAG – Het oude luchthavengebouw van Ypenburg zou een ideale locatie zijn voor een museum, zeggen Wil van Mil (l.) en Henk Kronenberg. De beide initiatiefnemers willen er een expositie inrichten over de prehistorie, de oorlogsjaren en de recente nieuw
DEN HAAG – Het oude luchthavengebouw van Ypenburg zou een ideale locatie zijn voor een museum, zeggen Wil van Mil (l.) en Henk Kronenberg. De beide initiatiefnemers willen er een expositie inrichten over de prehistorie, de oorlogsjaren en de recente nieuw

Weggestopt in een hoekje van de Haagse Vinex-wijk staat het gebouw van voormalig vliegveld Ypenburg. Het witte, halfronde pand ligt ingeklemd tussen snelwegen, industrie en duizenden nieuwbouwwoningen. Desondanks steekt het kleine verkeerstorentje op het dak nog fier de lucht in.In het gebouw, sinds 1994 een officieel rijksmonument, huist nu het projectbureau dat de verkoop van de ruim 11.000 nieuwbouwwoningen in de Vinex-wijk begeleidt. Als eind volgend jaar de laatste woningen zijn verkocht, komt het gebouw weer beschikbaar. Het zou de ideale locatie zijn voor een museum over de historie van Ypenburg, vinden Wil van Mil (69) en Henk Kronenberg (52).

Dat Ypenburg een rijke historie heeft, is voor beide mannen geen vraag meer. Samen richtten ze vijf jaar geleden de stichting Historisch Ypenburg (SHY) op. Gedreven door interesse, maar ook omdat de geschiedenis van de Haagse wijk verder teruggaat dan die van menige andere Vinex-locatie.

„De duizenden mensen die hier een nieuwe woning hebben gekocht, zijn niet de eerste bewoners”, zegt Kronenberg. „Vroeger lag hier een uitgestrekt veengebied. Ook toen woonden er al mensen. Bij het bouwrijp maken van de grond werd in 1998 een grafheuvel gevonden met 42 skeletten, 5500 jaar oud. Dat geeft een aparte dimensie aan dit gebied.”

Junckers
Bekender dan de prehistorische geschiedenis van de wijk, zijn de verhalen rond het vliegveld. „Het veld werd in 1936 geopend als vliegveld voor Haagse sportvliegers”, vertelt Van Mil. „En voor 4 gulden kon je met de KLM een rondvlucht maken.”

Tijdens de mobilisatie streken militaire vliegtuigen neer op Ypenburg. Op de dag van de Duitse inval, 10 mei 1940, was de vliegbasis toneel van hevige gevechten. De Duitsers probeerden met paratroepers en transportvliegtuigen te landen, maar stuitten volgens Van Mil op fel verzet. Hij wijst naar de kogelgaten in de gevel van het luchthavengebouw. „De ene na de andere Juncker werd naar beneden geschoten. Al snel lag het veld vol wrakken. De bezetters dachten een springplank naar Engeland in handen te krijgen, maar dat mislukte. Het vliegveld bleef in Nederlandse handen. Drie dagen later vluchtte de koninklijke familie en de regering via Hoek van Holland naar Londen.”

Sociale cohesie
Na de oorlogsjaren was Ypenburg enige tijd een civiel vliegveld. Vanaf 1955 nam de Koninklijke Luchtmacht er zijn intrek, tot 1968. Daarna gebruikte de koningin het als uitvalsbasis en voor de ontvangst van haar buitenlandse gasten. Het vliegveld leidde een sluimerend bestaan, totdat het in 1991 als gevolg van bezuinigingen definitief werd gesloten. Zes jaar later, in 1997, ging de eerste paal de grond in voor de nieuwe Vinex-wijk die onderdak moest gaan bieden aan 30.000 bewoners.

Ypenburg heeft onmiskenbaar historie, maar rechtvaardigt dat de komst van een heus museum? Initiatiefnemer Kronenberg is ervan overtuigd. „Het enige wat iedereen die hier woont gemeen heeft, is de geschiedenis. Juist de historie kan deze wijk zijn identiteit geven. Het museum is daarom geen hobbyproject; we willen mensen bij elkaar brengen. Een museum kan de sociale samenhang van de wijk versterken. Daar gaat het ons allereerst om.”

Materiaal om te exposeren is ruimschoots beschikbaar, gecentreerd rond thema’s als de prehistorie, de slag om de residentie en de recente stedenbouwkundige ontwikkelingen. Binnenkort volgt een gesprek met de gemeente. „Er moet wel ergens geld vandaan komen om de boel te financieren. Den Haag moet daar een belangrijke rol in spelen”, zegt Van Mil. „De overheid schermt graag met termen als sociale cohesie. Nou, ons museum is bij uitstek een plek die daaraan kan bijdragen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer