„Visbeleid nadelig voor natuur”
Het Nederlandse visserijbeleid dient vooral de economische belangen van vissers. De natuur in de Noordzee is daarvan de dupe. Dat pakt nadelig uit voor de vissen, maar ook voor de vissers.
Dat concludeert de Algemene Rekenkamer in zijn donderdagmiddag gepresenteerde rapport ”Duurzame visserij”. Het visserijbeleid is niet streng genoeg om de visstand te kunnen beschermen en de biodiversiteit in zee te waarborgen, stelt de Rekenkamer. Het instituut onderzocht het visserijbeleid op vier onderdelen: de visquota, de handhaving van de regels, innovatie en sanering van de vissersvloot.
Onder druk van economische belangen worden de visquota stelselmatig te hoog vastgesteld, meent de Rekenkamer. „Ze komen gemiddeld 42 tot 57 procent hoger uit dan aanbevolen door de wetenschap.” Bovendien houdt het quotasysteem onvoldoende rekening met negatieve bijeffecten, zoals ongewenste bijvangst.
Vissers zijn geneigd op vrijwel alle terreinen van de zeevisserij de regels te overtreden, vervolgt de Rekenkamer. Die vindt dat de sector te weinig wordt gecontroleerd.
Innovaties, schrijft de Rekenkamer over zijn derde onderzoekspunt, zijn pas vorig jaar echt in gang gezet. Het instituut vindt de innovatieplannen te weinig onderbouwd en te vaag.
De Rekenkamer stelt ten slotte vast dat inkrimping van de vloot in de praktijk niet leidt tot een beter rendement voor de overblijvende vissers, omdat die niet automatisch de visrechten krijgen van de weggesaneerde vissers. De minister van Landbouw zou een optimale omvang van de vloot moeten vaststellen, zodat vissers meer zekerheid krijgen over hun toekomst.
Minister Verburg van Landbouw schrijft in haar reactie op het rapport dat ze het slechts deels eens is met de conclusie dat het visserijbeleid niet streng genoeg is om de natuur adequaat te beschermen. Ze wijst er op dat ze oog moet hebben voor de economische positie van de visserij. Wel belooft ze meer en beter samenhangende maatregelen te nemen om de biodiversiteit in de Noordzee te beschermen.
Met het gebrek aan controle op de visserij valt het best mee, vindt Verburg. De inspectiecapaciteit is volgens haar voldoende om aan de Europese regels te voldoen.
Dat innovaties pas recent op gang zijn gekomen, onderschrijft de bewindsvrouw. Ze belooft de Rekenkamer goed te onderzoeken of de pulskor een duurzaam alternatief is voor de traditionele boomkorvisserij. Verburg denkt overigens van wel.
De minister is niet van plan om de vangstcapaciteit van de visserijvloot verder te verminderen. Volgens haar hangt de winstgevendheid van de sector niet alleen af van het aantal schepen en de beschikbare hoeveelheid vis, maar bijvoorbeeld ook van de olieprijs. Mede daarom acht ze het onmogelijk om een optimale vlootomvang vast te stellen.
De Rekenkamer constateert in zijn nawoord dat er weliswaar geen plannen zijn voor nieuwe saneringen, maar dat de vloot in 2013 wel met 15 procent moet zijn gekrompen. De hoge olieprijs is volgens de Rekenkamer een extra prikkel tot innovatie.