Loverboys erg actief in Friesland
Zeker 76 Friese meisjes zijn het afgelopen jaar het slachtoffer van een loverboy geworden of vertoonden gedrag dat daarop wees. Dat zijn er veel meer dan waarmee hulpverleners rekening hielden.
Een en ander blijkt uit de eerste jaarevaluatie van het Advies- en Meldpunt Loverboys en Jeugdprostitutie in Friesland. De Friese politie en het provinciebestuur hebben de telling deze week gekregen. De gemeenten krijgen volgende week de informatie.Hulporganisatie Fier Fryslân heeft het meldpunt vorig jaar opgezet op verzoek van hulpverleners en politie om meer zicht te krijgen op de activiteiten van loverboys in de provincie. Dankzij de exacte gegevens van het meldpunt kan de politie meer valse verleiders arresteren, is de hoop.
Uit de meldingen van ongeruste ouders, docenten, vrienden, hulpverleners en van slachtoffers zelf blijkt dat loverboys afgelopen jaar zeker 76 meisjes en jonge vrouwen uit Friesland voor zich als prostituee hebben laten werken, dat geprobeerd hebben, of op een andere manier financieel van hen hebben geprofiteerd. Daarbij hebben ze seksueel, fysiek en psychisch geweld gebruikt.
Van de meisjes was bijna de helft minderjarig, vaak 16 of 17 jaar oud. Het jongste meisje was 13. Zij wonen door heel Friesland.
Fier Fryslân noemt de cijfers „schrikbarend. Dit is meer dan we vooraf hadden durven schatten”, zegt directeur Linda Terpstra. „Wat het nog urgenter maakt, is dat we de eerste weken van het meldpunt veel zijn bezig geweest met het opzetten van het project. Dus eigenlijk zijn we pas een maand of tien aan het tellen.”
Van de slachtoffers heeft er nog niet één officieel aangifte bij de politie durven doen. „Dat is frustrerend voor naasten, hulpverleners en politie. Die zien niets liever dan dat de daders worden aangepakt”, vertelt een medewerkster van het meldpunt die dagelijks met de meisjes werkt. Angst voor de wraak van de loverboys speelt daarbij volgens haar een belangrijke rol. Ook de relatief lage straffen die loverboys krijgen, weerhouden de vrouwen ervan aangifte te doen. Twee jaar geleden klaagden slachtoffers nog in een open brief over de beperkte sancties die er op loverboypraktijken staan. Verder speelt het een rol dat sommige jonge vrouwen gewoon de hele gang van zaken achter zich willen laten, en een strafzaak de nare tijd juist oprakelt.
Zonder officiële aangifte is het voor de politie moeilijker om de loverboys voor de rechter te krijgen, zegt Yvonne Bijman van de Friese politie. Ook de politie noemt de cijfers van het eerste jaar erg hoog. „De praktijk is dat er aan een aangifte een heel proces voorafgaat”, zegt Bijman. „Dat doet een meisje niet zomaar.” „De vrouwen zijn bang om aangifte te doen, omdat de loverboy via via allerlei criminele contacten heeft. Bovendien zijn de slachtoffers soms gaandeweg betrokken in het criminele netwerk van de loverboy. Die afhankelijkheidsrelatie kan aangifte doen in de weg staan.”