Kerk & religie

Confessioneel / De Wekker / Kerk in Den Haag

In het blad Confessioneel schrijft dr. G. W. Marchal uit Beekbergen een brief aan Luther. „Hooggeachte Luther”, zo begint hij.

24 October 2008 20:17Gewijzigd op 14 November 2020 06:36

„Ik schrijf u een brief, zoals ik ook al eerder deed. Met het oog op de Hervormingsdag, 31 oktober. Intussen zijn er bijna 500 jaar verstreken. Sinds die gedenkwaardige dag in 1517 is er heel veel gebeurd, op allerlei gebied. De wereld is totaal veranderd. De mensen ook, maar ik veronderstel dat de overeenkomsten ondanks alles sterker zijn. Mensen zijn op zoek naar zin en samenhang. Naar een stuk geborgenheid, dat meer om het lijf heeft dan een vlot verkooppraatje lang is. (…)In uw tijd, Luther, was de kerk verbouwd tot een groothandel in godsdienstige waren. Mensen konden de genade krijgen op een koopje. Eventueel tegen hogere prijzen, maar ook die wilden zij desnoods wel ophoesten.

U zag dit alles met lede ogen aan, Luther. Was dit en zo de kerk, van Hogerhand bedoeld? U had de moed die vraag in de ring te werpen, een gesprek te voeren over de dingen die er echt toe doen. Daarom sloeg u die 95 stellingen aan op de deur van de Slotkapel te Wittenberg. De datum had u zorgvuldig gekozen. Vlak voor Allerheiligen kwamen mensen in drommen naar de kerk. Net zoals bij ons in de kerstnachtdienst. Het was een uitgelezen moment om de noodklok te luiden over een kerk, verworden tot een reli-markt, waar de klant koning is en de godsdienstige bazen en bonzen de pot verdelen. U heeft over al die stellingen grondig nagedacht. Wie een openbaar debat wil aangaan, maakt er werk van om niet af te gaan. Ik denk dat één stelling, nummer 62 in de reeks, u bijzonder dierbaar was: „De ware schat der kerk is het heilig Evangelie van de heerlijkheid en genade van God.” Daar staat en gaat de kerk voor. Als zij andere prioriteiten stelt, wordt zij een club, zoals er zoveel kringen zijn om de wereld te verbeteren.

Ach, Luther, ik schreef u al: het aanzien van de wereld is sinds die laatste oktoberdag in 1517 ingrijpend veranderd. De mensen echter hebben nog steeds een hart dat zoekt naar zin en zegen, vrede en verwachting die meer is dan een lege dop. De kerk houdt zich opnieuw met allerlei dingen bezig om zichzelf waar te maken. Ze is doodsbenauwd om nog meer mensen te verliezen. Ik denk dat ze opnieuw werk moet maken van uw stellingen, vooral die over de ware schat, die royaal uitgedeeld mag worden. Deze bescheiden brief is een teken van dankbaarheid voor alles wat u ons hebt geleerd. We zullen u niet ophemelen. Uw laatste woorden waren: „Wir sind Bettler, verum est.” Wij zijn bedelaars (bij de gratie Gods); dat staat, ook als wij vallen.

Ik groet u van harte en teken als uw dankbare leerling, G. W. Marchal.”

De Wekker
„De 21e eeuw wordt geen leuke eeuw”, zei schrijver Geert Mak enige jaren geleden in een interview met Paul Rosenmöller. In het christelijke gereformeerde orgaan De Wekker haakt ds. C. C. den Hertog uit Surhuisterveen hierop in. „Onze belijdenis is volstrekt bij de tijd.”

„Ik kan begrijpen dat hij (Geert Mak, red.) het zegt en ik ben het ook met hem eens. Wat ik alleen niet begrijp, is hoe hij het uithoudt bij dit inzicht. Je zou er toch gek van worden als je ziet dat er moeilijke tijden aankomen maar geen hoop hebt? Ik tenminste wel.

Maar hoe dan wel? Ik zou mijn kaarten niet zetten op mensen die het beter gaan doen. Ik ben altijd weer verbaasd als ik zie hoe in de 60-er jaren van de vorige eeuw men in de theologie de wending maakte naar de mens. Na Auschwitz kon niet meer geloofd worden in God die deze wereld regeert; het werd tijd dat de mens die taak van God overnam. Een grenzeloos optimisme. Maar waarom het geloof in God dan failliet gegaan was in de nazi-kampen, is mij niet helemaal duidelijk. Ik zou eerder zeggen dat het geloof in de mens daar een behoorlijke knauw heeft gekregen. De redenering is mijns inziens krom: mensen doen elkaar de verschrikkelijkste dingen aan - en kijken vervolgens verwijtend omhoog: U´ hebt het toegelaten! Mijn gedachte zou meer gaan in een opnieuw doordenken en ter sprake brengen van wat de Schrift ons leert en onze belijdenis kort samenvat: de mens is van zichzelf niet in staat tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Dat is niet een theorie en al helemaal niet een ziekmakende theorie; je ziet het gebeuren als je het nieuws volgt. Onze belijdenis is volstrekt bij de tijd. Gelukkig gaat de Catechismus in navolging van de Bijbel ook verder: tenzij hij door de Geest van God wedergeboren wordt. Je kunt het uithouden in deze wereld, omdat je weet dat onze goede God zijn schepping niet heeft afgeschreven en Hij drijft onze geschiedenis voort naar het einde. En zijn oordeel zal dan gaan over onze geschiedenis. Een helder verwoorden van deze belijdenis in het publieke debat van vandaag zal mogelijk wenkbrauwen doen fronsen. Maar er is geen andere boodschap die nu net zo bevrijdend is als deze.”

Kerk in Den Haag
De kerk moet terug naar haar corebusiness. Daarvoor pleit ook Jan Eikelboom, voorzitter van de algemene kerkenraad van de protestantse gemeente te ’s-Gravenhave, in het maandblad Kerk in Den Haag.

„We staan voor de opgave iets aan het christelijk analfabetisme te doen buiten en binnen de kerk. We moeten de markt op met het abc van het christelijk geloof. Daar zullen we onze handen vol hebben. Ik pleit er daarom voor ons te concentreren op onze corebusiness en dat is kort gezegd: mensen bij de les van het evangelie betrekken en houden. Daar ging het in de kerk altijd om. We moeten doen waar we al eeuwen goed in zijn, waar de kerk voor is. Dat is het uitleggen van de bijbel en mensen verbinden met God, bidden en zingen, en barmhartigheid beoefenen.

Ik zag een paar weken geleden een tv-uitzending over de productie van de Herschel telescoop, waar Nederlandse geleerden nauw bij betrokken zijn. Herschel is de grootste ruimtetelescoop die tot nu toe werd gebouwd en dat gebeurt in het ruimtelaboratorium Estec in Noordwijk. Waarom daar? vroeg de interviewer. Het antwoord was: „Dat doen we daar, omdat we als Nederlanders daar al eeuwen goed in zijn. Glas slijpen dat kunnen als de beste sinds Huygens en Spinoza.” Daarom wordt er een beroep gedaan op deze specifieke Nederlandse kwaliteit.

Ik pleit er dus voor dat we als kerken de kwaliteiten die we al eeuwen hebben, in de komende 25 jaar verder ontwikkelen. Ik plaats ook even geen kritische noot bij de geschiedenis. Dat is de laatste decennia meer dan genoeg gebeurd. Ik leg alle accent op de kwaliteit, op de schatten die de traditie herbergt. Als we die demonstreren, dan zullen mensen daar een beroep op doen. Daar ben ik van overtuigd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer