De kloof, die grenst aan Tsjetsjenië, is niet alleen een toevluchtsoord voor Tsjetsjeense rebellen en hun aanhangers, maar ook voor bendes die zich bezighouden met ontvoering en smokkel. De regering in Tbilisi begon in augustus onder grote druk van Moskou en Washington een campagne om de kloof schoon te vegen.

Sjevardnadze zei in zijn wekelijkse radiointerview dat er nog maar één gewapende bende in de kloof zit. Hij voegde hieraan toe dat deze groep van ongeveer tien tot twaalf personen niet Tsjetsjeens is.

Ondertussen wezen Georgische functionarissen een bericht in de Russische krant Kommersant van de hand, dat Georgië het Russische leger en de Russische luchtmacht zal toestaan extremisten in Georgië aan te vallen. De chef-staf van de Georgische grenswacht, kolonel Korneli Salia, voerde in het weekeinde weliswaar besprekingen met Russische grenswachten over het houden van gezamenlijke patrouilles langs de Russisch-Georgische grens, maar ontkende nadrukkelijk dat zo’n overeenkomst was gesloten. Salia sprak naar aanleiding van het bericht van „desinformatie en een provocatie”.

Sjevardnadze herhaalde dat Georgië van plan is later deze week op een NAVO-conferentie een formeel verzoek voor toetreding tot het bondgenootschap te doen. Hij zei dat het beslist noodzakelijk is dat de veiligheid en de soevereiniteit van Georgië worden gegarandeerd.

De Georgische minister van defensie David Tevzade zei vrijdag dat zijn land militair door Rusland wordt bedreigd. Moskou heeft militaire bases op Georgisch grondgebied en heeft met preventieve aanvallen tegen terroristen gedreigd, ongeacht de plek waar zij zich bevinden.