Opinie

Met kinderen spreken over de dood

Een begrafenisondernemer in Elburg biedt basisscholen in de regio een lespakket aan om het gesprek met kinderen over de dood op gang te brengen. Op de manier waarop dit gebeurt, is veel af te dingen. De ernst van en de eerbied voor de dood ontbreekt nagenoeg.

W.B. Kranendonk
24 October 2008 10:31Gewijzigd op 14 November 2020 06:36

Maar de gedachte dat kinderen reeds op jonge leeftijd besef krijgen van de eindigheid van het leven, is beslist te verdedigen. De dood hoort niet bij het leven, maar is wel een realiteit van het leven.Bij de Chinezen was het vroeger niet ongebruikelijk dat een huisvader op zijn vijftigste verjaardag van zijn kinderen een doodskist kreeg. Zij gaven het cadeau niet omdat ze hun vader zat waren, wel omdat ze hem wilden tonen wat zijn „tweede thuis” zou worden. De kist werd vaak als meubelstuk in de huiskamer opgesteld. Eventuele jonge (klein)kinderen speelden er rond omheen. De dood was dus voor deze kinderen een realiteit waarmee ze dagelijks werden geconfronteerd.

Hier en daar zijn in ons land nog dorpen waar in het centrum de eeuwenoude kerk omgeven is met grafzerken. Kerkgangers passeren eerst de graven van gestorvenen.

Het dorp heeft de doden in zijn midden. Zo worden dorpelingen, ook de jonge, bij elke kerkgang eraan herinnerd dat ze zelf ook eens moeten sterven.

Stadscultuur
In de moderne stadscultuur is feitelijk geen plaats meer voor de dood. Begraafplaatsen zijn verplaatst naar de rand van de stad en liggen verscholen achter hoge hagen, zodat voorbijgangers niet ongewild oog in oog komen te staan met grafzerken.

De uitvaart begint vaak niet meer in de kerk maar in het rouwcentrum op het kerkhof, zodat het drukke verkeer niet wordt gehinderd door een langzaam rijdende rouwstoet. En in veel plaatsen is de luidklok met zijn omfloerste, eentonige slag het zwijgen opgelegd. Van de dood wil de moderne maatschappij zo min mogelijk weten.

Kinderen in onze tijd worden door deze ontwikkelingen minder met het sterven en begraven geconfronteerd dan in vroeger tijden. Niet alleen omdat de begrafenisstoet voor een belangrijk deel uit het straatbeeld is verdwenen, maar ook omdat bijvoorbeeld de kindersterfte fors is afgenomen.

Nog maar goed een eeuw geleden kwam het in gezinnen vaak voor dat een of meer broertjes of zusjes al jong stierven. Rond 1900 had meer dan de helft van de kinderen voor zijn tiende al eens aan het graf van een gezinslid gestaan. De dood was een realiteit in hun leven. Dat is vandaag de dag nauwelijks voorstelbaar.

De hervormde ds. J. J. Buskes (1899-1980) schreef eens: „De geestelijke armoede van een samenleving wordt pas dan goed zichtbaar wanneer de werkelijkheid van de dood wordt genegeerd.” Als hij gelijk heeft, dan is onze samenleving straatarm. Voor een begrafenis is nauwelijks meer tijd en ook niet voor het gesprek over de dood.

Die ontwikkeling gaat ook de christelijke kring niet voorbij. Een symptoom daarvan is dat slechts een beperkt deel van de orthodoxe protestanten ruim voor hun sterven met gezins- of familieleden spreken over hun begrafenis.

Nog niet zo lang geleden zei een notaris uit een gemeente waar veel reformatorische christenen wonen, dat nog geen 15 procent van de bevolking een testament had opgemaakt. Voor orthodoxe protestanten is het kennelijk ook moeilijk om de werkelijkheid van de dood te bespreken.

Taboe doorbroken
Opmerkelijk is daarentegen dat binnen moderne kringen er een herleving van de aandacht voor de dood is. De uitvaartbeurs die recent in Utrecht is gehouden trok dit jaar meer bezoekers dan ooit.

Daarmee is nog lang geen sprake van een terugkeer naar de situatie zoals enkele eeuwen terug, dat de dood algemeen in de samenleving als een werkelijkheid is erkend. De eigentijdse aandacht voor de dood komt vooral voort uit de moderne drang om alle taboes te doorbreken. Maar die interesse is wel een signaal.

In dat kader van hernieuwde aandacht voor de dood moet ook het lespakket van de begrafenisondernemer uit Elburg worden geplaatst. Het is bedoeld om kinderen uit te leggen wat er bij het sterven en de begrafenis gebeurt. Het grote bezwaar is echter dat daarbij een methode is gekozen die kinderen niet doordringt van de ernst en verschrikking van de dood. Dat bleek uit een radio-uitzending van deze week waarin een fragment werd uitgezonden van een klassengesprek over de dood. De leerkracht gebruikte het lespakket uit Elburg. Kinderlijke reacties kunnen soms een glimlach oproepen, maar hier werd een grens overschreden. De dood werd bijna iets leuks.

Maar die nieuwe belangstelling is wel een aansporing voor christenen om in hun leven dagelijks rekening te houden met het einde en het gesprek daarover niet uit de weg te gaan, ook niet met hun kinderen. Het is goed hen op jonge leeftijd eraan te herinneren dat het leven eindig is. De Bijbel doet dat ook.

Om een gesprek over de dood met kinderen te houden, is een lespakket compleet met een minidoodskist niet nodig. Dat gesprek kan plaatshebben rond een open Bijbel, waarvan de kern is de dood van Christus, die resulteerde in het leven. De oude kerkhoven herinneren er nog aan. Zij die naar het Woord van de Levende gaan horen, passeren eerst de doden.

De auteur is hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer