Tragiek langs Ierse kust
Hier dobbert een verlaten boot, ginds sorteren vissers hun oesters. Een fietstocht langs de westkust van Ierland, in het noordelijke graafschap Donegal, leert dat de zee geeft, maar ook neemt.
Voor de passerende fietser lijkt Rosbeg, een Iers kustplaatsje pal aan de Atlantische Oceaan, een en al idylle. Een verzameling witte woningen, te midden van heuvelachtig land, gelegen aan slingerende weggetjes. In zee her en der ruige rotsblokken, omgeven door schuimend nat. Krijsende meeuwen. De oneindige oceaan in de verte.Maar deze streek kent ook zijn tragiek. Aan een kademuur hangt een monument in de vorm van een scheepsrad, ter herinnering aan het wegvallen van twee vissers. Michael Jack Boley en Thomas Moore keerden op 31 oktober 1998 niet terug van zee en zijn nooit meer gevonden. „When you pass through deep waters/ I will be with you”, wordt Jesaja 43 op het gedenkteken geciteerd. „Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn” (Statenvertaling).
Slik
„Prachtig” had de goedmoedige hotelbaas Frank Barber van het Lake House Hotel in Portnoo de fietstocht langs de kust rond Ardara meermalen genoemd. Hij bewoog zijn armen druk heen en weer. „Ups en downs.” Heuvel op, heuvel af dus. Barber vertelde ook dat een groot ansichtkaartenbedrijf veel van zijn Ierse plaatjes in deze kuststreek schiet.
Inderdaad is het prachtig fietsen langs bijvoorbeeld een zijarm van de Atlantische Oceaan. Links de kleurig begroeide heuvels waar schapen grazen, rechts het slik van de zee. Door het tij heeft het water zich deze zonovergoten morgen teruggetrokken.
„Over een paar uur staat je fiets onder water”, lacht de 36-jarige Charlie McHugh.
Samen met twee collega-oestervissers sorteert hij op de drooggevallen oever zakken met schelpdieren. Op een kar achter een tractor liggen zakken met oesters.
McHugh en zijn collega’s schuiven de jonge oesters over een langwerpige tafel. De schelpdieren zullen in het water worden gezet, waarna ze na drie jaar volwassen zijn.
Charlie -pet op, rode handschoenen aan- maakt zich zorgen over het klimaat. „Het is te lang te heet. Voor de jonge oesters zou een temperatuur van 8 tot 12 graden ideaal zijn. Maar nu is het vaak warmer.”
Niet leuk
Zorgen zijn er zeker ook in kustplaats Killybegs, zo’n beetje het Urk van Ierland. Ook daar zit de visserij in zwaar weer. Het plaatselijke visserij- en nettenmuseum mag dan pronken met het langste handgeknoopte visserijnet ter wereld, de visindustrie heeft het tij niet mee.
In de haven van Killybegs, vergeven van zwerfvuil, doopt de 33-jarige Philip Cavanagh zijn kwast in een grote pot. Hij voorziet de romp van een haringtrawler van een lik grijze verf. Liever had Cavanagh de zee bevaren.
De complete haring- en makreelvloot uit de vissersplaats -met 21 schepen meteen ook vrijwel de gehele Ierse vloot- moet als gevolg van vangstbeperkingsmaatregelen zes maanden aan de wal blijven. „Dat hebben we te danken aan de Europese Unie en de Ierse regering”, zegt de visser gelaten.
Het ging de laatste jaren snel bergafwaarts, sombert Cavanagh. „Het lijkt er haast op dat we straks nog maar vijf, vier, drie, twee, één maand de zee op kunnen. Het is niet leuk meer om visser te zijn.”
Zwoegen
Terug naar het fietspad. Fysiek grimmiger wordt het na de grotten van Maghera. „Neem je voldoende water mee?” had een oudere, bekommernisvolle Ier een tijdje eerder al gevraagd.
Het is flink zwoegen om de berg op te komen. Uitgestorven, ruig terrein, wegdek van matige kwaliteit. Rechts in de berm het sinistere karkas van een roestige bestelbus.
Hotelbaas Barber had nog zo gezegd dat je Ierland eigenlijk per auto moet verkennen en dat hij zelf uit principe een fiets met slechts twee versnellingen heeft gekozen; niet geschikt dus om de berg op te gaan.
Maar bij de top is het leed geleden en gaat het aangenaam bergafwaarts, weer richting Ardara. Zo’n afdaling houd je tot Dublin nog wel vol.
Meer informatie: www.buroscanbrit.nl, 020-4621024.