Het moderne mannen-onder-elkaargevoel
Ds. W. Westland, voorzitter van de hervormde mannenbond, glimlacht fijntjes voordat hij zich waagt aan een beschrijving van het mannen-onder-elkaargevoel. Er vallen woorden als verbondenheid en vriendschap. Wat de oprichters 75 jaar geleden voor ogen hadden, maken hun ’kleinzoons’ in een heel andere context mee.
„Laatst ging het over koken. Maar dat was zomaar een gesprekje voordat de echte bijeenkomst van de mannenvereniging begon”, zegt de predikant uit Ridderkerk. De mannen van het eerste uur kenden een heel ander rollenpatroon dan de huidige jonge bezoekers van de hervormde mannenverenigingen. Terwijl de vrouwen binnenshuis hun plichten vervulden, gaven de mannen leiding in kerk en maatschappij. Met de tijd verdween de vanzelfsprekendheid hiervan. „Vrouwen werken, mannen worden meer aangesproken op hun plaats in het gezin, als vader.” Juist omdat een man op een andere manier dan een vrouw in werk, gezin en kerk staat, benadrukt ds. Westland, „is het fijn om als mannen onder elkaar met de dingen van Gods Woord bezig te zijn. Ook al heb je een goed huwelijk.”In de prille jaren van de mannenbond hielden de leden zich nog niet bezig met de manier waarop ze om moesten gaan met de parttimebaan van hun vrouw. „Het was een verwarrende tijd. Maatschappelijk, maar ook kerkelijk. Mensen voelden: wij moeten elkaar meer houvast bieden. Elkaar toerusten, zodat we onze plaats in kerk en maatschappij kunnen innemen.” Met de oprichting van de bond wilden de initiatiefnemers bovendien het oprichten van nieuwe mannenverenigingen stimuleren.
Oorlog
Desondanks was het begin aarzelend. De oorlog maakte zowel bondsdagen als het uitgeven van het blad De Hervormde Vaan onmogelijk. „Het is te veel gezegd dat de mannenbond bijna opnieuw werd opgericht”, zegt Westland, „maar na de oorlog moesten ze alles weer opnieuw aanslingeren.”
Eenmaal op dreef maakte de bond een groeispurt, terwijl de secularisatie in Nederland toesloeg. De Nederlandse Hervormde Kerk werd in beslag genomen door de doorbraak en later door de nieuwe structuur. In het kielzog van de kerkorde van 1951 volgden discussies over de nieuwe vertaling, de nieuwe berijming en de vrouw in het ambt. De bondsdagen gingen hierop in. Ds. Westland over deze periode: „Velen verlieten de kerk. De mannenbond, destijds onder leiding van ds. A. Vroegindeweij, wilde echter op zijn plek staan en de gereformeerde beginselen uitdragen in de kerk.”
Vaderlandse geschiedenis, kerkgeschiedenis en politieke ontwikkelingen stonden hoog op de agenda, maar maakten door de jaren heen steeds meer plaats voor Bijbelstudie. „Toch enigszins een verlies”, merkt de voorzitter op. „Ik houd zelf erg van kerkgeschiedenis. Het verleden is een les voor het heden. Maar ik begrijp dat jonge mensen niet zitten te wachten op onderwerpen als ”Gomarus”.” Bijbelstudie vindt hij overigens prima, mits „in rapport met deze tijd.”
De Ridderkerkse predikant haalt wat getallen tevoorschijn. Het aantal aangesloten verenigingen bedroeg na de oorlog 100 en in de „topjaren” 175. Op de hoezen van een paar oude lp’s in de kast van ds. Westland staan massa’s mannen afgebeeld. „Niet-ritmische samenzang, 1966”, vermeldt een ervan. Utrecht was jarenlang de thuisbasis van de bondsdag, nu verzamelen de leden zich in Putten. Af en toe belegt de bond, officieel de Bond van Nederlandse Hervormde Mannenverenigingen op Gereformeerde Grondslag, een bijeenkomst met de vrouwenbond.
Na de scheuring in 2004 raakte de mannenbond zeventien verenigingen kwijt. „Ik kijk daar met verdriet op terug. Het zijn niet de gemakkelijkste jaren in de geschiedenis van de bond geweest. Aan de andere kant waren er steun en verbondenheid. De bondsdagen van 2004 en 2005 heb ik als erg bemoedigend ervaren. Van tevoren heerste er spanning over de sfeer en de opkomst. Maar het Woord van God sterkte ons om verder te gaan.” Tijdens de komende bondsdag, zaterdag in de Oude Kerk in Putten, viert de mannenbond zijn 75-jarig bestaan.
Verankerd in kerk
Sprekend over bondsdagen en auto’s vol mannen legt ds. Westland een zeker enthousiasme aan de dag. „Ik vind dat prachtig, ja.”
Zijn de bondsdagen te vergelijken met de trendy (interkerkelijke) mannendagen? Deels, vindt de predikant. „De wegen gaan uiteen als het gaat om het zicht op kerk en gemeente en het volgen van de gereformeerde belijdenisgeschriften.”
Hij benadrukt dat de bond zich verankerd weet in de kerk. „Om die te dienen en tot zegen te zijn. Ik ben er diep van overtuigd dat luisteren naar het Woord de gemeente bouwt. De mannenvereniging kan vruchten afwerpen, bijvoorbeeld als vorming en toerusting ertoe leiden dat mannen jeugdwerk of ambtelijk werk op zich nemen.” Een gevaar is volgens ds. Westland dat de vereniging een „schaduwkabinet van de kerkenraad” vormt en daardoor juist onvruchtbaar wordt.
De binding met de kerk stempelt de mannenbond vanaf het begin. Die was er de oorzaak van dat de naam van het orgaan De Vaan -begonnen als bijlage van het Gereformeerd Weekblad- in 1937 veranderde in De Hervormde Vaan.
Jongeren
Kampt de mannenbond met vergrijzing? Ds. Westland gaat verzitten. Hij heeft er eigenlijk een beetje moeite mee om over vergrijzing te praten, zegt hij. „Want dan houd je dat grijze imago, en dat hoeft niet.” Natuurlijk, het thema staat op de agenda en de bond blijft jongeren werven met bijvoorbeeld folders en themadagen. „Ik zal je vertellen: in 1993 was vergrijzing voor het hoofdbestuur een item. Maar als die echt zo ernstig was geweest, bestond er nu geen bond meer. Nee, het is geen afgaande zaak.”