EU: Voorkom nieuwe Bosnische brandhaard
De situatie in Bosnië vormt in toenemende mate een gevaar voor de Europese Unie. De invloed van salafisten, orthodoxe islamieten, neemt er snel toe, stellen drs. Bas Belder en drs. Melinda Jansen.
„Bosnië staat op springen!” Zo luidde de alarmerende achtergrondinformatie van een insider pal voor het debat in het Europees Parlement van gistermiddag over dit Balkanland. De melding versterkt onze zorg over de situatie in Bosnië-Herzegovina. Want ook salafisten (islamisten) vormen er een niet te onderschatten in- en extern gevaar.Vanwaar die Brusselse aandacht voor Sarajevo? Om de simpele reden dat de EU met Bosnië-Herzegovina deze zomer een associatie- en stabilisatieovereenkomst heeft gesloten; tegelijk het onderwerp van het EP-debat. Aan dat Europees perspectief wenst de eurofractie ChristenUnie-SGP niet te tornen, zij het dat Bosnië op evidente wijze gaat werken aan de strikte toetredingsvoorwaarden van de Unie (criteria van Kopenhagen van 1993).
Het beeld dat onze zegsman schildert van het huidige Bosnië staat echter haaks op die criteria. Hij spreekt van een toestand van nagenoeg algehele anarchie: een absoluut gebrek aan wetshandhaving, veel corruptie, nauwelijks deugdelijke douanecontrole en diepe etnische haat. „Iedere Bosniër heeft een wapen bij de hand.”
Salafisten
Daarenboven baart de aanwezigheid van salafisten in Bosnië grote zorgen. De invloed van deze gevaarvolle stroming is in de afgelopen tijd explosief gebleken, soms ook letterlijk. De salafisten, in de volksmond wahabieten genoemd, betitelen zichzelf als „ware broeders.” Zij willen dat de Bosnische moslims terugkeren naar de ’ware islam’ en streven naar een islamistische staat met dito wetgeving. De salafistische ideologie blijkt met name veel aantrekkingskracht te hebben op jongeren.
In de afgelopen jaren is er veelvuldig verslag gedaan over incidenten met salafisten. Enkele salafisten vielen moskeeën binnen, waarbij zij 24 uur toegang eisten tot de moskee om hun eigen boodschap te kunnen verkondigen. In maart vorig jaar ontstond er onrust in Kalesija, Midden-Bosnië, nadat een aantal salafisten verboden had dat er nog geluisterd werd naar westerse, moderne muziek en waar vrouwen verplicht werd een hoofddoek te dragen. In 2002 hebben enkele salafisten vanuit religieuze motieven zelfs leden van een niet-moslimfamilie in Konjic vermoord.
Problemen met salafisten zijn relatief nieuw, omdat de stroming tamelijk jong is. Tijdens de oorlog tussen 1992 en 1995 vestigden zich buitenlandse islamitische strijders in Bosnië. Een groot deel daarvan bleef na de oorlog, trouwde soms met lokale vrouwen en verwierf de Bosnische nationaliteit. In mei 2007 deed een commissie namens de regering onderzoek naar deze buitenlandse strijders. De commissie concludeerde dat sommige strijders op onrechtmatige wijze het Bosnische burgerschap hadden verworven. Terloops merkte de commissie op dat Bosnië het gevaar loopt een Europese basis te worden voor radicaalislamitisch terrorisme.
Steun
Ook buitenlandse financiële steun voor de radicalisering in Bosnië is zichtbaar. Na de oorlog werd vooral vanuit Saudi-Arabië veel geld in het herstel van Bosnische moskeeën gestoken (naar schatting 600 miljoen dollar in de periode tussen 1992 en 2002). De moskeeën werden weer opgebouwd, conform Saudische architectuur. Onder andere hierdoor vond het fundamentalistische salafisme langzamerhand ingang onder de traditioneel gematigde Bosnische moslims.
Hoewel er veel onduidelijk is over het salafisme, zou zo’n 3 procent van de Bosnische bevolking inmiddels bestaan uit jihadistische salafisten. Professor Jasmin Merdan, een ex-salafist, deed er onderzoek naar. Hij stelde kort en krachtig dat niet elke salafist een terrorist is, maar dat wel elke terrorist een salafist is. In potentie schuilt er dus absoluut gevaar achter deze salafisten.
Kopieergedrag
De Nederlandse terrorisme-expert prof. Bob de Graaff waarschuwt eveneens voor kopieergedrag in andere delen van Europa. De Bosnische salafisten trekken moslims aan uit onder andere Nederland, Duitsland en Oostenrijk. Daarnaast gebruiken de salafisten Bosnië voor logistiek en recuperatie en beschikken zij over schuilplaatsen in Scandinavië, Oostenrijk en Nederland. Ex-salafist Merdan beweert dat de salafisten in Bosnië financiële steun uit binnen- en buitenland ontvangen en kunnen terugvallen op een uitgebreid handelsnetwerk. Tijdens de afgelopen maanden zijn er bijvoorbeeld radicale islamisten opgepakt in Zweden. Deze personen bleken in contact te staan met salafisten in Bosnië. Ook berichtten Bosnische media recent over wapentransporten en over wapenvondsten in Kroatië, waarachter het salafistische netwerk uit Bosnië vermoed wordt.
Wetenschappelijk onderzoek naar salafisme in Bosnië bevestigt het gevaar dat ervan uitgaat. De Vlaamse slavist Tom van Dijck concludeert in zijn proefschrift over dit onderwerp: „De Bosnische crisis (de oorlog tussen 1992 en 1995) heeft dus inderdaad een importislam teweeggebracht. Uit deze ”importislam” is, in beperkte mate, een ”exportterrorisme” gevloeid. Het is nu aan de Europese en NAVO-beleidsmakers om dat terrorisme beperkt te houden of zelfs uit te roeien alvorens het een bloeiende exportgroothandel wordt.” Ook de Zweedse onderzoeker Evan F. Kohlmann roept op tot internationale assistentie en verantwoordelijkheid: „Het valt te betwijfelen of de Bosniërs alleen de zwaarte van dit probleem en de verantwoordelijkheid van de complexe veiligheidssituatie kunnen dragen.”
Waakzaamheid
De Europese instellingen zijn helaas te lang onachtzaam geweest ten aanzien van de ontwikkelingen die zich momenteel voordoen in Bosnië-Herzegovina. Dat geldt evenzeer voor het salafistische internationale netwerk dat reikt tot in enkele Europese lidstaten.
De eurofractie heeft tijdens het parlementaire debat gisteren in Straatsburg en door middel van vragen aan de Europese Raad en de Europese Commissie de aandacht gevraagd voor de gespannen situatie in Bosnië-Herzegovina. Europese inzet is noodzakelijk op het vlak van kwalitatief goed onderwijs, een gedegen bestuur en een stabiele veiligheidsstructuur. De situatie in Bosnië-Herzegovina mag niet exploderen. Evenmin moet het land verworden tot toevluchtsoord van extremistische of radicale groepen. Bosnië-Herzegovina staat immers voor de deur van de Unie.
De auteurs zijn europarlementariër respectievelijk beleidsmedewerker Buitenlandse Zaken voor de eurofractie ChristenUnie-SGP.