Calvinisme herleeft in Groot-Brittannië
Groot-Brittannië is een van de landen die in de zestiende eeuw (politiek waren Engeland en Schotland nog gescheiden) werd gestempeld door het calvinisme. Tot aan het einde van de negentiende eeuw bleef het calvinisme een factor van betekenis in het kerkelijke leven, al deden zich al lang andere invloeden gelden. De terugval (”downgrade”) die Spurgeon aan het einde van de negentiende eeuw voorzag, werd in de eerste helft van de twintigste eeuw werkelijkheid.
Buiten de Schotse Hooglanden waar het Evangelie van vrije genade in de Free Church en de Free Presbyterian Church werd verkondigd, was in Schotland de erfenis van John Knox zo goed als verdwenen. In Engeland was de situatie nog ernstiger. Op een enkeling na binnen de Anglicaanse Kerk -en hier en daar in een congregationalistische gemeente- werd de leer van Gods soevereiniteit alleen door mensen binnen de kringen van de Strict Baptists beleden.Voor zover men niet was meegevoerd door liberale vormen van theologie huldigde men een arminiaanse visie op de wil van de mens. En de visie op heiliging werd vaak sterk gekleurd door het zogenaamde overwinningsdenken, waarbij een volledige overwinning op elke bewuste zonde in dit leven mogelijk wordt geacht. Het geluid van reformatoren en puriteinen over zonde en genade, rechtvaardiging en heiliging werd nauwelijks meer gehoord.
De laatste decennia is de Britse samenleving sterk geseculariseerd. Toch wordt zeker in Engeland de leer van vrije genade vanaf meer kansels gehoord dan in de eerste helft van de twintigste eeuw het geval was, al is er niet echt sprake van een opwekking. Van Schotland kan dat helaas niet worden gezegd.
The Banner of Truth
In dit verband dient de naam van Martin Lloyd-Jones te worden genoemd. We kunnen ook denken aan de door zijn geestelijke vriend Iain H. Murray opgerichte uitgeverij The Banner of Truth. Tegen alle verwachting in bleek er voor de uitgaven van deze aan het eind van de jaren vijftig opgerichte uitgeverij grote belangstelling te bestaan, niet alleen in Groot-Brittannië, maar wereldwijd.
Onlang verscheen bij deze uitgeverij een boek waarin Iain Murray de grote betekenis van Lloyd-Jones uiteenzet, namelijk: ”Lloyd-Jones, Messenger of Grace”. Bij uitgeverij Evangelical Press verscheen een uitgave van John J. Murray (beide Murrays zijn geen familie) waarin deze terugblikt op de opleving van het calvinisme en daaruit lessen voor de toekomst poogt te trekken. Deze uitgave draagt als titel ”Catch the Vision: Roots of the Reformed Recovery”. John J. Murray is emerituspredikant van de Free Church of Scotland Contuining en was vele jaren assistent-redacteur van ”The Banner of Truth”, uitgegeven door de gelijknamige uitgeverij.
Wales
Lloyd-Jones groeide op in een gezin dat hoorde bij de Welch Presbyterian Church. Over het geestelijk klimaat van zijn ouderlijk huis zei hij: „Mijn vader had gevoel van sociale en politieke gerechtigheid en zorg voor de verbetering van de levensomstandigheden van mensen, maar hij hoorde nooit de boodschap van het Evangelie van verlossing. Zelf had ik dat ook nooit vanaf de preekstoel gehoord.”
Reeds jong kreeg Lloyd-Jones belangstelling voor de kerkhistorie van Wales. Hij las werken over de opwekking in Wales in de achttiende eeuw.
In zijn studententijd kwam Lloyd-Jones tot bekering. Terwijl hij in de kerk werd aangesproken als een kind van God, begreep hij vanuit de Schrift dat hij een kind des toorns was.
Na afsluiting van zijn studie werd hij hoofdassistent van sir Thomas Horder, onder andere lijfarts van de koninklijke familie. Maatschappelijk gezien lag een schitterende toekomst voor hem open. Lloyd-Jones gaf deze positie echter op om predikant te worden in een teruggelopen gemeente van de Welch Presbyterian Church in Aberavon.
In zijn prediking benadrukte Lloyd-Jones van meet af aan de noodzaak van wedergeboorte en bekering. Door bestudering van de werken van de puriteinen kreeg hij een helder zicht op de betekenis van de rechtvaardiging en het onderscheid tussen rechtvaardiging en heiliging. In het bijzonder door het lezen van de werken van Jonathan Edwards werd zijn theologische visie gevormd.
Een aantal jaren vóór de Tweede Wereldoorlog werd Lloyd-Jones predikant van Westminster Chapel in het centrum van Londen. Generaties studenten, niet alleen uit Groot-Brittannië maar ook uit Azië, Afrika en Latijns-Amerika, zaten onder zijn gehoor. Zo werd menigeen gewonnen voor de boodschap van vrije genade.
James Packer
Een van zijn studenten was James I. Packer. Wat Lloyd-Jones en Packer met elkaar verbond, was hun liefde tot de puriteinen. Packer, die van huis uit anglicaan was en dat altijd is gebleven, was evenals Lloyd-Jones in zijn studententijd tot bekering gekomen. De boodschap die hij hoorde in de kerken die hij na zijn bekering bezocht, was die van het overwinningsleven. Packer liep daarmee helemaal vast.
Hij heeft het als een bijzondere leiding van God gezien dat hij als bibliothecaris van een studentenvereniging kennismaakte met de boeken van de puriteinen. Hun visie op het leven van de heiliging betekende voor hem een bevrijding. In het bijzonder moet daarbij het traktaat van Owen over het doden van de zonden worden genoemd. Packer ging verstaan dat naarmate we dichter bij de Heere leven, we de klacht van Paulus over zijn zondige bestaan des te meer leren bijvallen. Van Owen leerde hij ook de betekenis verstaan van de leer dat de kracht van Christus’ dood zich alleen tot de uitverkorenen uitstrekt. Dit is geen beperking van Gods liefde, maar laat zien hoe diep die liefde is. Ook geloof is een vrucht van het kruis van Christus, geen aanvulling erop.
Breuk
Samen met Lloyd-Jones zette Packer in 1950 de Puritan Conference op. Tragisch is de breuk tussen hen, die in 1970 openbaar kwam. Lloyd-Jones was feitelijk een separatist in zijn visie op de kerk. Dit verschil in kerkelijke opvatting had de samenwerking tussen Lloyd-Jones en Packer nooit in de weg gestaan. Dat werd echter anders toen Packer meewerkte aan een boek, ”Growing into Union”. Dit boek was geschreven door een viertal anglicanen. Twee ervan waren ”evangelical” en twee behoorden tot de anglokatholieke richting in de Anglicaanse Kerk. De achterliggende gedachte was dat evangelicals en anglokatholieken, al dachten zij verschillend over de verhouding tussen Schrift en traditie, wat betreft de rechtvaardiging door het geloof en de betekenis van de sacramenten toch een gezamenlijk front konden vormen tegen het liberalisme. Ze waren eensgeestes in hun kijk op de Drie-eenheid en op de betekenis van de Persoon van de Heere Jezus Christus.
Voor Lloyd-Jones was dit echter onoverkomelijk. Hij organiseerde in 1971 een voortzetting van de Puritan Conference onder de naam Westminster Conference, echter zonder Packer.
Heilige Geest
Zowel Lloyd-Jones als Packer wenste, evenals de puriteinen, recht te doen aan het werk van de Heilige Geest. Van beiden moet worden gezegd dat zij weinig kritisch waren ten aanzien van de charismatische beweging. Packer ging er weliswaar theologisch niet in mee, maar was verder wel meegaand. Lloyd-Jones heeft alleen het begin van de opkomst van de charismatische beweging meegemaakt. Aanvankelijk was Lloyd-Jones positief, maar hij werd in toenemende mate kritisch vanwege de geringe aandacht die deze beweging had voor het leerstellige element van het christelijke geloof. „Geringe aandacht voor de leer”, zo stelde hij, „leidt onvermijdelijk tot een mensgerichte prediking.”
Na zijn dood claimden charismatici ten onrechte Lloyd-Jones voor hun standpunten. Zij beriepen zich daarbij op het feit dat Lloyd-Jones leerde dat een hoge mate van geloofszekerheid vaak slechts het deel is van geoefende christenen en dat deze zekerheid verbonden is met de doop met de Heilige Geest als een bijzondere zegen.
Het grote verschil met de charismatici was echter dat voor Lloyd-Jones deze zegen een volstrekt soevereine gave van God was en dat hij allereerst de nadruk legde op volle geloofszekerheid en niet op bijzondere gaven.
Blijft staan dat Lloyd-Jones de volle geloofszekerheid en het geloof sterker van elkaar scheidde dan de reformatoren en de puriteinen. Lloyd-Jones kan soms de indruk wekken dat in de eerste fase van het geloofsleven het bevindelijke aspect nauwelijks een rol speelt. Daarover spraken reformatoren en puriteinen anders.
Kruis
Lloyd-Jones en Packer hebben beiden hun plaats in de huidige hernieuwde aandacht voor het gereformeerde erfgoed. Tegelijkertijd moeten we zeggen dat het goed is terug te gaan tot de brónnen waarnaar zijzelf verwezen. Terecht wezen Lloyd-Jones én Packer erop dat de betekenis van de puriteinen niet in de laatste plaats ligt in de verkondiging van het Evangelie in de betoning van de Heilige Geest en van kracht. Als dat het geval is, wordt niet voor de Heilige Geest als zodanig maar voor het kruis van Christus aandacht gevraagd.