Achmed Zakajev: onafhankelijkheidsstrijder of terrorist?
Denemarken staat onder grote druk. Rusland eist de onmiddellijke uitlevering van de Tsjetsjeen Achmed Zakajev, die in Kopenhagen is gearresteerd. Volgens de Russische autoriteiten is hij een internationaal terrorist.
Maar de Deense justitie is hiervan niet zeker. Ze vindt het door de Russen overhandigde bewijsmateriaal vooralsnog onvoldoende overtuigend. Wel heeft ze het voorarrest van de Tsjetsjeen deze week nog met veertien dagen verlengd. Daarna moet ze definitief beslissen over Zakajevs uitwijzing of vrijlating.
Zakajev is de persoonlijke afgezant van de Tsjetsjeense rebellenpresident Aslan Maschadov. Hij was naar de Deense hoofdstad Kopenhagen afgereisd om deel te nemen aan het Tsjetsjeense Wereldcongres, een conferentie met Tsjetsjeense ballingen en vertegenwoordigers van internationale mensenrechtenorganisaties over de toekomst van Tsjetsjenië.
De advocaat van Zakajev heeft laten weten dat zijn cliënt overweegt politiek asiel aan te vragen. De zakentycoon en Kremlin-opposant Boris Berezovski heeft verklaard bereid te zijn hem hierin financieel te ondersteunen.
De Russische autoriteiten hebben de Denen er inmiddels van beschuldigd met hun „weinig constructieve opstelling” de strijd tegen het internationale terrorisme te saboteren. Het Russische openbaar ministerie heeft deze week nog benadrukt dat de uitwijzing van de Tsjetsjeen aan Moskou „onvermijdelijk” is.
Het Russische OM zegt dat zij de Denen gedetailleerd bewijsmateriaal heeft overhandigd dat aantoont dat Zakajev jarenlang een rebellengroep heeft geleid. Deze groep is verantwoordelijk voor een groot aantal moorden en ontvoeringen en zou ook nauwe contacten onderhouden met al-Qaida en Bin Laden.
Toch is in Rusland niet iedereen ervan overtuigd dat Zakajev moet worden uitgeleverd en veroordeeld. „Ik beschouw hem als de meest vreedzame vertegenwoordiger van de Tsjetsjeense rebellen”, meent de voormalige voorzitter van de Russische Veiligheidsraad en Doema Ivan Rybkin. „Het gaat hier niet om terrorisme, maar om separatisme. In die zin vormt Zakajev een geschikte onderhandelingspartner.”
„Zakajev hoort nog tot de oudere generatie van Tsjetsjeense rebellen die een goede opleiding hebben gehad en bereid zijn om te luisteren”, meent journaliste Anna Politkovskaja, die onlangs een boek over de Tsjetsjeense oorlog heeft gepubliceerd. „Hij vormt een van de weinigen waarmee het nog mogelijk is onderhandelingen te voeren. Met de jongere generatie, opgegroeid in oorlog, is dat absoluut onmogelijk.”
Volgens Oleg Orlov van de mensenrechtenorganisatie Memorial en parlementslid en voormalig dissident Sergej Kovoljov zal met de arrestatie van Zakajev een van de laatste mogelijkheden tot onderhandelingen met de Tsjetsjeense rebellen verloren gaan. „Zakajev is de belangrijkste vertegenwoordiger van president Maschadov. Die kans moeten we niet verliezen.”
Of de Russen Zakajev als terrorist of als vrijheidsstrijder en onderhandelaar beschouwen, hangt vooral af van hun beoordeling van de ontwikkelingen in Tsjetsjenië de afgelopen tien jaar. De levensloop van Zakajev is nauw aan deze ontwikkelingen gelieerd en geeft goed de vele dilemma’s van deze periode weer.
Net als vele andere Tsjetsjenen is hij geboren in de Sovjetrepubliek Kazachstan, in 1959. Stalin had vrijwel het gehele Tsjetsjeense volk tijdens de Tweede Wereldoorlog naar de Kazachse steppen laten deporteren. Officiële reden was collaboratie met de nazi’s.
Maar het lijkt er eerder op dat Stalin definitief wilde afrekenen met de Tsjetsjenen, die als lastig werden ervaren. De verhouding tussen het Kaukasische bergvolk en het Russische centrale gezag was immers al sinds de Russische verovering van het Tsjetsjeense grondgebied in de negentiende eeuw ronduit slecht.
Tijdens Chroesjtsjovs destalinisatie kreeg het gedeporteerde bergvolk weer toestemming terug te keren naar Tsjetsjenië, onder wie de familie Zakajev. Eind jaren zeventig volgde de jonge Achmed Zakajev theateropleidingen, onder meer in de Zuid-Russische stad Voronjez en in de Sovjet-hoofdstad Moskou.
In 1981 trad hij als acteur toe tot het dramatheater Chanpasji Noeradilov in de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny en tien jaar later werd hij voorzitter van de Unie van de Tsjetsjeense Theaterwerkers. Daardoor zat hij automatisch in het bestuur van de Russische Theaterunie.
In die periode viel de Sovjet-Unie uit elkaar en verklaarde de Tsjetsjeense leider Dzjochar Doedajev de Tsjetsjeense republiek onafhankelijk van de Russische Federatie. President Jeltsin greep niet in. Hij had het te druk met de strijd tegen de oude Sovjetbureaucratie en beschouwde de autonomie van Russische gebieden zelfs nuttig in deze strijd.
Doedajev vormde een eigen Tsjetsjeense regering en benoemde in 1993 de acteur Zagajev tot minister van Cultuur. Intussen nam de chaos en de anarchie in de zelfuitgeroepen republiek snel toe. Ontvoeringen en onderlinge gewapende conflicten vormden een vast onderdeel van het dagelijkse bestaan. En Moskou ondervond op steeds grotere grotere schaal ook economische schade vanwege de grootschalige dubieuze transacties in en rond Tsjetsjenië.
In december 1994 viel Jeltsin de afvallige republiek met het leger binnen in de hoop er binnen de kortste keren de orde te herstellen. Maar er volgde een bloedige en langdurige oorlog die aan beide zijden tienduizenden slachtoffers kostte. De Tsjetsjenen legden al hun onderlinge geschillen bij. Zij trokken hun gevechtstenue aan en vochten gezamenlijk tegen de gemeenschappelijke Russische vijand.
Ook voormalig acteur en minister Zakajev hees zich in het legergroen. Hij vocht mee aan het front bij Oeroes-Martan, eerst als commandant, later als brigadegeneraal. In 1996 werd hij gepromoveerd tot secretaris van de Tsjetsjeense veiligheidsraad. In die hoedanigheid nam hij deel aan onderhandelingen met de Russen. Deze leiden tot het vredesakkoord van Chasavjoert, getekend op 31 augustus 1996 door de Russische generaal Aleksandr Lebed en de toenmalige Tsjetsjeense legeraanvoerder Aslan Maschadov.
Als gevolg van dit akkoord trok het Russische leger zich terug uit Tsjetsjenië terug. Pas in 2001 zou definitief over de status van de republiek worden beslist. In 1997 volgden presidentsverkiezingen, waaraan ook Zakajev deelnam. Hij verloor, Aslan Maschadov werd president. Die benoemde Zakajev in 1998 tot vice-premier. Al snel bleek dat ook deze regering niet kon voorkomen dat de afvallige republiek wederom uitgroeide tot een centrum van criminaliteit en geweld.
In augustus 1999 viel de beruchte Tsjetsjeense veldcommandant Sjamil Basajev met een grote groep rebellen de Russische buurrepubliek Dagestan binnen. Voor het Kremlin was dit de druppel die de emmer deed overlopen. Wederom stuurde het zijn leger naar Tsjetsjenië. De oorlog die toen begon, duurt feitelijk nog steeds voort.
Zakajev nam aanvankelijk ook aan deze oorlog actief deel. Hij vormde een van de Tsjetsjeense commandoleiders en was betrokken bij de verdediging van Grozny begin 2000. Maar hij raakte gewond, volgens sommigen door een auto-ongeluk, en verliet in augustus 2000 Tsjetsjenië.
In 2001 benoemde Maschadov hem tot zijn persoonlijke gezant in het buitenland. Sindsdien heeft Zakajev de halve wereld afgereisd om steun te vinden voor een vreedzame oplossing voor de Tsjetsjeense kwestie.
In oktober 2001 nodigden de Russen hem zelfs in Moskou uit voor vredesonderhandelingen. Hoewel deze tot niets hebben geleid, spraken de Russische autoriteiten over een „constructief gesprek.”
Maar al snel daarna gaven de Russen de Tsjetsjeen als ”gezocht” op bij Interpol. Het Kremlin had de Tsjetsjeense oorlog onderdeel van de strijd tegen het internationale terrorisme verklaard en Zakajev was voortaan een internationaal terrorist.