Dat stelde FNV Bondgenoten maandagmorgen tijdens een discussie over ”de gevaarlijke klant” in Utrecht. De bond meent dat sociale onveiligheid nog te veel wordt gezien als een maatschappelijk fenomeen, waarbij te gemakkelijk alleen naar de overheid wordt gekeken voor oplossingen. FNV Bondgenoten wijst erop dat agressie ook een probleem op de werkplek is. De werkgever heeft volgens de bond dan ook wel degelijk een verantwoordelijkheid te nemen.

„Waarom moet er wel instructie worden gegeven voor het rijden met een vorkheftruck, maar niet voor het omgaan met lastige klanten?” stelt Bondgenoten. Agressie tegen werknemers zou volgens de bond ook meer aandacht moeten krijgen in CAO’s en in zogeheten arboconvenanten, die werkgevers, vakbonden en de overheid met elkaar afsluiten.

Agressie heeft zich volgens de bond uitgebreid naar vrijwel alle werkplekken. „Het maakt tegenwoordig weinig verschil of je een politieagent bent, een conducteur of een verkoopmedewerker.”

Elk bedrijf waarvan de werknemers in direct contact komen met klanten, zou volgens de bond de risico’s daarvan in kaart moeten brengen. Op basis van een risico-inventarisatie kunnen maatregelen worden genomen als het inhuren van beveiliging, cameratoezicht, verminderen van contant geld in kas en het jaarlijks trainen van het personeel.

Ook kunnen bedrijfstechnische en organisatorische aanpassingen agressie voorkomen. Winkelmedewerkers zouden een minder aantrekkelijke prooi voor overvallers zijn als zij niet alleen in de zaak staan. Bovendien moeten bedrijven de communicatie met hun klanten tegen het licht houden, aldus Bondgenoten. Werkgevers moeten zorgen voor een plek waar klanten hun ongenoegen kunnen spuien over de geleverde dienstverlening. Werknemers worden dan misschien minder als kop van Jut gebruikt.