Inkomensverschillen nemen toe
De economische groei van de afgelopen twintig jaar heeft de rijken in de westerse wereld meer opgeleverd dan de armen.
Dat stelt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in een dinsdag gepresenteerd rapport.De inkomensverschillen zijn de afgelopen twintig jaar in meer dan driekwart van de dertig geïndustrialiseerde OESO-landen gestegen.
Sinds het begin van deze eeuw groeiden de verschillen het sterkst in de Verenigde Staten, Canada, Duitsland en Noorwegen. In deze landen nam niet alleen het verschil tussen rijk en arm, maar ook tussen de rijken en de middenklasse toe.
In Nederland veranderde de inkomensongelijkheid in de afgelopen twintig jaar nauwelijks. Inkomens zijn in ons land ook gelijker verdeeld dan gemiddeld het geval is in de dertig landen die lid zijn van de OESO. In Denemarken en Zweden zijn de inkomensverschillen het kleinst.
OESO-topman Angel Gurría waarschuwde bij de presentatie van het rapport voor de toenemende verschillen. „Toenemende ongelijkheid verlamt de sociale mobiliteit tussen generaties, waardoor het moeilijker wordt voor getalenteerde hardwerkende mensen om de beloning te krijgen die ze verdienen. We kunnen de toenemende ongelijkheid niet negeren.”
De inkomensverschillen in de westerse landen groeien volgens de OESO vooral doordat steeds meer laagopgeleide mensen hun baan verliezen. De Parijse denktank roept zijn leden dan ook op armoede vooral te bestrijden met investeringen in meer werkgelegenheid en beter onderwijs.
Volgens het OESO-rapport is de kans dat een arm persoon opklimt naar een hogere inkomensklasse het kleinst in de landen waar de inkomensverschillen groot zijn, zoals in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. In landen met een gelijkere verdeling, zoals de Noord-Europese landen, is de kans om een hogere inkomensklasse te bereiken veel groter.