Leger Venezuela grijpt in bij demonstratie
Het leger van Venezuela heeft zondag met rubberen kogels en traangas een einde gemaakt aan een demonstratie in Caracas. Onder de betogers waren veel families met kinderen. Enkele demonstranten raakten gewond.
De demonstratie was gericht tegen het bevel van president Hugo Chávez om de controle over de hoofdstedelijke politie te laten overnemen door de nationale regering.
Chávez heeft de politie van Caracas direct onder het bevel van zijn regering geplaatst, naar eigen zeggen om een einde te maken aan een zich voortslepend arbeidsconflict tussen aanhangers van de links-populistische Chávez en de burgemeester van Caracas, Chávez’ opponent Alfredo Pena. Pena weigerde echter het bevel over de politie af te staan, waarop Chávez zaterdag het leger naar de tien politiebureaus van de hoofdstad stuurde.
Zondag demonstreerden duizenden mensen op diverse plaatsen in Caracas tegen de overname van de politie. Het leger greep in bij het politiebureau Maripérez, dat de thuisbasis is van een eenheid van de motorpolitie.
De overname van de politie dient volgens Chávez’ critici geen ander doel dan Pena te verzwakken. Pena zelf noemde de overname een staatsgreep en riep de Venezolanen op om op straat „de democratie te verdedigen.” De zeer omstreden Chávez zou moedwillig chaos willen creëren, zodat hij de staat van beleg kan afroepen.
Het hoofd van de politie van Caracas, Henry Vivas, weigert intussen op te stappen, ook al heeft Chávez’ minister van Binnenlandse Zaken, Diosdado Cabello, Gonzalo Sánchez tot nieuwe hoofdcommissaris benoemd. Gonzalo Sánchez heeft alle commissarissen gesommeerd zich te melden voor een gesprek over de overname door de regering, maar in hoeverre zij hieraan gehoor zullen geven moet nog blijken. De werkelijke hiërarchie is niet erg duidelijk meer.
Een vijfentwintigtal pro-Chávez-agenten bezette op 1 oktober een politiebureau om te verhinderen dat burgemeester Pena hen tot pensionering dwong. Volgens de regering van Chávez was dit een teken dat Pena geen greep meer had op de politie en verantwoordelijk was voor de doden en gewonden bij recente botsingen tussen aanhangers van Chávez en de oppositie.
De overname van de politie van Caracas vergroot de politieke spanning rond Chávez’ leiderschap in Venezuela en overschaduwt de inspanningen van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) om te bemiddelen tussen regering en oppositie.
De oppositie eist een referendum waarin de Venezolanen gevraagd zou moeten worden of Chávez moet aftreden. Misdaad, politiek geweld en werkloosheid zijn sterk toegenomen sinds Chávez, die Fidel Castro als een van zijn voorbeelden ziet, is aangetreden.
De oppositie in Venezuela beschuldigt Chávez van machtsmisbruik, een autoritair-populistische regeerstijl en een slechte economische politiek. Ook wordt hij bekritiseerd wegens zijn goede relatie met landen als Cuba, Irak en Libië. De oppositie tegen de president is omvangrijk en bestaat uit werkgevers, vakbonden, alle traditionele partijen, de meeste media, alsook kerken en studentenorganisaties.