De Cubanen werden tien jaar lang door een Cubaans bedrijf en de Cubaanse regering gedwongen om cruiseschepen, tankers en olieplatforms te repareren. Al eerder heeft de rechtbank in Miami flinke schadevergoedingen toegewezen aan Cubanen wiens mensenrechten geschonden zijn.Zo kregen de families van piloten die in 1996 door Cuba uit de lucht zijn geschoten 187 miljoen dollar (ruim 142 miljoen euro). In Miami leven veel Cubaanse bannelingen. Buitenlanders kunnen in de VS een civiele procedure starten voor mogelijke schendingen van internationale mensenrechten. In sommige gevallen is de schadevergoeding uitgekeerd via bevroren tegoeden van de Cubaanse regering in de Verenigde Staten.

In het geval van het bedrijf Curaçao Drydock was de eis gericht tegen het bedrijf zelf. Mogelijk worden tegoeden van het bedrijf in de Verenigde Staten gebruikt voor het betalen van de schadevergoeding. Ook wordt het geld mogelijk van Amerikaanse klanten van het bedrijf geclaimd.

Volgens de drie Cubanen heeft het bedrijf sinds 1991 tussen de vijftig en honderd arbeiders als slaven ingezet. De arbeiders moesten naar Curaçao reizen waar hun paspoort werd afgenomen en ze zestien uur per dag onder gevaarlijke omstandigheden werden gedwongen te werken. In hun eis spreken ze van ’Orwelliaanse repressiemethoden’.

De werklieden werden in militaire barakken gevangen gehouden en ontvingen per maand een loontje waarmee ze nauwelijks eten konden betalen. Een van hun bazen was de neef van oud–leider Fidel Castro

De Cubaanse regering heeft de arbeiders gebruikt om een schuld van 10 miljoen dollar (7,6 miljoen euro) aan het bedrijf in te lossen toen Curacao Drydock in de jaren tachtig een scheepswerf in Havana bouwde. „Cuba had geen geld dus gaf de regering wat ze hebben: gratis slaven”, aldus de advocaat.