Steeds meer Arabische Israëliërs in het leger
Tijdens de eerste negen maanden van 2008 werd een sterke stijging vastgesteld van het aantal Arabisch-Israëlische vrijwilligers in het Israëlische leger. Dat blijkt uit rekruteringscijfers die het leger vorige week aan de Israëlische krant Ha’aretz doorspeelde. De Arabisch-Israëlische gemeenschap fronst de wenkbrauwen.
Volgens Ha’aretz zouden steeds meer Arabische Israëliërs in dienst treden bij het Israëlische leger (Israeli Defense Forces, IDF). De Arabisch-Israëlische jongeren, opgedeeld in bedoeïenen en niet-bedoeïenen, zijn in tegenstelling tot hun Joodse landgenoten niet verplicht tot drie jaar militaire dienst.IDF weigerde accurate cijfers te verstrekken, maar bij de bedoeïenen zouden vijftig tot honderd vrijwilligers meer zijn dan vorig jaar. Volgens een ambtenaar bij de administratie van IDF zal het totale aantal niet-bedoeïense Arabisch-Israëlische jongeren aan het einde van dit jaar 350 bedragen, wat het recordaantal van 2003 evenaart.
De stijging bevestigt een trend die ook te merken is bij de burgerdienst. In de eerste maanden van 2007 waren er onder Arabische jongeren meer vrijwillige rekruten dan in heel 2006. De helft van de vrijwilligers bestond toen uit Arabische Israëliërs, de andere helft uit bedoeïenen en Arabische christenen uit Galilea. De burgerdienst is een alternatief voor de legerdienst en betreft gemeenschapswerk in ziekenhuizen, gemeentehuizen of scholen.
Deze week nog spoorde de Israëlische minister van Binnenlandse Zaken, Meir Sheetrit, het Arabische deel van de Israëlische bevolking nog aan vrijwillig in dienst te treden bij IDF. Tijdens de jaarlijkse conventie van het centrum voor Joods-Arabische economische ontwikkeling zei hij: „Ik geloof dat Ben Gurion een grote fout heeft begaan. Hij jaagde Arabieren het getto in toen hij besloot ze niet toe te laten tot het Israëlische leger.”
Hij vervolgde: „We leven allemaal in hetzelfde land, we zitten allemaal in dezelfde boot. Burgers van Israël moeten gelijkwaardig zijn in elk aspect. De dagen van onze voorvaderen zijn voorbij, we leven in een moderne staat van de 21e eeuw.”
Binnen de Arabisch- Israëlische gemeenschap wordt hevig gediscussieerd over de vrijwillige militaire dienst. Ondanks de door IDF aangeduide stijging zijn de meeste Arabische leiders gekant tegen het idee. „De Arabisch-Israëlische gemeenschap keurt elke vorm van legerdienst principieel af”, zegt Mohammad Zeidan, voorzitter van de Arabische mensenrechtenassociatie in Israël. „De legerdienst wordt door de Israëlische regering gepresenteerd als een voorwaarde voor gelijke rechten”, stelt hij. „Dat is geen persoonlijk standpunt, maar de officiële positie van de Israëlische regering. Ondertussen wordt de afwezigheid van Arabische Israëliërs aangegrepen als reden om geen gelijke rechten te verlenen.”
Zeidans stelling wordt indirect bevestigd door een recente discussie in de Knesset: „Er wordt met het idee gespeeld de burgerdienst verplicht te maken voor alle Arabische Israëliërs”, zegt IDF-reservist Roy Regev uit Tel Aviv. „De regering stelt het plan voor als een manier om een einde te maken aan de discriminatie van Arabische Israëliërs in ons land.”
Hagay Moyal is al 24 jaar in dienst bij het Israëlische leger. Als officier is hij belast met sociale zaken in de bedoeïenenstad Rahat: „Ik geloof niet dat er meer bedoeïenen vrijwillig in dienst treden dan vroeger. Het overgrote deel van de gerekruteerde bedoeïenen komt trouwens niet uit grote nederzettingen, maar uit de niet-erkende kleine dorpjes. Voor hen is de legerdienst een manier om problemen met de autoriteiten te omzeilen.”
Meer dan de helft van alle bedoeïenen (circa 80.000) leeft in 45 niet-erkende nederzettingen zonder basisvoorzieningen in de Negevwoestijn. Deze nederzettingen zijn gebouwd op terrein dat door Israël werd geconfisqueerd. Geregeld worden nederzettingen met de grond gelijkgemaakt, hoewel sommige van deze dorpen ouder zijn dan de staat Israël. De kwestie leidt tot spanningen tussen de Israëlische autoriteiten en de bedoeïenengemeenschap.
„Driehonderdvijftig nieuwe rekruten is niet veel als je bedenkt dat er in totaal 1,3 miljoen Arabische Israëliërs in dit land wonen”, besluit Mohammad Zeidan. „Het Israëlische leger presenteert dit getal alsof het om een groot succes gaat. Er is echter een verborgen agenda: het is een zeer doeltreffende manier om af te rekenen met de Palestijnse identiteit. Het gaat om de Israëlisering van de Arabische gemeenschap. Daarom stellen ze het voor als een grote overwinning.”