Nu individuele onderhandelingen met Syrië en de Palestijnen weinig vorderen, wordt het wellicht tijd om een vredesdeal voor de hele regio na te streven, aldus Barak. Volgens de minister is de Israëlische president Shimon Peres het met hem eens en heeft hij met de beoogde premier, Tzipi Livni, over de kwestie gesproken.Het Saudische vredesinitiatief werd in 2002 voor het eerst voorgesteld. Het biedt pan-Arabische erkenning van Israël in ruil voor Israëlische terugtrekking uit de gebieden die het in 1967 bezette: de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook, Oost-Jeruzalem en de Golanhoogvlakte. De Arabische Liga, waarbij 22 landen zijn aangesloten, stemde er vorig jaar mee in. Israël liet weten bezwaren te hebben, maar wilde het plan wel als uitgangspunt voor discussie accepteren.

Barak maakte gewag van „diepgaande, gezamenlijke belangen” met gematigde Arabische leiders ten aanzien van de beteugeling van de Iraanse nucleaire ambities en beperking van de invloed van Hezbollah in Libanon en Hamas in Gaza.

Het is bekend dat aftredend premier Ehud Olmert en andere Israëlische leiders bepaalde gedeelten van de in 1967 bezette gebieden willen behouden. Ook heeft Israël bezwaren tegen een grootschalige terugkeer van Palestijnse vluchtelingen naar Israël, omdat zo’n terugkeer het joodse karakter van de Israëlische staat zou vernietigen.

Peres pleitte vorige maand in een toespraak tot de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties voor bundeling van de verschillende vredestrajecten. Hij riep daarbij de Saoedische koning Abdullah op het initiatief nieuw leven in te blazen. Peres besprak de kwestie sindsdien met Israëlische, Arabische en westerse functionarissen.

Medewerkers van Livni weigerden commentaar. De Palestijnse onderhandelaar Saeb Erekat zei dat het Saoedische plan niet strijdig is met rechtstreekse Israëlisch-Palestijnse onderhandelingen. Erekat merkte ook op dat Israël het Saoedische plan al in 2002 ernstig had moeten nemen. „Het is het meest strategische initiatief uit de Arabische koker sinds 1948”, zei Erekat.

Joodse kolonisten hebben zaterdag een Palestijnse fotograaf aangevallen, die Palestijnse boeren fotografeerde. De boeren waren op de Westelijke Jordaanoever olijven aan het plukken. Het incident werd door Associated Press gefilmd.

Op de videobeelden is te zien hoe vier Joodse mannen een boomgaard in de stad Hebron betreden. Vervolgens slaan en schoppen zij de fotograaf, Abed Hashlamoun van het persbureau EPA. Een van zijn belagers pakte hem zijn camera af, maar liet die vallen toen een mensenrechtenactivist hem probeerde terug te pakken. Deze vrouw, de 53-jarige Britse Janet Benvie, kon eveneens rekenen op een vuistslag in het gezicht.

Benvie is een van de tientallen buitenlandse en Israëlische activisten die naar Hebron zijn gekomen om plaatselijke boeren te beschermen tegen aanvallen van kolonisten. Die vallen in het najaar regelmatig Palestijnen aan tijdens de olijfoogst.

De oogst is cruciaal voor de plaatselijke economie en benadrukt de verbondenheid van de Palestijnen met het land. Linkse Israëliërs en buitenlanders die voor de Palestijnse zaak vechten begeleiden de olijvenplukkers vaak om hen te beschermen.

Bij de schermutselingen raakte niemand ernstig gewond. Israëlische soldaten maakten al vlug een einde aan het geweld. Het leger verwijt de Palestijnen te beginnen aan de oogst zonder eerst met militairen te overleggen. „Als zij niet eerst overleggen, maar direct gaan oogsten, wordt dat gezien als provocatie”, aldus een woordvoerder.

Over de aanval op de fotograaf liet het leger weten dat „de media moeten begrijpen dat zij een afgesloten militaire zone betreden en dat zij daarmee risico’s nemen.”