Kerk & religie

„Toekomst is aan de vrijzinnigen”

De toekomst is aan de vrijzinnigen, verwacht prof. dr. Meerten ter Borg. De Leidse godsdienstsocioloog meent dat de vrijzinnigheid in Nederland vroeger de toon heeft aangegeven en dat zal blijven doen.

Van een medewerker
20 October 2008 08:43Gewijzigd op 14 November 2020 06:34
Ter Borg: ...invloed groot... - Foto Universiteit Leiden
Ter Borg: ...invloed groot... - Foto Universiteit Leiden

Hij sprak zaterdag de Volzinlezing uit in de Dominicuskerk in Amsterdam. De bijeenkomst trok ongeveer 600, veelal oudere, bezoekers. De lezing was georganiseerd door Volzin, opinieblad voor geloof en samenleving.Met vrijzinnigheid bedoelde de godsdienstsocioloog niet de vrijzinnige stroming in de Protestantse Kerk in Nederland die zo aangeduid wordt. Hij erkende dat die inderdaad aan betekenis ingeboet heeft, maar hij voegde eraan toe dat deze stroming wel eens groter kan zijn dan velen denken. Velen die zich tegenwoordig rekenen tot de middenorthodoxie zouden wel eens tot de vrijzinnigheid kunnen behoren, aldus prof. Ter Borg. Hij pleitte voor het meer vrijzinnig worden van de kerken om te kunnen inspelen op de toenemende pluriformiteit in de samenleving.

Volgens de hoogleraar niet-institutionele religies hebben de kerken hun monopoliepositie verloren en bevinden veel vrijzinnige gelovigen zich buiten de kerk. De nieuwe vrijzinnigheid heeft niet zozeer te maken met een institutie, maar met een mentaliteit. „Het gaat om het hebben van een open, kritische houding ten opzichte van de traditie waarin men nu eenmaal staat, zonder die traditie geheel los te willen laten.”

Die mentaliteit gaat gepaard met tolerantie ten aanzien van andermans traditie. Een vrijzinnige kan vasthouden aan zijn eigen traditie en tegelijk respect hebben voor een vrouw met een hoofddoekje en nieuwsgierig zijn naar de beweegredenen van iemand die hem uit principe geen hand wil geven.

Prof. Ter Borg meent dat deze vorm van vrijzinnigheid oude papieren heeft die terug te voeren zijn op de humanisten Erasmus en Coornhert. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is deze vrijzinnigheid, aldus de hoogleraar, de heersende geestesstroming geworden in Nederland.

De kern van deze traditie stoelt op een familie van onopgeefbare Grieks-Romeinse, joods-christelijke en mogelijk ook oude Germaanse waarden, zoals naastenliefde, universalisme, menselijke waardigheid, vrijheid, gelijkheid, rationaliteit en geloof in God. Ter Borg gaf als voorbeeld dat het geloof in een persoonlijke God wel opgeefbaar gebleken is, maar dat het met de waarde van mensenrechten niet het geval is.

Deze waarden zijn in de loop van de Nederlandse geschiedenis bevochten en zijn het waard om verdedigd te worden. Dat is in de toekomst hard nodig, zo zei de godsdienstsocioloog, die hiermee doelde op de strijd van de vrijzinnigen tegen de cultuurabsolutisten. „Vrijzinnigheid is nodig om met de verschillen van levenshouding om te gaan die kenmerkend zijn voor de chaotische, pluralistische, multipolaire nieuwe orde die de toekomst is.”

Boerka
Prof. Ter Borg kreeg tegengas van dr. Lodewijk Winkeler, hoofd van het Katholiek Documentatie Centrum. „Deze vrijzinnigheid is iets van een elite. Een Ter Borgvrijzinnige heeft een redelijke intellectuele vorming nodig om dingen tegen elkaar te kunnen afwegen en een emotioneel evenwicht dat hem of haar niet bij de eerste de beste boerka in angst en paniek brengt.”

Ook bij de door prof. Ter Borg opgevoerde traditie plaatste Winkeler kanttekeningen. „In welke traditie staat de derde generatie geloofsafval? Waar haalt deze vrijzinnigheid haar traditie en inspiratie vandaan?” Winkeler voelt wel herkenning, maar hij denkt dat de vrijzinnigen de kerk nodig zullen hebben, „anders leidt het tot niets.”

Kritiek kwam er ook van de tweede coreferent, ds. Klaas van de Kamp, algemeen secretaris van de Raad van Kerken. Hij vindt de door prof. Ter Borg gehanteerde definitie van vrijzinnigheid te ruim. „Het is hetzelfde als wat de humanisten zeiden toen de plaatsen voor geestelijk verzorger in het leger moesten worden verdeeld: „Iedereen is humanist, tenzij het tegendeel blijkt.”

Het is volgens ds. Van der Kamp niet zo dat de vrijzinnigen exclusieve rechten hebben in de strijd tegen de cultuurabsolutisten. „Ook de middenorthodoxie en de orthodoxie zien de noodzaak van cohesie in.” De vrijzinnigheid kan volgens hem wel iets toevoegen op specifieke gebieden, zoals het gesprek met de vrijzinnigheid in de islam, het gesprek over homofilie en het Joods-Palestijnse vraagstuk.

De algemeen secretaris gelooft dat instituties nodig zijn om de noden van deze tijd te benaderen en dat alleen een mentaliteit niet genoeg is. „De economische machten zijn te groot om individueel aan te pakken. Als de machten niet collectief worden aangepakt, zijn we aan de (af)goden overgeleverd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer