Wachtlijst voor sociale werkplaats veel korter
De wachtlijsten voor een arbeidsplek in een sociale werkplaats zijn de laatste jaren veel korter geworden. Wachtten eind 1997 nog 22.000 mensen op een arbeidsplaats, momenteel zijn dat er nog maar 6000.
Dat blijkt uit een onderzoek dat de Algemene Rekenkamer donderdagmorgen heeft gepubliceerd over de sociale werkvoorziening. De lange wachtlijsten voor sociale werkplaatsen (sw) waren politiek Den Haag jarenlang een doorn in het oog.
Toch is het maar de vraag of politici blij moeten zijn met de gesignaleerde daling. Die is namelijk vooral tot stand gekomen doordat veel mensen de wachtlijsten hebben verlaten. Wat deze mensen momenteel doen, is niet bekend. Zij zijn in elk geval niet bij sw-bedrijven terecht gekomen. Hoewel de lijsten korter zijn geworden, is de gemiddelde tijd dat iemand op de lijst staat iets langer geworden, namelijk niet meer 20 maar 22 maanden.
Nog altijd stromen mensen met een arbeidshandicap niet door naar gewone banen. Minder dan 1 procent van de 90.000 op sociale werkplaatsen werkzame mensen krijgt na enige tijd een reguliere baan. Het aantal werkplekken bij sw-bedrijven is de laatste jaren iets toegenomen, zij het minder dan door de overheid was bedoeld.
Werkhervatters
In een eveneens donderdag openbaar gemaakt rapport meldt de Rekenkamer hoeveel arbeidsongeschikten opnieuw een baan vinden en die baan ook houden. Uit een enquête naar de reïntegratietrajecten van GAK en USZO blijkt dat 86 procent van de werkhervatters na één tot twee jaar nog steeds aan de slag is. Tot nu toe was het beleidsmakers geheel onbekend hoeveel WAO’ers er opnieuw een baan vonden én die behielden.
Dat er geen betrouwbaar zicht was op de resultaten van reïntegratietrajecten is merkwaardig. Aan dit soort activiteiten wordt jaarlijks minstens 500 miljoen gulden aan publieke gelden besteed. Doelstelling van het beleid is om elk jaar zo’n 50.000 arbeidsongeschikten opnieuw aan werk te helpen.
Volgens de Rekenkamer is staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken te optimistisch als hij stelt dat dit aantal ook gehaald wordt. Hoogervorst baseert zich op het aantal in gang gezette trajecten, maar heeft geen informatie over het aantal uitvallers.