Rotterdam zoekt huisvesting voor zwerfjongeren
Rotterdam telt ongeveer duizend zwerfjongeren jongeren. Veertig van hen slapen nog altijd op straat. Omdat hun aantal toeneemt, is dringend extra huisvesting nodig.
Dat bleek vrijdag tijdens eens conferentie over de problematiek rond zwerfjongeren die door de Rotterdamse Alliantie tegen Armoede (RoSA) was georganiseerd.Voorafgaand aan het jongerenjaar 2009 onderzocht de Rotterdamse sociale dienst hoe instellingen met zwerfjongeren in de stad omgaan. In 2006 constateerde de dienst dat er voor meer dan 400 zwerfjongeren geen bijzondere huisvesting was. De gemeente Rotterdam heeft toen 545 extra opvangplekken ingekocht en het Centraal Onthaal Jongeren opgericht, waar jongeren terechtkunnen met hun vragen.
De Rotterdamse sociale dienst heeft de huisvestingsproblematiek nu opnieuw onderzocht. Onderzoeker Alex Hekelaar stelt dat 613 jongeren een plek hebben in bijzondere huisvestingsinstellingen. Daarin gaat het om jongeren met een lichte verstandelijke handicap, jongeren met ernstige psychiatrische problematiek en tienermoeders.
Voor 182 jongeren is er geen plek, zo bleek. Hekelaar schat dat er dit jaar 152 extra bijzondere huisvestingsplekken nodig zijn. „Voor 2009 zijn dat er 193 en voor 2010 zijn er nog zeker 223 plekken nodig”, zegt hij. Wethouder Geluk voor Jeugd, Gezin en Onderwijs, wil het aantal door de gemeente ingekochte huisvestingsplekken voor zwerfjongeren met 175 extra plekken uitbreiden. Binnenkort beslist de gemeenteraad daarover.
RoSA-directeur Goosen betreurt het dat velen nog altijd met de rug naar deze zwerfjongeren toe staan. „Eigen schuld, dikke bult, hoor ik menigeen over deze jongeren zeggen.” Rotterdam-columniste Carry tekende ooit uit de mond van burgemeester Opstelten op, dat deze jongeren stevig achternagezeten moesten worden. Dan zouden ze volgens hem vanzelf verdampen. „Maar mensen verdampen niet. Geld echter wel”, aldus Carry.
Volgens onderzoeker Hekelaar hebben zwerfjongeren meer behoefte aan praktische ondersteuning en moet er een betere afstemming komen tussen de hulpverleningsorganisaties.