Nederland maakt trans-Atlantische band losser
Traditioneel onderhoudt Nederland goede banden met het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Ook op de militaire inzet in het buitenland had dat zijn weerslag.
Zo werkte Nederland samen met de Britten in Bosnië en was het een van de meest vooraanstaande partners van Amerika bij de luchtaanvallen van de NAVO rond het Kosovoconflict van 1999. Maar ook daarna, door de deelname aan de vredesmacht in Irak en thans, door de samenwerking met Amerikanen en Britten in Afghanistan, volgt Nederland de traditionele lijn van de trans-Atlantische vriendschap.Recentelijk zien we Nederland echter een koers inslaan waarbij Europese samenwerking de prioriteit lijkt te krijgen boven de trans-Atlantische banden. Onlangs pleitte minister van Buitenlandse Zaken Verhagen voor meer geld voor defensie, maar dan vooral ter versterking van een Europese (EU-)interventiemacht. Een andere indicatie voor de versterkte aandacht die de Nederlandse regering schenkt aan veiligheidsbeleid in Europees verband lag in de Troonrede, waarbij in de paragraaf over internationale veiligheid de EU wel maar de NAVO in het geheel niet voorkwam. Toch vreemd voor een land dat dit bondgenootschap altijd aanduidde als de hoeksteen van zijn veiligheidsbeleid.
Georgië als ommekeer
Juist de kwestie Georgië laat die kentering zien van het verleggen van de trans-Atlantische koers naar die van een pan-Europese. Een paar jaar geleden schaarde Nederland zich in de groep van landen, zoals Frankrijk en Duitsland, die Rusland niet tegen het hoofd wilden stoten met een Georgië dat op weg was naar NAVO-lidmaatschap, en die daarom de volgende fase daar naartoe, van geïntensiveerde dialoog, wilden tegenhouden.
Later, waarschijnlijk om de opportunistische reden dat veel andere lidstaten dit wel ondersteunden, trok Nederland zijn bezwaren in. Op de NAVO-top van Boekarest van april dit jaar, maar ook nu, na het Russisch-Georgische conflict, houdt Nederland de boot af bij het toestaan dat Georgië de volgende stap naar NAVO-lidmaatschap zet.
Wederom bevindt Nederland zich in het kamp van Frankrijk en Duitsland, en dus tegenover de groep die wel streeft naar een Georgisch (en Oekraïens) NAVO-lidmaatschap. Die groep bestaat niet alleen uit landen met slechte historische ervaringen met Rusland -Polen en de Baltische staten- maar ook uit onze trans-Atlantische vrienden: Engeland, Amerika en Canada. Het heeft er alle schijn van dat economische belangen debet zijn aan het afbrokkelen van onze trans-Atlantische aanhankelijkheid. Van Duitsland is de link met de Russische energiegigant Gazprom -in de verpersoonlijking van voormalig bondskanselier Schröder- bekend. Maar ook Nederland, met de Gasunie, is een aantrekkelijk contract aangegaan met Gazprom om als verdeelpunt op te treden voor de Russische grondstoffen.
Waarborg
De tijd dat het veiligheidsbeleid van de EU met een korreltje zout moest worden genomen is zeer zeker voorbij. Momenteel voert de EU zo’n twaalf civiele en militaire operaties uit in Europa, Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Daarbij vult de EU de NAVO soms goed aan, bijvoorbeeld door het overnemen van de vredesoperatie in Bosnië, waardoor de Noord-Atlantische alliantie meer troepen kon vrijmaken voor Afghanistan.
De EU-operaties zijn echter doorgaans slechts van beperkte omvang en zitten laag in het geweldsspectrum. De EU is niet in staat grootschalige operaties met een hoge mate van geweld uit te voeren, zoals de NAVO dat bijvoorbeeld doet in Afghanistan en deed in Kosovo en Bosnië. Het Russisch-Georgische conflict is ook aanleiding voor onenigheid tussen EU en NAVO. Zo lijkt de EU zich erin te schikken dat de Russische troepen zich niet terugtrekken tot de posities van 7 augustus, dus buiten Abchazië en Zuid-Ossetië, wat wel was overeengekomen in het zespuntenplan van Medvedev en Sarkozy. De NAVO is furieus over dit toegeven van Brussel aan Moskou.
Scheur
Kortom, weer een scheur in het westerse veiligheidskamp, ongetwijfeld tot groot genoegen van het Kremlin. Met het Georgische conflict is er beroering gekomen in het Westen over de koers die Rusland nu vaart en of ook niet andere landen met een Russische minderheid te maken zullen krijgen met het voormalige Rode Leger. Recente uitlatingen van Poetin over een forse verhoging van het defensiebudget en van Medvedev over modernisering van het kernwapenarsenaal hebben die onrust nog verder aangejaagd. Als gevolg hiervan is binnen de NAVO het thema ”collectieve verdediging” inmiddels weer op de agenda gezet.
Primaat
Maar dan komen we op het kardinale verschil tussen EU en NAVO: collectieve verdediging met een militaire bijstandsclausule -bij het bondgenootschap- terwijl de EU niet verder komt dan vredesoperaties. Zou het niet beter zijn als Nederland terugkeert om de trans-Atlantische band weer als primaat van het Nederlandse veiligheidsbeleid te bezien, of is economisch winstbejag belangrijker dan een robuuste veiligheidsgarantie?
De auteur is Ruslandkundige en is als onderzoeker internationale veiligheid verbonden aan het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael.