Nieuw DNA–onderzoek in strijd tegen misdaad
Minister Hirsch Ballin van Justitie wil het zogeheten DNA–verwantschapsonderzoek inzetten in de strijd tegen de misdaad. Uit dergelijk onderzoek kan blijken of een bloedverwant van iemand wiens DNA is onderzocht de dader van een misdrijf is. De bewindsman heeft donderdag een wetsvoorstel voor advies naar diverse instanties gestuurd.
DNA–verwantschaponderzoek is nieuw in het strafrecht, maar wordt al gebruikt bij het vaststellen van ouderschap en bij gezinshereniging in asielprocedures.De minister wil het in strafzaken alleen onder strikte voorwaarden toepassen. In het wetsvoorstel staat onder meer dat verwantschapsonderzoek aan de hand van de DNA–databank uitsluitend mag plaatsvinden als andere onderzoeksmogelijkheden zijn uitgeput. Er moet dan sprake zijn van ernstige gewelds– of zedenmisdrijven.
Celmateriaal dat op DNA wordt onderzocht, bevat niet alleen informatie over de donor, maar ook over bloedverwanten. Het gaat om erfelijk materiaal dat mensen voor de helft met hun vader en voor de helft met hun moeder delen. DNA–profielen van bloedverwanten komen tot op zekere hoogte met elkaar overeen.
In vergelijkend DNA–onderzoek wordt het profiel van een bekend persoon vergeleken met het profiel dat is gevonden in een spoor van een onopgelost misdrijf, zoals bijvoorbeeld bloed of sperma. Aan de hand van verwantschapsonderzoek kunnen deskundigen vaststellen of het spoor afkomstig kan zijn van een bloedverwante van de onderzochte persoon.