Economie

„Hartelijk dank voor alle voedselhulp”

Alleen dankzij voedselhulp hebben Maria Acan en haar zes kinderen de afgelopen jaren overleefd. Rebellen van het Verzetsleger van de Heer (LRA) zorgden ervoor dat zij in 1997 uit haar dorp in het noorden van Uganda moest vluchten.

Nico van den Berge
16 October 2008 13:34Gewijzigd op 14 November 2020 06:33
KUMI – Een groep Ugandese schoolkinderen kijkt naar de zogenaamde ”Vrij van honger mars”. De mars, georganiseerd door de ngo Action Aid, wil de aandacht vestigen op Ugandese vrou wen, die in veel gevallen hun boerderij moeten verlaten als hun echtgenoten
KUMI – Een groep Ugandese schoolkinderen kijkt naar de zogenaamde ”Vrij van honger mars”. De mars, georganiseerd door de ngo Action Aid, wil de aandacht vestigen op Ugandese vrou wen, die in veel gevallen hun boerderij moeten verlaten als hun echtgenoten

plattekst rafelen (u20,1,0(In een van de ontelbare hutjes in het vluchtelingenkamp Agwayugi, op 30 kilometer afstand van de provinciehoofdstad Gulu, vraagt Maria haar oudste zoon Simon van zeven wat hij vandaag op school heeft geleerd. Met afgebroken stokjes doet Simon zijn moeder de sommen voor die hij vandaag moest oplossen tijdens de rekenles.Maria kijkt geïnteresseerd toe, maar soms moet zoon Simon haar toch echt uitleggen hoe het zit met optellen en aftrekken. Maria is zelf nooit naar school geweest. Pas sinds dit jaar krijgt zij onderwijs in een speciale ouderklas die is opgezet om ouders die niet kunnen lezen en schrijven te helpen bij het opvoeden van hun kinderen.

Maria heeft het als weduwe erg moeilijk. „Nadat mijn man enkele jaren geleden overleed, stond ik er alleen voor. Vroeger, toen we nog in ons dorp leefden, zouden buren en familie me geholpen hebben om te overleven, maar nu is het ieder voor zich.”

De rebellen van het LRA veroorzaken sinds 1986 grote onrust in het grensgebied van Uganda en Zuid-Sudan. De LRA overviel voortdurend dorpen om voedsel te stelen. Bovendien ontvoerden de rebellen duizenden mensen, vooral jongeren en kinderen, om de gestolen goederen te dragen. Veel van de ontvoerde kinderen werden gedwongen om mee te vechten.

Eind jaren negentig werden er zo veel dorpen overvallen dat de regering besloot dat alle 2 miljoen inwoners van het noorden van Uganda hun dorpen moesten verlaten en in vluchtelingenkampen gaan wonen. Vanaf dat moment waren al die 2 miljoen mensen volledig afhankelijk van voedselhulp die door de VN-organisatie World Food Programme (WFP) werd geleverd.

Maria: „In het begin was het echt goed. We kregen zo veel voedsel dat we er een hele maand van konden eten. Na afloop van die maand kregen we weer een nieuwe voorraad voor de volgende maand. Sinds een jaar krijgen we echter steeds minder.”

De reden daarvoor is dat de rebellen zijn verdreven. Het regeringsleger heeft de LRA de grens over gedreven naar het buurland Congo. Daar verschuilen de rebellen zich nu in een afgelegen natuurpark.

De vrede lijkt teruggekeerd in het noorden van Uganda en de regering wil dat de mensen de kampen verlaten en terugkeren naar hun dorpen. Daarom heeft zij het WFP gevraagd de voedselrantsoenen drastisch te verminderen. Op die manier wil de regering de mensen dwingen weer voor zichzelf te gaan zorgen.

De bevolking is er echter nog lang niet gerust op dat de rebellen voorgoed vertrokken zijn. „Ze zitten slechts op een paar dagen lopen hiervandaan”, zegt Maria. „Misschien komen ze terug. Dit deel van Uganda is erg afgelegen. Ik ben nog altijd bang dat er opeens rebellen uit het struikgewas komen die mij willen doden of mij met een mes vreselijk toetakelen.”

Maria krijgt nog steeds elke maand voedselhulp, maar dat is al binnen een week op. Voor de rest van de maand moet zij voor zichzelf zorgen. Net als alle andere vluchtelingen in het kamp, maar Maria is weduwe. „Ik kan in mijn eentje niet voldoende voedsel verbouwen voor mij en mijn kinderen. Iedereen heeft het nu moeilijk, dus krijg ik geen hulp van andere mensen. Als het eten op is, doe ik allerlei klusjes voor iedereen die me ervoor wil betalen. Daarmee red ik het net.”

Maria is dankbaar voor al het eten dat ze heeft gekregen. „De gevers van voedselhulp hebben veel goeds gedaan. Het zou echter langer door moeten gaan voor mensen die net als ik niet goed voor hun kinderen kunnen zorgen. Maar ik denk dat de mensen uit westerse landen die het gegeven hebben, echt alles hebben gegeven wat ze konden missen. Dus daarvoor hartelijk bedankt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer