Veel onduidelijkheid Groningse hiv-zaak
De tweede zittingsdag van de hiv-zaak voor de rechtbank in Groningen heeft meer vragen dan antwoorden opgeleverd.
De verdachten in de zaak, Peter M., Wim D. en Hans J., kunnen zich weinig meer van de seksfeesten herinneren en ook de virologische onderzoeken naar de hiv-besmettingen leveren weinig duidelijkheid op.Het openbaar ministerie hoopte met het bloedonderzoek van viroloog Ben Berkhout van de Universiteit van Amsterdam aan te kunnen tonen dat de slachtoffers door de verdachten met hiv zijn besmet. Maar zowel Berkhout als virologe Anne-Mieke Vandamme van de universiteit van Leuven, die op verzoek van de verdediging een tegenonderzoek verrichtte, kwam tot dezelfde conclusie: „De virusanalyse kan geen daders aanwijzen.”
In de groep van verdachten en slachtoffers zijn twee varianten van het hiv-virus aangetroffen. Maar daaruit kan volgens de virologen niet worden afgeleid wie wie heeft besmet. „Ik kan er geen uitspraak over doen of er sprake is van rechtstreekse besmettingen, omdat een derde of vierde de besmetting ook kan hebben veroorzaakt”, liet Vandamme weten. Van de twaalf hiv-besmette slachtoffers zijn er in ieder geval twee niet besmet door de verdachten, omdat zij een hiv-variant hebben die niet bij de anderen voorkomt.
Bij vijf van de personen, onder wie verdachte Hans J., zijn meerdere varianten van het hiv-virus in het lichaam aangetroffen. „Een zeldzame situatie”, volgens Berkhout. „Dubbelinfecties komen nauwelijks voor. Het is dus zeer waarschijnlijk dat de andere vier de dubbele infecties van Hans J. hebben gekregen, maar zeker is dat niet.”
Het onderzoek kan volgens Vandamme ook niet uitsluiten dat de slachtoffers het virus niet van de verdachten hebben gekregen. Maar daar zou volgens haar ondersteunend bewijs voor moeten worden gevonden. Dat lijkt echter moeilijk te vinden. De slachtoffers hebben geen injectienaalden gezien en kunnen zich door het gebruik van drank en drugs weinig van de avonden herinneren.