Zwijnen krijgen steeds meer biggen
De wilde zwijnen op de Veluwe krijgen steeds meer biggen. Aan het eind van de vorige eeuw kreeg een zeug gemiddeld twee biggen per worp. Nu is dat aantal al opgelopen tot ruim vier en in nationaal park De Hoge Veluwe krijgt een vrouwtjeszwijn bijna zes biggen in één keer.
Dat zegt voorzitter Marcel Vossestein van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Veldbiologie KNNV op de internetpagina van vereniging Het Edelhert. Veldbioloog Vossestein heeft recent een nota over de door hem verwachte ’wilde zwijnenbom’ naar het ministerie van Natuur en de provincie Gelderland Volgens hem raken de zwijnenpopulaties op de Veluwe instabiel door het afschotbeleid. De natuur reageert daarop door de vruchtbaarheid van zeugen te verhogen.Vossestein stelt dat zeugen rond 2015 al ongeveer elf biggen per keer zullen baren, als het beleid niet verandert. De wilde zwijnen worden nu intensief bejaagd, maar hebben tegelijkertijd meer voedsel dan ooit. Dat maakt de zeugen zeer vruchtbaar, terwijl de prikkel om voort te planten door de onrust van het afschieten ook steeds groter wordt.
De KNNV-voorzitter noemt het gehanteerde streefgetal van 860 bosvarkens op de hele Veluwe ’absurd’. „Dat betekent ongeveer twintig zwijnen op een leefgebied ter grootte van tweeduizend voetbalvelden. Maar er is genoeg ruimte voor ongeveer drieduizend dieren”, aldus de bioloog.
In de nota pleit Vossestein ook voor jachtvrije kernen in dichtbeboste gebieden. Dat weerhoudt de populaties er volgens hem van om tuinen en wegbermen kapot te wroeten. Bovendien kunnen de beesten daar rustig leven, waardoor de neiging tot voortplanten bedaart. Wilde bosvarkens krijgen in normale omstandigheden een tot twee biggetjes per jaar.