Kamer kritisch over optreden staatssecretaris
Alle fracties in de Tweede Kamer zijn slecht te spreken over het optreden van staatssecretaris Nijs van Onderwijs. De PvdA-fractie heeft gedreigd met een motie van wantrouwen. De bewindsvrouw heeft beloofd haar leven te beteren.
Tijdens het afrondende debat donderdag over de onderwijsbegroting voor 2003 betitelde PvdA-kamerlid Hamer uitspraken van Nijs als „droevig” en „idioot.” Ook de coalitiepartners waren niet tevreden. Het CDA verweet de bewindsvrouw gebrek aan visie en het VVD-kamerlid De Vries, een partijgenote van Nijs, nam het woord „ongelukkig” in de mond.
Aanleiding voor de kritiek zijn de vele uitspraken van de staatssecretaris over de manier waarop het hoger onderwijs in de komende jaren de bezuinigingen van bijna 350 miljoen euro moet invullen. Nijs heeft gezegd dat studenten een eventuele tweede en derde studies zelf moeten betalen. Ook dertigplussers zouden hun studie helemaal zelf moeten bekostigen.
Verder heeft de bewindsvrouw aangegeven dat de overheid in de toekomst nog maar 30 procent zal betalen van de kosten van het hoger onderwijs, dat het Rijk de masteropleidingen in het hoger onderwijs niet meer zal financieren en dat er voor bepaalde studies een hoger collegegeld komt.
Donderdag nam Nijs onder zware politieke druk al deze uitlatingen terug door te zeggen dat ze alleen zijn bedoeld als bijdrage aan een discussie over de toekomst van het hoger onderwijs.
Ook tijdens het debat over de onderwijsbegroting schiep Nijs mist, met name over het bereiken van overeenstemming met het hoger onderwijs over de concrete invulling van de bezuiniging van 36 miljoen euro voor volgend jaar. Volgens de bewindsvrouw is afgesproken dat de instellingen zelf bepalen hoe ze de bezuiniging invullen. Ook zou er met de instellingen fundamenteel zijn gedebatteerd over de toekomstige rol van de overheid in het hoger onderwijs.
De belangenorganisaties in het hoger onderwijs ontkenden een en ander. Onder druk gaf Nijs toe dat er over de toekomstige rol van de overheid nauwelijks is gesproken en dat er over de bezuiniging voor volgend jaar geen overeenstemming is bereikt. De instellingen moeten nu zelf maar uitzoeken hoe ze de geplande korting verwerken.
Nijs beloofde dat ze voorlopig in het openbaar geen uitlatingen zal doen over de toekomst van het hoger onderwijs, maar alleen tijdens besloten overleg met betrokkenen: „Ik blijf discussiëren, maar niet in de openbaarheid.”
Minister Van der Hoeven moest donderdag ook een uitspraak terugnemen. Ze had in een kranteninterview gezegd dat de aangekondigde bezuinigingen in het hoger onderwijs neerkomen op 500.000 euro per instelling. Ze gaf toe dat dit niet klopt. Ze beloofde de Kamer een notitie met de juiste cijfers.