Opinie

Inderdaad 78.000 doden in Kamp Majdanek

Het aantal slachtoffers van vernietigingskamp Majdanek is op basis van historisch onderzoek terecht neerwaarts bijgesteld naar 78.000, legt Johannes Houwink ten Cate uit. Hij reageert op rabbijn Lody B. van de Kamp, die zich zorgen maakt over de aangepaste cijfers (RD van 3 oktober).

10 October 2008 21:19Gewijzigd op 14 November 2020 06:32

Als rabbijn Van de Kamp opmerkt dat de slachtofferaantallen van Kamp Majdanek naar beneden zijn bijgesteld, heeft hij daarin volkomen gelijk. Hij suggereert echter ook dat hier een ideologisch spelletje wordt gespeeld, en dat het gevaar van Holocaustontkenning op de loer ligt.Wat zijn de feiten? Lublin-Majdanek is een voormalig kampterrein van het duivelse Derde Rijk even buiten Lublin. Het was evenals Auschwitz-Birkenau zowel vernietigingskamp als werkkamp. De Waffen-SS heeft het kamp indertijd op stel en sprong verlaten, uit angst voor de Sovjetbevrijders. Het voormalige kampterrein is dus, in tegenstelling tot de vernietigingskampen Belzec, Sobibor en Treblinka, niet met de grond gelijkgemaakt.

Kort na de bevrijding werd in de Verenigde Staten gewag gemaakt van 1,5 miljoen slachtoffers in Majdanek, uit propagandistische motieven, om de wereld te attenderen op de misdaad die hier was gepleegd. Later werd er in Polen gesproken van 360.000 doden, maar ook die schatting was op geen enkele historische bron gebaseerd. Het standaardwerk van Raul Hilberg over de Holocaust vermeldde dan ook al in 1985 voor Lublin een geschat slachtofferaantal van ongeveer 50.000 Joden.

Na de val van de Muur in 1989 werd het ook in Polen mogelijk serieus onderzoek te doen, en het is de verdienste van de wetenschapper Tomasz Kranz dat hij dat heeft willen doen. Kranz kwam tot de door de bronnen geschraagde conclusie dat in Lublin-Majdanek ongeveer 78.000 mensen zijn vermoord, van wie 60.000 Joden en 18.000 niet-Joden.

Hij gebruikte daar twee soorten bronnen voor. Enerzijds de geschreven bronnen uit het kamparchief zelf, wat uitgebreidere registraties van de sterfte dus. Maar die hebben voor een deel alleen betrekking op de niet-Joden.

Bijgesteld
Van de Joodse slachtoffers werden gedurende langere tijd alleen de aantallen bijgehouden. In 2000 werd een bericht voor publicatie vrijgegeven dat in de oorlog door de Britse geheime dienst was onderschept en gedecodeerd. Het gaat hierbij om het radiotelegram dat op 10 januari 1943door SS-Sturmbannführer Hermann Höfle in Lublin werd opgesteld en verstuurd. Het werd op 10 januari 2002 in het Duitse weekblad Die Zeit wereldkundig gemaakt door de historici Peter Witte en Stephan Tyas.

Daaruit blijkt dat in 1942 in Belzec 434.508 Joden werden vermoord, in Treblinka 713.555, in Sobibor 101.370 en in Lublin 24.733. De centrale plaatsen in de vernietiging werden dus ingenomen door Treblinka en Belzec.

Dit heeft consequenties, ook voor de schatting van het aantal slachtoffers van Sobibor bij voorbeeld. Die schatting is door de kenner bij uitstek, dr. Jules Schelvis, onlangs terecht bijgesteld tot ruim 170.000, te weten 100.000 in 1942 en 70.000 in 1943.

Voor Lublin-Majdanek, een kamp met een verhoudingsgewijs beperkte capaciteit tot vernietiging, komt Kranz via ingewikkelde maar overtuigende berekeningen tot een schatting van 35.000 Joodse slachtoffers in 1943. En natuurlijk moet het cijfer van Höfle over 1942 daarbij worden opgeteld, plus de schatting van Kranz over de sterfte van de niet-Joden, wat het totaal op 78.000 brengt.

Dit zijn de feiten, die ook rabbijn Van de Kamp desgewenst zonder veel moeite had kunnen achterhalen.

De auteur is hoogleraar Holocaust- en genocidestudies aan de Universiteit van Amsterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer