Steun voor aanpak oorlogsmisdadigers
De Tweede Kamer steunt het beleid van staatssecretaris Albayrak om vluchtelingen die worden verdacht van oorlogsmisdaden snel strafrechtelijk te vervolgen of uit te zetten.
Dat bleek donderdag tijdens een overleg in de Tweede Kamer over de zogeheten 1F’ers, de van oorlogsmisdaden verdachte vluchtelingen.De komende maanden krijgen politie en justitie extra mankracht om de vermeende oorlogsmisdadigers op te sporen en te vervolgen. Zo gaat bij het openbaar ministerie het aantal officieren omhoog van vijf naar tien en krijgt het rechercheteam dat zich bezighoudt met internationale misdrijven tien extra rechercheurs.
De afgelopen tien jaar zijn ongeveer 700 asielzoekers, voornamelijk uit Afghanistan, bestempeld als 1F’er. Deze vermeende oorlogsmisdadigers komen volgens artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning.
PvdA, SP, GroenLinks en ChristenUnie zeiden donderdag te vrezen dat sommige 1F’ers „in niemandsland blijven zweven”; dat ze geen verblijfsvergunning zullen krijgen en ook niet worden uitgezet, omdat het in het moederland te onveilig is. Maar het lukte de fracties niet om een alternatief aan te dragen.
Uit deze week gepubliceerde cijfers blijkt dat de afgelopen anderhalf jaar twee 1F’ers gedwongen zijn uitgezet. Twee andere vermeende oorlogsmisdadigers zijn vrijwillig en met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) naar hun moederland teruggekeerd.