Dat heeft de minister de Tweede Kamer donderdag laten weten. De Kamer wilde juist bredere toegang tot het dossier, dat bedoeld is om informatie over een kind beter uit te kunnen wisselen.Rouvoet had daar een hard hoofd in, maar beloofde het te laten uitzoeken. Nu uit dit onderzoek blijkt dat andere hulpverleners daar niet op zitten te wachten, ziet de minister af van verbreding van het dossier.

Volgens Rouvoet geven bijvoorbeeld medewerkers van jeugdzorg, politie en justitie juist aan dat ze informatie over een probleemjongere liever uit de mond van een jeugdarts vernemen, dan vanaf een computerscherm. Het laatste zou eerder tot misverstanden kunnen leiden.

Om contact met elkaar op te kunnen nemen zouden hulpverleners graag willen weten of er op andere terreinen ook nog mensen met een probleemjongere bezig zijn. Daarom wil Rouvoet de zogeheten verwijsindex gaan aanpassen. Dat is een computersysteem dat een alarmbel laat afgaan bij alle aangesloten instellingen als er op twee of meer plaatsen blijkt dat een jongere op het verkeerde pad terechtkomt.

De minister wil nu dat de instellingen straks ook kunnen zien welke andere hulpverleners zich allemaal tegen een kind aan bemoeien. Ook moet de verwijsindex informatie gaan leveren over het gezin van een mogelijke probleemjongere.