In de bewuste boerderij woont de familie Van Ooijen met ongeveer twintig personen. In totaal zijn er vier generaties in het huis ondergebracht. Joop van Ooijen fungeert als woordvoerder. Volgens hem is de tekst bedoeld om te evangeliseren. „Dat doen we ook op straat in de omgeving, al bereiken we daarmee slechts een beperkte groep van vooral moeders met kinderen.” De Van Ooijens wilden echter ook zakenmensen bereiken die met hun auto over de nabijgelegen A15 rijden. „Misschien is een persoonlijk gesprek beter voor evangelisatie, maar ik kan moeilijk op de A15 gaan staan. Zolang de Naam maar verkondigd wordt. Al is het onder een deksel”, aldus de vader van zestien kinderen.Van Ooijen ziet de ophef rond de letters op het dak als positief. „De duivel schiet altijd in zijn eigen voet. De tekst moet verdwijnen, maar uiteindelijk hebben we bereikt wat we wilden: er is aandacht voor het Evangelie.”

Alle goede bedoelingen van de familie ten spijt, de gemeente Giessenlanden vindt de tekst niet in het landschap passen. „Voor elke uiting op een dak, of het nu een jaartal, een kreet of een naam is, moet er een vergunning zijn”, aldus een woordvoerster van de gemeente. „Dit geval is door de welstandscommissie afgekeurd, omdat het niet aan de regels voldeed. Voor het buitengebied geldt dat de oppervlakte niet groter dan 5 procent van het geveloppervlak mag zijn. Deze letters zijn veel te groot. Ook de uitstraling speelt mee. Witte letters op zwarte dakpannen steken veel meer af dan zwarte tekens op een rood dak.” De gemeente wil dat de gewraakte tekst voor 4 november is weggehaald. Elke week dat de tekst langer te zien is, kost het de familie 500 euro boete.

Van Ooijen vindt het droevig dat de tekst op het dak moet verdwijnen. „Het is diep triest. Mensen sluiten de ogen voor de werkelijkheid. De blijde boodschap wil men niet meer horen.” De familie wacht tot laatste moment met het weghalen van de dakpannen. „Tot 3 november laten we de tekst op het dak zitten. Dan halen we de letters weg. Het gezag moet je gehoorzamen. Dus als het moet dan moet het. We kijken overigens nog wel met een advocaat naar juridische mogelijkheden.”