„Het geloof kan van rijst nasi maken”
Het werd vooral een Indonesisch onderonsje, gistermiddag in de Christus Triumfatorkerk in Den Haag. Moslimzanger Emha Ainun Nadjib leek in zijn element. „Een fanatieke moslim is als een harde, ongekookte rijstkorrel. Het gaat er in het geloof om dat we van rijst nasi maken.”
De Christus Triumfatorkerk is gebouwd in 1955. In een tijd dat het nog goed ging met de kerk. Het gebouw stáát er echt: hoog, breed, ruim. Aan de wand in de hal een bij de bouw aangebracht tekst uit Hebreeën 10: „Laat ons de onwankelbare belijdenis der hope vasthouden…”Binnen in de grote kerkzaal heeft de Indonesische zanger Emha Ainun Nadjib met zijn orkest inmiddels plaatsgenomen op het podium voor de kansel. Precies onder het metershoge ijzeren kruis dat reikt tot aan het dak.
Aart Verburg van het Hendrik Kraemer Instituut in Utrecht vertaalt de woorden van Emha uit het Indonesisch in het Nederland. Eigenlijk is dat amper nodig, want onder de ruim dertig aanwezigen zijn er maar enkelen die geen Indonesisch verstaan. De aftrap van de tournee van Emha Ainun Nadjib, georganiseerd door de Protestantse Kerk in Nederland en ook in die kerk fel bekritiseerd, wordt dan ook vooral een Indonesisch onderonsje.
Emha Ainun Nadjib legt voor het miniconcert uit hoe hij als moslim in het leven staat en hoe hij denkt over geloven. Geloven is voor hem vooral een manier om je veilig te voelen. Moslims die een Jihad zeggen te voeren, zijn volgens Emha mensen die „de rijstkorrel al opeten terwijl hij nog hard en niet gekookt is.” Het woord „samen” komt steeds weer terug in zijn teksten. Samen leven, samen praten, samen nadenken over geloven.
En dan is er muziek. Het orkest zet het Hollandse ”Altijd is Kortjakje ziek” in. De aanwezigen genieten zichtbaar.
Tijd voor discussie, zo geeft het programma aan. Emha Ainun Nadjib spreekt opnieuw over het belang van een dialoog tussen godsdiensten. „Niet iedereen die Arabisch spreekt, is een moslim. In Libanon bidden en zingen de christenen ook in het Arabisch. Je moet goed luisteren en niet te snel oordelen.”
En het woord Jihad waar het westen zo bang voor is? „Dat betekent niet in de eerste instantie ”heilige oorlog” maar ”strijd om te overleven””, meent Emha. En die strijd is in allerlei verschillende zaken nodig. „Overleven en bidden of God de rijstkorrel gaar wil maken.”
Vragen uit de zaal zijn er eigenlijk niet. Een dame zegt in het Indonesisch dat ze geweldig blij is dat ze er vanmiddag bij mag zijn. Een ander vraagt of Emha met zijn orkest het Indonesische ”Gebed van een moeder” wil zingen en spelen. Maar uitgerekend dat lied kent hij niet.
Het publiek mag vervolgens kiezen uit een viertal verschillende liederen. Hollandse en Indonesische. Maar kiezen is er vanmiddag niet bij. „Jullie zijn net als de mensen in Indonesië”, lacht Emha Ainun Nadjib. „Als je daar aan de mensen vraagt of ze koffie, thee of iets anders willen, zeggen ze: doe maar koffie, thee en iets anders.”
Het publiek in de Triumfatorkerk krijgt dan ook alle vier de liederen te horen. Als laatste is er een lied dat gezongen wordt door de vrouw van Emha en dat aangekondigd wordt als het lied van een Libanese christen.
Maar eerst wil het Indonesische orkest nog even laten horen dat ze in korte tijd behoorlijk wat kennis hebben opgedaan van de Nederlandse muziekcultuur. De klanken van de hit ”Heb je even voor mij” van volkszanger Frans Bauer waaieren door de kerkzaal. De teksten klinken in een mengelmoes van Indonesisch en Nederlands. Het plezier bij de aanwezigen is er niet minder om.
Het eerste veelbesproken optreden van Emha en zijn gamelan-fusion band Kiai Kanjeng, mede mogelijk gemaakt met geld van de Europese Unie en de stichting Kerk en Wereld, zit erop.