Bos: Verhouding met Belgen niet verstoord
De uitspraak van minister Bos van Financiën dat het losweken van de Nederlandse onderdelen uit Fortis bedoeld was om besmetting door de rest van het concern te voorkomen, heeft de relatie met België niet verstoord.
Bos zei woensdag in de de Tweede Kamer dat hem in contacten met Belgische bewindslieden niets van enige onmin is gebleken. „De verhouding is uitstekend".In het weekeinde bestempelde de Belgische premier Yves Leterme de woorden van Bos als „ongelukkig", omdat die suggereerden dat Nederland België een kunstje had geflikt. Leterme nam contact op met zijn Nederlandse ambtgenoot Jan Peter Balkenende. De Belgische media haalden de afgelopen dagen fel uit naar Bos. Ook een meerderheid van de Tweede Kamer plaatste woensdag vraagtekens bij diens formulering.
Volgens Bos heeft Nederland „een faire prijs" betaald voor Fortis–Nederland en ABN Amro. Met de overeenkomst is Fortis in een „rustig vaarwater" gekomen, zei hij. De minister kon echter niet garanderen dat er „geen lijken meer uit de kast zullen vallen".
De Nederlandse regering betaalde vorige week 16,8 miljard euro voor ABN Amro, Fortis Bank Nederland en de verzekeringspoot van Fortis. Deze ingreep kwam enkele dagen nadat Nederland een belang van 49 procent had genomen in de Nederlandse Fortis–onderdelen. Volgens Bos was de nationalisatie nodig omdat Fortis dreigde het eind van de week niet te halen.
De Kamer steunt de nationalisatie van de Nederlandse Fortis–onderdelen in hoofdlijnen. Wel toonde zij zich overvallen door de in het diepste geheim voorbereide operatie. Diverse fracties drongen erop aan de Kamer voortaan eerder vertrouwelijk te informeren. Volgens GroenLinks zou dat kunnen door een speciale Kamercommissie in te stellen, die achter gesloten deuren bijgepraat zou kunnen worden.
Bos beloofde binnen enkele weken met een voorstel te komen hoe het kabinet in de toekomst zal omgaan met dergelijke situaties. Maar het instellen van een commissie of het in een vroeg stadium op de hoogte stellen van de fractievoorzitters wijst hij af.
Het lijkt hem „niet verantwoord" om een groep van zo’n twintig personen tijdens lopende onderhandelingen te informeren. Daarmee zou de onderhandelingspositie van het kabinet ondergraven kunnen worden. Ook is het gevaar van het lekken van koersgevoelige gegevens te groot.
De SP drong aan op een parlementaire enquête over de kredietcrisis. Volgens Kamerlid Ewout Irrgang moet het horen van getuigen onder ede duidelijk maken „hoe dit in godsnaam heeft kunnen gebeuren en wat het antwoord moet zijn". Irrgang kreeg echter onvoldoende steun voor zijn voorstel.