Zelf voor weerprofeet spelen
Titel: ”Het kleine weerboek”
Auteur: Alan Watts
Uitgeverij: Hollandia BV, Haarlem, 2008
ISBN 978 9064 104 671
Pagina’s: 64
Prijs: € 14,90.
In Nederland is het weer doorlopend wisselvallig met sprongen in temperatuur, luchtdruk en neerslag. De meeste Nederlanders zijn geen weerprofeet, maar willen best iets meer weten over het voorspellen van weer. Wie gaat zeilen, fietsen, vissen, grasmaaien of de was ophangen, wil graag weten of het droog blijft. Blindvaren op het weerbericht van het KNMI is riskant; het weer kan immers plotseling omslaan.
Alan Watts doet een poging het inzicht in het weer te vergroten. In ”Het kleine weerboek” verbindt hij 24 kleurenfoto’s van de meest voorkomende wolkenluchten aan de daarbij verwachte weersverandering. Door de foto’s te vergelijken met het actuele wolkenpatroon, kan de lezer voorspellen welk weer er op komst is. Dat is handig als buienradar even niet beschikbaar is, tijdens fietsen, vissen of zeilen.
Als er bijvoorbeeld donkere bewolking aan komt die uitgestrekt is van laag tot heel hoog, met een platte bovenkant -een aambeeld- dan onweert het binnen een halfuur. Andere verschijnselen die deze voorspelling versterken, zijn plotselinge windvlagen en een sterke temperatuurdaling. Het is verstandig om dan zo snel mogelijk een schuilplaats te zoeken.
Een vergelijking van de richting van de wind met die van de wolken is ook een betrouwbare manier om weersverandering te voorspellen. Watts legt de meteorologische achtergrond daarvan bekwaam uit aan de hand van een weerkundige grafiek, maar op de argeloze lezer kan dit onderdeel overkomen als een moeilijke wiskundesom.
Voor het gerief van de gebruiker zijn de zichtbare kenmerken van de windsterkte, zowel te land als ter zee, overzichtelijk weergegeven. Bruikbaar voor watersporters is dat de bijbehorende windsnelheid niet alleen in kilometer per uur, maar ook in knopen vermeld staat.
Watts schuwt vaktermen niet: Ooit gehoord van een ”orografische bui”? Gelukkig worden de meeste uitgelegd in een verklarende woordenlijst. Een orografische bui bijvoorbeeld ontstaat als een regenwolk tegen een helling opklimt.
Het vraagt ongetwijfeld enige inspanning om het identificeren van wolktypen onder de knie krijgen, maar de schrijver helpt daar wel bij. Hij geeft herkenningspunten voor de opbouw, de naamgeving en enkele eigenschappen van de soorten wolken.
In de praktijk is het nog best lastig om met behulp van deze kleurenfoto’s het wolkenpatroon te bepalen. Veel plaatjes lijken op elkaar en een beetje achtergrondkennis is wel handig om een voorspelling te kunnen doen.
Eenzijdig
Een aantal foto’s uit het boek kan maar net meekomen met de kwaliteitseisen van vandaag. Sommige zijn mogelijk afkomstig uit de eerste uitgave van 1967 en later gedigitaliseerd. Die zien er behoorlijk korrelig uit, wat ten koste gaat van de scherpte. Ondanks dat de eerste druk veertig jaar geleden verscheen, is de inhoud van het boek niet echt aan veroudering onderhevig. De wolkenluchten zijn dat namelijk ook niet.
Vergeleken met andere weerboeken is de benadering van Watts handzaam. Maar doordat weersverandering vrijwel alleen zijn gekoppeld aan wolkentypen, is het boek ook tamelijk eenzijdig. Overigens komt dit natuurlijk de wereldwijde verkoop ten goede, want wolkentypen verschillen wereldwijd niet zo veel.
Van het boek zijn inmiddels zo’n 750.000 exemplaren in allerlei talen verkocht. In Nederland zal best vraag zijn naar dit boek, in ieder geval meer dan in Spanje of Portugal. Daar schijnt de zon. Vrijwel elke dag.