Dat zegt Lex Schruijer van het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra vanmorgen desgevraagd. Nederland telt volgens de zegsman vele honderdduizenden woningen die op het gebied van brandveiligheid te wensen overlaten.Het gaat veelal om huizenblokken die tussen 1950 en 1970 zijn gebouwd. Deze kennen een constructie waarbij de scheidingsmuren tot het plafond van de zolder doorlopen. Tussen de zolder en het dak ontstaat zo over de hele huizenrij een aaneengesloten loze ruimte. Een brandhaard breidt zich op deze manier gemakkelijk over het blok uit.

Afgelopen weekend gingen in Zaanstad tien woningen in rook op vanwege de brandgevaarlijke bouwconstructie. In augustus van dit jaar raakte door dezelfde oorzaak in Hoofddorp een complex van dertien huizen in brand.

Overheid en woningcorporaties zouden mensen vaker moeten wijzen op het gevaar van deze bouwwijze, vindt Schruijer. Veel mensen beseffen volgens hem niet dat hun huis een dergelijke constructie kent. „Er wordt absoluut te weinig gecontroleerd en gehandhaafd door gemeenten en corporaties. Misschien dat berichtgeving over de brand in Zaanstad ze aanspoort tot actie.”

In het Bouwbesluit 1992 is vastgelegd dat alle vanaf dat moment te bouwen woningen een brandwerendheid van zestig minuten moeten hebben. Dat betekent dat een woningbrand binnen een uur niet mag overslaan naar belendende percelen. De al bestaande huizen moesten voldoen aan een brandwerendheid van twintig minuten. Het was niet haalbaar voor deze woningen ook de zestigminutenlimiet in te voeren.

Volgens Schruijer wordt er echter vaak niet op toegezien dat huizen aan deze normen voldoen. Vooral particuliere woningbezitters besteden liever aandacht aan een goede ventilatie en airconditioning dan aan brandveiligheid. Behalve overheid en corporaties dragen bewoners zelf ook verantwoordelijkheid, vindt de Nibrazegsman. „Je kunt een hoop ellende voorkomen door de vaak brand veroorzakende cv-ketel en wasdroger goed te onderhouden. Klus met soldeertangetjes bij voorkeur niet op zolder. Hang uiteraard rookmelders op in huis.”

Reparatie van de brandgevaarlijke woningen ligt volgens Schruijer niet voor de hand. „Met eventuele verbouwingen zijn flinke kosten gemoeid. Iedere eigenaar is zelf verantwoordelijk voor de aanpassingen in zijn huis. Voor de particuliere huizenbezitter lopen de kosten flink op; het gaat om duizenden euro’s. Er is op korte termijn weinig verandering te verwachten.”