Zaaitijd
„En te middernacht geschiedde een geroep: Zie, de bruidegom komt …”
Mattheüs 25:6O, dwaasheid boven alle dwaasheid is het dat de mensen nu niet zaaien. Ja, hij wordt door ons voor dwaas gehouden, die de zaaitijd laat voorbijgaan en daarna de vruchten verwacht. Hoeveel te dwazer is hij die niet in deze levenstijd zaait, daar het niet mogelijk is hiernamaals te zaaien.
Ach, hoe behoren wij de vermaning van de apostel Paulus ons ter harte te nemen als hij zegt in Galaten 6:7: „Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien.” O, het is de allergrootste dwaasheid dat de mensen nu met bladeren van woorden en belijdenis tevreden zijn. Wat zullen toch die uiterlijke dingen kunnen helpen? Heeft niet onze Zaligmaker de vijgenboom vervloekt toen die alleen maar bladeren had? Heeft dat niet plaats gevonden om ons te waarschuwen, die alleen met woorden tevreden zouden zijn? Eens zal uw dwaasheid openbaar worden en met wat een pijniging en kwelling, want de zodanigen zullen in het vuur geworpen worden.
Wanneer u zult weigeren wanneer u geroepen en genodigd wordt, zal de Heere in uw verderf lachen. Hij zal spotten wanneer uw vrees komt. Maar hoe heerlijk, de christenziel zal op de dag van het oordeel de roem en eer van Gods kinderen geopenbaard worden in het oordeel over de wijze maagden.
Wilhelmus Smetterus, predikant te Buyrick
(Zions wijze en dwaze maagden, 1677)