Buitenland

Sharon: Palestijnse staat komt er

De Israëlische premier, Ariel Sharon, heeft woensdag gezegd dat Israël zal meewerken aan de vorming van een onafhankelijke Palestijnse staat zodra er een einde is gekomen aan het geweld in het Midden-Oosten. Ook zei Sharon een tegenstander te zijn van het verbannen van de Palestijnse leider Yasser Arafat.

AP
14 November 2002 10:54Gewijzigd op 13 November 2020 23:56

Enkele haviken in Sharons Likud-partij, onder wie oud-premier en kandidaat-partijleider Benjamin Netanyahu, de huidige minister van Buitenlandse Zaken, hebben voorgesteld Arafat de Palestijnse gebieden uit te zetten. De premier ontkende in het interview op de Israëlische televisie overigens dat hij de VS heeft toegezegd Arafat niet uit te zullen zetten. „Wel heb ik aangegeven dat Israël Arafat geen lichamelijk letsel toe zal brengen”, aldus Sharon.

Sharon zei een voorstander te zijn van een politiek akkoord met de Palestijnen, maar gaf aan pas weer aan de onderhandelingstafel plaats te willen nemen als het geweld van Palestijnse zijde ophoudt.

De premier gaf aan dat hij na de verkiezingen van 28 januari graag een nieuwe coalitie met de Arbeiderspartij zou willen vormen. Overigens moet Sharon eerst nog later deze maand Netanyahu verslaan bij de verkiezingen voor het partijleiderschap van Likud.

Het Israëlische leger is de afgelopen nacht met ongeveer dertig tanks het Palestijnse Gaza-stad binnengevallen. Bij de actie, volgens Palestijnse functionarissen de grootste van het leger in Gaza-stad sinds het begin van de tweede intifada, werden ook helikopters ingezet en is volgens ooggetuigen flink geschoten.

Het leger trok enkele buurten in het centrum van de stad in die bekendstaan als ”Hamas-wijken”, de extremistische Palestijnse terreurorganisatie die verantwoordelijk is voor een groot aantal aanslagen in Israël.

Het leger heeft nog geen verklaring afgelegd over de inval, maar de actie is mogelijk een represaille voor de Palestijnse aanslag op een kibboets afgelopen zondag. Daarbij kwamen vijf mensen om het leven.

Israëlische politie- en reddingsdiensten hebben woensdag in Tel Aviv een oefening gehouden, waarbij een aanval met chemische wapens op de stad werd gesimuleerd.

Aan de twee uur durende oefening namen zo’n 950 burgers en een groot aantal hulpverleners en agenten deel. De rampenoefening is volgens de Israëlische autoriteiten gehouden om de bevolking voor te bereiden op een aanval met non-conventionele wapens en om de paraatheid van de hulpdiensten te toetsen.

Na afloop van de oefening, waarbij een aanslag met 100 ton ammonium werd gesimuleerd, verklaarde de Israëlische politie dat de oefening succesvol was verlopen. Het bij de aanslag gebruikte wapen was snel herkend en het grootste deel van de burgers kon in veiligheid worden gebracht, aldus een woordvoerder van de politie.

De Israëlische regering heeft de bevolking de afgelopen maanden herhaaldelijk voorgehouden dat bij een eventuele Amerikaanse aanval op Irak Saddam Hussein mogelijk een vergeldingsaanval op Israël zal uitvoeren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer