In de commissie hebben leden en bestuurders uit de Protestantse Kerk, de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten en het Landelijk Platform van de Pinkster- en Volle Evangeliebeweging in Nederland zitting, zo meldde de Protestantse Kerk maandagmorgen.Voor de dialoogcommissie is vooraf geen exacte doelstelling omschreven, „maar van beide kanten werd de behoefte aan een open dialoog gevoeld.” De leden van de commissie constateerden in een eerste bijeenkomst op 30 september dat de kerken voor een gezamenlijke uitdaging staan in een geseculariseerde wereld. „Daarom is het nodig elkaar beter te leren kennen, vertrouwen op te bouwen en ook heikele thema’s waar verschillend over wordt gedacht en die soms tot vooroordelen over elkaar hebben geleid, met elkaar te bespreken.”

De dialoogcommissie zal vijf keer per jaar bijeenkomen en over twee jaar een voorlopige evaluatie houden. „Te verwachten is dat de achterban van de verschillende leden ook regelmatig over de gesprekken geïnformeerd zal worden.”

Namens de Protestantse Kerk in Nederland bood de toenmalige scriba dr. B. Plaisier in september vorig jaar in het Olympisch Stadion in Amsterdam zijn excuses aan aan de op dat moment honderdjarige pinksterbeweging in Nederland voor de „minachting” waarmee in het verleden soms over pinksterkerken werd gesproken. In een interview in deze krant merkte prof. dr. Cees van der Laan, bijzonder hoogleraar geschiedenis en theologie van de pinksterbeweging aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, vervolgens op dit een „mooi gebaar” te vinden „voor mensen die in het verleden pijn hebben geleden.” Anderzijds, zo merkte hij op, „zijn de kerken ook niet altijd goed bejegend door de pinkstergemeenten. Bepaalde stromingen, zoals de Gemeente des Heeren, waren heel extreem en zetten zich nadrukkelijk tegen de kerken af. Wat dat betreft moet ook de pinksterbeweging vergeving vragen voor haar soms hoogmoedige houding. Dat is in het verleden ook wel gebeurd, op opwekkingsbijeenkomsten.”