„Geen panklare preken voor de gemeente”
De redactie van Postille, een bundel preekschetsen voor predikanten, viert vandaag haar zestigste verjaardag. „De redactie denkt na zestig jaar nog niet aan VUT of pensioen”, aldus voorzitter ds. J. D. T. Wassenaar.
De predikant uit Hellendoorn ziet de toekomst positief tegemoet. „De bundel heeft een oplage van 1000 exemplaren. Dat is lang niet slecht voor een bundel speciaal voor predikanten. We hopen hen nog vele jaren van dienst te zijn.”De bundel fungeert volgens hem als een naslagwerk. „Veel predikanten slaan bij het maken van hun preek de bundels erop na om te zien wat er over de Bijbeltekst geschreven is.”
Dat betekent niet dat de schetsen „op het laatste moment nog materiaal bieden dat met enig kneden, schudden en opwarmen ’panklaar’ zou zijn voor de gemeente”, aldus de hervormde predikant uit Hellendoorn. „Het eigenlijke werk moet door de predikant zelf gedaan worden.”
Het doel van de bundel is een brug te slaan tussen wetenschappelijke en praktische Bijbeluitleg. Predikanten moeten zich door de kerk gesteund weten in het maken van de zondagse preek, zo sprak prof. H. Kraemer in 1940 in een rede bij oprichting van de commissie Kerk en Prediking, waar de redactie onder valt.
De eerste bundel werd in 1938 door ds. J. Koopmans geschreven. De predikant ontdekte bij onderzoek voor zijn proefschrift over Calvijn dat de reformator drukwerkjes met preekaanwijzingen uitgaf. Dat nam ds. Koopmans over.
Hij spande zich in om de Nederlandse Hervormde Kerk een gereformeerd geluid te laten horen. Dat deed hij door collega-predikanten met preekschetsen te ondersteunen bij de preek. Ook schreef hij boeken over de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Tien Geboden. In de oorlog was hij verder een van de weinige predikanten die zich op grond van de Bijbel nadrukkelijk tegen de Duitse bezetter keerde.
In 1940 werd zijn initiatief door de hervormde synode opgepakt, hoewel pas in 1949 de eerste officiële Postille verscheen.
Door de jaren heen kreeg de bundel een breedkerkelijk karakter. Sinds 1968 werken ook theologen uit andere protestantse kerkgenootschappen zoals christelijk gereformeerden en remonstranten mee aan de bundel. Met name de voormalige SoW-kerken leverden veel medewerkers.
Die oecumenische gezindheid ging sommigen te ver. De redactie had na het verschijnen van de eerste uitgaven al uitgesproken dat de bundel de breedte van de kerk moest vertegenwoordigen. Ze eiste van scribenten alleen dat de bijdrage Bijbels moest zijn.
Voor de toekomst moet de redactie het misschien zonder hulp van de kerk doen. De redactie achter Postille kreeg na de kerkvereniging van 2004 van het Protestants Landelijk Dienstencentrum te horen dat ze „gewoon maar” moesten doorgaan met hun werk”, schrijft ds. Wassenaar in de jubileumbundel.
Van 2000 tot 2002 was dr. H. Vreekamp tussenpersoon tussen de redactie en het dienstencentrum. „Nadien hoorde de redactie niets meer vanuit Utrecht. De formele positie van de redactie is niet duidelijk geregeld. We hopen dat de Protestantse Kerk zich verantwoordelijk blijft weten.”
De ontmoetingsdag die de redactie van Postille gisteren zou houden, ging niet door. De belangstelling viel tegen, aldus een teleurgestelde ds. Wassenaar. „Organisaties als Op Goed Gerucht en Passie voor Preken hebben een duidelijker afgebakende achterban. Ik denk dat het daardoor komt.”
De bundel volgt niet het preekrooster van de Protestantse Kerk maar het kerkelijk jaar. „Van Kerst tot Pasen zijn we daar vrij strikt in. Daarna kunnen ook thema’s aan bod komen, zoals de eschatologie. En natuurlijk proberen we binnen vijf jaar niet dezelfde bijbeltekst uit te leggen. Verder bevat elke bundel preekschetsen voor Doop, Avondmaal en belijdenis. Schetsen voor andere bijzondere diensten, zoals diensten voor de bevestiging van ambtsdragers, huwelijksdiensten of bid- en dankdagen worden verspreid over meerdere bundels.”