Kerk & religie

Ecclesia / Geloof in Nederland / Bewaar het Pand

Onder de titel ”Gezongen gezichten - Een Indonesische moslimdichter zingt een kleurrijke samenleving” organiseert de Protestantse Kerk in Nederland vanaf woensdag een tournee voor maatschappelijk activist Emha Ainun Nadjib. In Ecclesia (orgaan van de Stichting Vrienden van dr. H. F. Kohlbrugge) noemt Maarten Neuteboom de kerk „naïef.”

3 October 2008 18:59Gewijzigd op 14 November 2020 06:29
„Soms werd Staphorst bewonderd om zijn gemeenschapsbesef en de rijke tradities van de dorpsbewoners.” Foto RD, Henk Visscher
„Soms werd Staphorst bewonderd om zijn gemeenschapsbesef en de rijke tradities van de dorpsbewoners.” Foto RD, Henk Visscher

„De opening van de concertreeks zal treurig genoeg plaatsvinden in de Haagse Christus Triumfatorkerk, alwaar Emha in Gods huis de lof van Allah en zijn profeet mag bezingen. De PKN doet er het beste aan om snel te stoppen met het ontplooien van naïeve projecten waarin men het opneemt voor de islam.De vraag is sowieso of de PKN wel iets te zoeken heeft in dit gehele debat. Ds. L. J. Geluk schreef in het vorige nummer van ”Ecclesia” een in dit verband interessante recensie over het lezenswaardige pamflet ”Het roer moet om!” van dr. E. P. Meijering. In ”Het roer moet om!” pleit Meijering voor de herwaardering van het reformatorische erfgoed, wil de kerk een eigen boodschap blijven houden te midden van de andere godsdiensten.

Het lijkt er vooralsnog niet op dat de hartenkreet van Meijering is doorgedrongen op het immense Utrechtse hoofdkwartier van de PKN. Waren de protestantse kerken in de jaren zestig actief in de vredesbeweging- en Meijering heeft dit met vele anderen allemaal aan zich voorbij zien komen- inmiddels is dit progressieve en politiek correcte speeltje ingeruild voor het bejubelen van de multiculturele samenleving met als toverwoorden de interculturele en interreligieuze dialoog.

Evenals in de jaren zestig beperkt de boodschap van de kerk zich tot niet veel meer dan een inspelen op wat er in de samenleving rondwaart. Laten we ons er toch van bewust zijn dat de islam in veel opzichten een heel ander karakter heeft dan het christendom. Het is niet voor niets dat er christenen in het Midden-Oosten zijn, die voor de kerken in het Westen bidden, opdat zij staande mogen blijven.

De kerk heeft het Evangelie te verkondigen en dat lijkt mij in het spoor van Groen van Prinsterer nog altijd de beste remedie tegen de ideologische trekken die de islam in haar geradicaliseerde vorm aanneemt.”

Geloof in Nederland
Deze week ging de nieuwe reeks ”Geloof in Nederland” (uitg. Waanders / Museum Catharijneconvent) van start. Het eerste nummer, geschreven door James Kennedy, gaat over „gelovige Nederlanders vanaf de jaren zestig.” Daarin is ook een fragment opgenomen over Staphorst.

„De Staphorsters wezen de buitenwereld af, omdat ze wisten dat ze door buitenstaanders belachelijk werden gemaakt. Dat bleek uit een documentaire uit 2007 van filmmaker en antropoloog van Emily van Rouveroy van Nieuwaal. Soms werd Staphorst bewonderd om zijn gemeenschapsbesef en de rijke tradities van de dorpsbewoners. Terwijl Nederland na de Tweede Wereldoorlog in snel tempo moderniseerde, werd Staphorst een soort museumdorp, waar men kon zien hoe de mensen vroeger leefden en wat ze vroeger geloofden. In Staphorst zagen de Nederlanders hoe ver zij waren verwijderd van de (religieuze) tradities van hun voorouders.

Sinds de jaren zeventig hebben politieke commentatoren gespeculeerd over de ”Staphorster variant”, een kabinet waarin de drie kleine orthodox-protestantse partijen vertegenwoordigd zijn: SGP, GPV en RPF, die veel aanhang in de biblebelt hebben. De Staphorster variant werd werkelijkheid in 2007, toen de ChristenUnie (de fusie van GPV en RPF) met het CDA en de PvdA een kabinet vormde. Was Nederland conservatiever geworden”, of was Staphorst veranderd?

Door de komst van een evangelische gemeenschap begin jaren tachtig veranderde Staphorst. De opwekkingsbijeenkomsten met mannelijke en vrouwelijke voorgangers weken behoorlijk af van de kerkelijke tradities in het dorp. Dat de evangelische beweging zelfs doordrong in het sterkste gereformeerde bolwerk, tekent de kracht van een nieuw soort orthodox christendom in Nederland.”


Bewaar het Pand

Kerkenraden verjongen, signaleert ds. P. Roos in het christelijke gereformeerde blad Bewaar het Pand. Hij wijst op de noodzakelijke inbreng van ouderen in het gemeentelijke leven.
„Het lijkt er soms op dat het pensioen of de VUT niet alleen geldt voor het maatschappelijke, maar ook voor het kerkelijke leven. Dat zou een merkwaardig verschijnsel zijn! Alleen al vanwege het gegeven dat het woord ”ouderling” ”oudste” betekent.

Het ouderlingenambt is tot ontwikkeling gekomen vanuit de kring der senioren binnen de gemeente. In de eerste christelijke tijd vormden de presbyters (oudsten) een aanzienlijke groep in de gemeente, die weliswaar geen ambtsdragers waren, maar die wel stuur gaven aan het schip van de kerk. Hun inbreng was van groot belang. Uit de kring der presbyters heeft zich het ouderlingenambt ontwikkeld; uit hun kring kwamen de episkopoi (opzieners) voort, die ambtelijk leiding gingen geven.

Het latente idee van een kerkelijk pensioen heeft geen goede gronden in de historie. Ook niet in de praktische situatie. Want zaken als ervaring en kennis moeten we toch juist zoeken bij de ouderen. Zij zijn van groot belang in het onderrichten van jongere kerkenraadsleden. Er moet continuïteit met het verleden zijn.

In de gemeente ontmoeten de generaties elkaar. Als van beide kanten stimulansen mogen uitgaan, zal de eenheid tussen de geslachten daardoor bevorderd worden. In Gods Woord liggen de dingen ook gevarieerd. Het is niet zo dat de ene generatie per se boven de andere wordt gesteld. Het is Bijbels om te stellen dat bij de ouden de wijsheid is. Maar tegelijk kan ook gehoord worden dat de jeugd vermaand wordt om niet te zijn als hun vaders. Wij hebben God op ’t hoogst misdaan, wij en onze vaderen tevens.”

Er zijn in Gods Woord ook jonge mensen die ruim begiftigd waren met geestelijke kennis. Denk maar aan Elihu, aan Obadja, aan Jeremia, Timotheus en vele met hen. Om met die laatste naam even verder te gaan: wat had Timotheus de leiding en steun van Paulus nodig. Wat is het goed als hij uit Paulus’ mond de aanspraak mag horen: „mijn zoon”. En wat kan Paulus vanuit zijn ervaring deze jonge broeder veel leren. Hij had van kindsbeen af de schriften geweten, die hem wijs konden maken tot zaligheid. Hoe hebben ook zijn moeder en grootmoeder hem mogen steunen in vragen van geestelijke en praktische aard, terwijl hij van zijn vader, die een Griek was, weinig kon meenemen. Hij werd vermaand om vanuit de profetieën, die hem waren voorgegaan, de goede strijd te strijden en het pand te bewaren.

ln de boeken Spreuken en Prediker treffen we ook een oudere en met wijsheid begiftigde opvoeder aan die telkens spreekt tot zijn zoon. Ook de psalmen spreken ervan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer