Honderd jaar verschil met jongste nazaat
Precies honderd jaar verschil zit er tussen Dien van Roekel-van de Pol uit Veenendaal en haar twee achterachterkleinkinderen Rik en Corné. De tweeling bezocht hun overovergrootmoeder deze week voor haar 106e verjaardag. Daarmee is Van Roekel de oudste inwoner van Veenendaal en van de hele Gelderse Vallei.
De kamer van Van Roekel is deze ochtend leeg. Met haar 106 jaren neemt de hoogbejaarde vrouw nog volop deel aan het huiselijke leven in zorgcentrum De Meent te Veenendaal. Ze is te vinden in de gemeenschappelijke woonkamer van het centrum. De kinderen van mevrouw van Roekel drinken een bakje koffie met hun moeder. In een kring zitten ze in de huiskamer en zijn aanwezig om hun moeder te helpen bij het gesprek.Ook andere bewoners krijgen hier een kopje koffie van de rondlopende verzorgsters. Het is bedrijvig, maar niet druk. „Ik ben zaterdag 92 geworden, dus ik kan ook wel in de krant”, lacht een vrouw.
Op mijn verjaardag, afgelopen dinsdag, zijn we met z’n allen naar de middentuin van de Meent gegaan,” vertelt Van Roekel. „Er was een boel volk. We hebben lekker koffie gedronken met gebak.” Dominee Sloof van het zorgcentrum is ’s morgens langs geweest. Hij hield ter gelegenheid van haar verjaardag een meditatie. Gistermiddag kwam dominee Kaptein uit Lunteren. Van Roekel: „Daar heb ik zo fijn mee gepraat. Hij vroeg: Mag ik nog eens weerkomen? Dat wil ik heel graag. Daarna zongen we psalmen. Vooral ”Dat ’s Heeren zegen op u daal” vond ik erg mooi.”
Dien van de Pol werd op 30 september 1902 in Wekerom geboren. Ze trouwde met Geurt van Roekel en ging in Ede wonen. Daar kregen ze drie kinderen: Jan-Coenraad, Klazien en Evert. Haar man stierf in 1994. Anderhalf jaar heeft ze toen bij haar dochter gewoond, waarna ze verhuisde naar De Meent.
Hoewel de Veenendaalse al wat doof begint te worden, is ze nog steeds oplettend. „Ben je links? Ik zou het niet kunnen.” vraagt ze de verslaggever plotseling tijdens het gesprek.
„Onze moeder is altijd erg oplettend geweest,” vertellen haar kinderen. „Ze was zelfopofferend, gastvrij en zorgzaam voor de medemens. Als er werkers aan de weg bezig waren, had ze altijd een kop koffie voor hen. Ook zocht ze als bezoekdame van de kerk regelmatig zieke mensen op.”
Het nageslacht van Van Roekel breidde zich in de loop der jaren uit. „Hoeveel het er nu zijn? Dat weet ik niet precies, hoor. Het zijn in ieder geval vijf generaties,” vertelt dochter Klazien van Veldhuizen. Er moet wat gerekend worden om uit te vinden dat er acht kleinkinderen zijn. Het aantal achterkleinkinderen wordt lastiger: „Dat zijn er 22, en dan nog twee en zeven erbij is samen 31.” Van Roekel heeft ook elf achterachterkleinkinderen, onder wie de tweeling Rik en Corné.
Van Roekel heeft twee oorlogen meegemaakt. Tijdens de Eerste Wereldoorlog hoorde ze in de verte de kanonnen bulderen, maar verder merkte ze er weinig van. Het leed kwam na het einde van de oorlog: in 1920 stierven haar broer en zus aan de Spaanse griep. „Moeder was zo vreselijk verdrietig. Wij moesten altijd bidden voor het eten, omdat zij dat niet kon. En als ma een keer lachte, hadden we allemaal schik.”
De Tweede Wereldoorlog ging minder opvallend voorbij dan de Eerste. „Ik weet nog dat de mensen vertelden dat de oorlog eraan kwam. Aan de overkant bij de bakker werkten Joden. Als er onraad was, doken ze bij ons onder.” Later werden er bij de Veenendaalse thuis Duitsers ingekwartierd. „Omdat mijn zoon Eep klein was, kregen we allerlei lekkers van de soldaten.”
In 1999 kreeg Van Roekel problemen met haar lever en was ze erg ziek. „We dachten dat ze de honderd niet zou halen, maar gelukkig kwam ze er weer bovenop”, vertelt Van Veldhuizen. Ze houdt zich om leverproblemen te voorkomen aan een streng dieet. „Geef haar een pepermuntje of chocolaatje, ze eet het niet op.”
Zes jaar geleden vierde van Roekel haar honderdste verjaardag. De burgemeester kwam toen voor het eerst en is daarna ieder jaar gekomen.
Met haar 106 jaren is van Roekel nu de oudste Veenendaalse ooit. Ook behoort ze tot de vijftig oudste inwoners van Nederland. De Nederlander met de hoogste leeftijd is 111 jaar.
In het zorgcentrum heeft van Roekel het goed. „Gisteren heb ik nog orgel gespeeld. ”’t Hijgend hert”, met één vinger. Dat vind ik zo mooi.”