Rotterdam breidt supersnelrecht uit
Het openbaar ministerie in Rotterdam breidt het zogeheten supersnelrecht fors uit. Meer verdachten in de sfeer van kleine criminaliteit kunnen binnen drie dagen en vijftien uur voor de rechter worden gebracht.
„We hebben tot nog toe 139 zaken afgehandeld, gemiddeld 25 per maand. Nu gaan we de capaciteit uitbreiden naar twintig per week”, aldus een woordvoerster van het OM.OM en rechtbank zijn zeer te spreken over het supersnelrecht. Hun ervaring druist in tegen een bericht van de Raad voor de Rechtspraak, die in augustus nog liet weten aan minister Hirsch Ballin van Justitie dat de snelle afwikkeling van kleine strafzaken op problemen stuitte.
„Dat bericht heeft ons verbaasd, want wij hebben juist goede ervaringen”, aldus de woordvoerster. „Het is wel zo dat de verdachte akkoord moet gaan met een snelle afhandeling. In de praktijk betekent dit dat het snelrecht vooral werkt met bekennende verdachten.”
Tot nog toe bracht het OM in Rotterdam alleen veelplegers en agressievelingen tegen agenten en andere hulpverleners in het supersnelrecht. Drie dadercategorieën komen erbij: vreemdelingen met valse paspoorten, buitenlanders zonder vaste woon- of verblijfplaats die zich schuldig maken aan zakkenrollen of winkeldiefstal en verdachten van huiselijk geweld.