De boeren krijgen de schuld
Gewone Chinese zuivelboeren zijn het beu om als schuldigen te worden aangewezen in het melkpoederschandaal. „Ze zeggen dat wij melkveehouders het gedaan hebben, hè?” zegt Li, een veehouder met vijf koeien. „Ik zeg je, wij zijn eerlijke melkboeren hier. Wij wisten niet eens wat melamine was voordat dit gebeurde.”
Li woont in het dorp Dabalao, op drie uur rijden van de Chinese hoofdstad Peking. Hier zijn de boeren zo boos op de media dat bijna niemand een interview wil geven. De Chinese staatsmedia berichten al twee weken lang over de een na de andere zuivelboer en managers van melkinzamelstations die worden opgepakt op verdenking van toevoeging van melamine aan verdunde melk. Vier Chinese baby’s zouden aan de gevolgen zijn overleden, en meer dan 50.000 werden ziek. Ze kregen nierproblemen als gevolg van de met melamine vervuilde flessenmelk.Maandag berichtte het staatspersbureau Xinhua dat de politie van Shijiazhuang, waar het in opspraak geraakte zuivelbedrijf Sanlu zijn hoofdkantoor heeft, opnieuw verdachten in het melkschandaal heeft opgepakt. Negentien personen in deze nieuwe groep arrestanten zijn managers van veehouderijen en melkinzamelstations. Volgens de politie ging het om een criminele bende, die werkte met geheime fabrieken die de melamine doorverkochten aan de zuivelindustrie.
Toch zetten tal van experts vraagtekens bij de theorie dat de schuld ligt bij de boeren en melkinzamelstations. Zhou Qing, een Chinese onderzoeksjournalist op het gebied van voedselveiligheid, wijst erop dat melamine relatief duur is. Dat maakt het onwaarschijnlijk dat boeren de stof toevoegen aan melk die niet meer dan 2,5 renminbi (ongeveer 25 eurocent) per kilo oplevert. Ook valt de melamine niet zo maar in vloeistof op te lossen; er moet een derde stof, bijvoorbeeld formaldehyde, aan te pas komen. Dat vereist dus nogal wat chemische kennis.
Daarom is ook Marc de Ruiter, de Nederlandse directeur van een klein zuivelbedrijf in de provincie Shanxi, kritisch. „Ik ben bang dat er op dit moment door de overheid en de bedrijven een zondebok wordt gezocht”, zegt hij. „Er zou absurd veel melamine in de melk moeten hebben gezeten om het gehalte zo hoog te krijgen als werd aangetroffen in de Sanlumelkpoeder. Ook blijkt dat de gewone melk nauwelijks of niet is besmet. Dat soort zaken wijst erop dat het wellicht door de grote producenten zelf is toegevoegd.”
Wie er ook schuldig is, voor de overgrote meerderheid van de veehouders is het een regelrechte ramp. Velen moesten de afgelopen dagen hun melk „aan de kool voeren”, oftewel alles na het melken van de koeien weggooien over hun land. Varkens kregen overtollige yoghurt te eten, en een aantal stedelingen kon voor een prikkie melk direct bij de boer kopen.
Voor de kleine veehouders is dit niet lang vol te houden. „Als deze situatie aanhoudt, moeten we de koeien verkopen”, zegt Li. Veehouders in de omgeving deden dat al, en de prijs die de koeien opbrengen is gedaald van 10.000 yuan (circa 1000 euro) naar 2000 yuan. Dat verlies is gelijk aan een vol jaarinkomen voor Li.
En dat terwijl de veehouderij hem tien haar geleden zo’n mooie kans leek. Hoewel China geen traditie heeft in het drinken van melk, maakte de zuivelsector de afgelopen tien jaar een explosieve groei door. In 1998 startte de Chinese overheid met een nationale schoolmelkcampagne. Reclamecampagnes zorgden ervoor dat ouderen melk gingen drinken voor sterkere botten, dat vrouwen ontbijten met yoghurt voor de slanke lijn en dat Chinezen van alle leeftijden smullen van roomijs in allerlei smaken.
Voor de Chinese melkveehouders, voor het merendeel keuterboeren uit de noordelijke provincies, was de opkomst van de zuivelindustrie een lot uit de loterij. Tien jaar geleden lag hun jaarinkomen rond de 250 euro. Met de overschakeling naar melkveehouderij wisten veel boeren dat inkomen te vertienvoudigen. Tot een jaar of twee geleden, toen grote zuivelfabrikanten als Mengniu en de Olympische sponsor Yili elkaar begonnen weg te concurreren. Die prijzenoorlog betekende ook meer druk op de melkveehouders en de tussenhandelaren voor lagere prijzen. Maar daarmee is nog niet duidelijk wie er nu gesjoemeld heeft met melamine in de melk: de boeren, de inzamelstations of de zuivelfabrikanten.
„Dit soort problemen kun je alleen oplossen als de media de bedrijven en verantwoordelijke autoriteiten aan de kaak kunnen stellen”, zegt Zhou Qing. „Maar in China zijn de media gecontroleerd door de staat. Er zijn geen individuele meningen of onafhankelijke reportages. Alle berichtgeving over het Sanlumelkschandaal komt via het Xinhua Persagentschap.”
De Chinese staatsmedia kiezen ervoor om de boeren en de melkinzamelstations als schuldigen aan te wijzen. Zuivel is in de laatste tien jaar te belangrijk geworden in de Chinese economie om de grote zuivelfabrikanten door dit melkschandaal failliet te laten gaan.