Geen extra bescherming meer voor Tutsi’s uit Congo
Nederland staakt de extra bescherming van gevluchte Tutsi’s uit de Democratische Republiek Congo (DRC). Deze asielzoekers krijgen niet langer automatisch een tijdelijke verblijfsvergunning als ze hierheen komen.
Dat heeft staatssecretaris Nebahat Albayrak van Justitie dinsdag aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer. Vergunningen die al waren verleend, worden opnieuw beoordeeld. Tutsi’s die niet of niet langer hier mogen blijven, moeten terugkeren naar hun land van herkomst. Albayrak zal hen pas uitzetten als ze met de Tweede Kamer heeft gesproken over de verandering van het beleid.De staatssecretaris beëindigt het zogeheten categoriale beschermingsbeleid voor de Tutsi’s op basis van een ambtsbericht van het ministerie van Buitenlandse Zaken over de actuele situatie in de DRC. Daaruit blijkt volgens Albayrak dat de Congolese hoofdstad Kinshasa een verblijfsalternatief is voor mensen uit de gewelddadige gebieden Noord– en Zuid–Kivu en Ituri. De situatie voor Tutsi’s in Kinshasa is „gaandeweg verbeterd".
De staatssecretaris wijst er verder op dat andere Europese landen zoals België, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk geen speciaal beleid hebben voor Congolose asielzoekers. Ook daarom is het volgens haar niet meer nodig Tutsi’s speciaal te beschermen.
De Immigratie– en Naturalisatiedienst (IND) registreerde vorig jaar vijftien eerste asielaanvragen uit de Democratische Republiek Congo. Tot en met juni dit jaar ging het om tien aanvragen.