Cultuur & boeken

Het getuigenis van een ex-Jehovah’s getuige

Titel:

Ds. H. Veldhuizen
13 November 2002 09:34Gewijzigd op 13 November 2020 23:56

”Het koninkrijk dat niet kwam… Autobiografie van een ex-Jehova’s Getuige”
Auteur: Joseph Wilting, uitg. Buijten & Schipperheijn
ISBN 90 5881 058 5
Pagina’s: 208
Prijs: € 14,50. Een boek van een ex-Jehovah’s getuige over zijn uittreden uit de organisatie is men geneigd met een zekere scepsis te lezen. Heel gemakkelijk kan de schrijver zich afzetten of bepaalde gebreken uitvergroten. Dat is niet het geval met het boek ”Het koninkrijk dat niet kwam… Autobiografie van een ex-Jehova’s Getuige”. Het is een bewogen verhaal van iemand die gedurende veertig jaar een toegewijd lid was van het Wachttorengenootschap en ten slotte met dat genootschap brak.

De auteur, Joseph Wilting, werd geboren in een rooms-katholiek gezin waarvan de ouders door omstandigheden een negatief beeld van de maatschappij hadden. Vanaf zijn vijfde jaar werd hij enige jaren lang door verschillende mannen seksueel misbruikt. Op school kon hij mede daardoor zijn gedachten vaak moeilijk bij de les houden. Dikwijls spijbelde hij. Dit alles, vermeerderd met negatieve ervaringen met de kerk, bracht Wilting ertoe zijn heil te zoeken bij de Jehovah’s Getuigen.

Hier werd hij allervriendelijkst ontvangen. Hij sloot zich bij hen aan en bracht het zowel in ons land als in Noorwegen, waar hij afwisselend woonde, tot ouderling en later tot president-opziener.

Twijfel
Het is onthutsend om te lezen hoe er vanaf het begin twijfel bij hem leefde, maar dat hij daarover op geen enkele manier met andere getuigen kon praten. IJverig moest hij langs de deuren gaan en voor Jehova werken. „Je zult je vreugde terugkrijgen als je je door Jehova’s organisatie laat leiden, de lectuur van het Wachttorengenootschap grondig bestudeert en aan alle vergaderingen deelneemt”, kreeg hij te horen.

Daarbij kwam dat hij niet uit de weg kon met wat er werd geleerd over de grote slag bij Armageddon, die het einde van het huidige bestel en het begin van Jehova’s grote vrederijk zou inluiden. Steeds werd het jaartal verschoven, maar inmiddels beheerste de gedachte aan Armageddon vele getuigen. Trouwen of, als men getrouwd was, kinderen verwekken, een huis kopen of een studie in het voortgezet onderwijs volgen, vlak voordat Armageddon voor de deur stond, raadde de leiding af. Na Armageddon zou alles goed komen en zou men voor zijn streven worden beloond.

Onthutsend zijn ook andere ervaringen die Wilting opdeed. Hij nam deel aan een aantal zogenaamde ’rechtszaken’ tegen getuigen die bijvoorbeeld een verjaardag of een nationale feestdag hadden gevierd of een kerk hadden bezocht. Uitsluiting van een lid betekende dat men geen enkel contact meer met hem mocht hebben, al was het eigen zoon of dochter. Betrof het ongehoorzaamheid van eigen man of vrouw, dan werd dikwijls echtscheiding aangeraden.

Zelfmoordplannen
De schrijver raakte door dit alles in grote psychische moeilijkheden. Herhaalde malen liep hij met zelfmoordplannen rond. Zijn dochter, eveneens Jehovah’s getuige, deed driemaal een poging tot zelfmoord en moest in een psychiatrisch ziekenhuis worden opgenomen. In die periode ondervond ze geen enkel meeleven van mede-Jehova’s getuigen. „Toen ik een lijst maakte van de gemeenteleden werd duidelijk dat ongeveer zeventig procent van hen kleine of grotere psychische problemen had”, aldus Wilting.

Na een lange zoektocht brak hij met de organisatie. Het is ingrijpend wat Wilting daarover schrijft: alles om hem heen viel in duigen. Familieleden en vrienden vielen weg. Wie uittreedt uit de organisatie van Jehovah’s Getuigen komt dikwijls terecht in een geestelijk niemandsland. Maar hij vond veel terug: de genade van Jezus Christus. Dat werd voor hem de grote bevrijding.

Bij de Jehovah’s Getuigen moet men „hard werken aan de verlossing”, zegt de schrijver. Het begrip ”genade” is voor hen onbekend. Alleen Gods genade in Jezus Christus is het bevrijdende Evangelie.

De schrijver pleit ook voor begrip voor Jehovah’s Getuigen, omdat zij vaak oprecht zoekende mensen zijn. Hij zegt: zij bezitten een ijver voor God, maar zonder verstand (Rom. 10:2). Het boek eindigt daarom met een oproep liefde, oprecht meeleven en invoelingsvermogen jegens hen te betonen. Toen Wilting zelf in de diepste wanhoop verkeerde en geen uitweg meer zag, behoorden die tot de belangrijkste schakels die hem hielpen naar een leven in christelijke vrijheid.

Alleen daarom al is het goed om dit boek te lezen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer