Kerk & religie

„Kerk moet aandacht hebben voor milieu”

De kerk moet zich bezighouden met het milieuvraagstuk. Daarvoor pleitte drs. W. J. Deetman, oud-burgemeester van Den Haag, zaterdag op een bijeenkomst van de Confessionele Vereniging (CV) in Nijkerk.

Van een medewerker
29 September 2008 09:47Gewijzigd op 14 November 2020 06:27

Deetman sprak ter gelegenheid van de startdag van het seizoen 2008-2009 over het jaarthema ”Het spreken van de kerk in het publieke domein”.De oud-burgemeester en lid van de Raad van State is er voorstander van dat de kerk behoedzaam opereert in het publieke domein. Niet alleen om door onjuiste uitspraken geen brokken te maken, maar ook om de onderlinge verdeeldheid niet verder op te voeren. Verder moet de kerk oppassen om niet in politiek vaarwater te verzeilen. De kerk moet zich volgens hem vooral bezighouden met haar „corebusiness”: het brengen van het Evangelie en diaconaal dienstbetoon.

Als concreet onderwerp dat direct voortvloeit uit de hoofdtaak noemde hij het milieu. „Dat heeft te maken met het beheer van de aarde. De mens is rentmeester en is verantwoordelijk. De wetgeving op het gebied van het milieu is veelomvattend, maar de maatregelen mislukken als mensen individueel niet meewerken. Hieraan kan de kerk iets doen.”

Naar aanleiding van een vraag uit de zaal zei Deetman dat het beeld inderdaad bestaat dat kerken niet zo veel met het milieu hebben. Dat beeld is vooral neergezet door actiegroepen als Greenpeace, die niet direct een link met de kerk hebben, „maar dat behoeft bijstelling.”

Als ander punt waarop de kerk in contact kan treden met de maatschappij noemde de oud-burgemeester het bestrijden van het nihilisme dat veel jongeren in zijn greep heeft. „We kunnen wel maatregelen bedenken als er iets fout gaat, maar de hoofdvraag is hoe het zover heeft kunnen komen. De kerk heeft een boodschap in het staan naast jongeren en het bieden van zingeving.” Hij prees de organisatie Youth for Christ, die in diverse steden ontmoetingsplekken voor allerlei jongeren gerealiseerd heeft.

Het opkomen voor armen en verdrukten is volgens Deetman eveneens een taak van de kerk die rechtstreeks voortvloeit uit haar hoofdtaak. Hij noemde de voedselbanken, waarbij veel christenen actief betrokken zijn en brak een lans voor hulp aan ex-gedetineerden. „De maatschappij moet mensen die uit de gevangenis komen niet afschrijven, maar helpen. Dat is christenplicht en eigenbelang.”

De grote verscheidenheid aan kerken in Nederland kan volgens Deetman een sterke kant zijn. Zij biedt een kans om in de maatschappij met zijn grote verscheidenheid aan mensen allerlei soorten groepen te bereiken.

Verschillende vragenstellers vroegen zich af of Deetman niet te terughoudend was en het theocratisch ideaal verloren liet gaan. „De inrichting van de maatschappij is te belangrijk om die over te laten aan de politiek”, zei een van hen.

Deetman herinnerde aan de rol van de kerken in het tegengaan van de plaatsing van kruisraketten in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Zo moet het volgens hem niet. Hij zei dat het prima is dat mensen voor zichzelf een theocratisch ideaal hebben, maar in het publieke domein kan men er dikwijls niet veel mee. Dat is anders dan in het verleden, toen Nederland een christelijk land was. Het gaat nu vaak om het omgaan met mensen met andere idealen.

Mensen die in de zending hebben gewerkt zouden volgens Deetman een bijdrage kunnen leveren, omdat zij gewend zijn hun identiteit te bewaren en tegelijkertijd met andersdenkenden om te gaan.

Tijdens de bijeenkomst kreeg dr. G. W. Marschal, wiens naam al vele jaren met de CV verbonden is, ter gelegenheid van zijn 65e verjaardag een vriendenboek aangeboden: ”Een woord zoals een leerling heeft”. Aan het boek leverden zeventien vrienden een bijdrage.

Ds. B. H. Weegink, hervormd predikant te Katwijk aan Zee, is zaterdag benoemd tot algemeen secretaris van de Stichting Schrift en Belijdenis. Hij zal twee dagen per week werkzaamheden gaan verrichten voor de aan de Confessionele Vereniging (CV) gelieerde stichting en in mindere mate voor de CV.

Ds. Weegink vindt de tijd gunstig voor het uitdragen van het gedachtegoed van de CV in de kerk, omdat die volgens hem orthodoxer is geworden. „De onbekrompen, moderne, gewone en vrolijk orthodoxe boodschap mag gehoord worden.” Hij benoemde het werk dat hem wacht met de woorden: pionieren, exploreren, verbinden en reageren. Het woord actievoeren kwam daarin niet voor, omdat „de Confessionele Vereniging geen activistische club is.”

Dr. H. Wevers, voorzitter van de stichting, sprak van „revitalisering” van de CV en „het zoeken naar verbreding van waar we voor staan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer