RvS: Winkeltijdenwet hoeft niet aangepast
Aanscherping van de Winkeltijdenwet is overbodig. De huidige wetgeving biedt voldoende aanknopingspunten om misbruik van koopzondagen tegen te gaan.
Dat stelt de Raad van State (RvS), het belangrijkste adviesorgaan van de regering, in een advies dat volgende week naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.De Raad heeft zich onlangs gebogen over het wetsvoorstel waarmee minister Van der Hoeven van Economische Zaken de zogeheten toerismebepaling in de Winkeltijdenwet wil aanscherpen. Dit wetsvoorstel, waarmee het kabinet in april al instemde, moet het misbruik van koopzondagen tegengaan.
Van der Hoeven laat weten haar voorstel gewoon door te zetten om daarmee de gemaakte afspraken in het coalitieakkoord na te komen. Het is de bedoeling dat de nieuwe wet per 1 januari 2009 in werking treedt.
Volgens de huidige Winkeltijdenwet mogen gemeenten per jaar maximaal twaalf koopzondagen aanwijzen. Voor toeristische gebieden is hierop een uitzondering gemaakt. Daar mogen de winkels iedere zondag open. Op dit moment maken 157 gemeenten -van de in totaal 443 gemeenten- gebruik van de zogenoemde toerismebepaling.
Volgens het kabinet wordt de toerismebepaling in de wet echter door verschillende gemeenten misbruikt om het aantal koopzondagen op te krikken zonder dat er sprake is van substantieel toerisme.
Het kabinet wil daarom dat gemeenteraden vanaf volgend jaar zorgvuldig onderbouwen waarom winkels op hun grondgebied vaker dan twaalf zondagen per jaar open zijn. Ook moeten zij een afweging maken van alle relevante belangen, zoals zondagsrust, economische belangen van kleine zelfstandigen, leefbaarheid en veiligheid.
Daarnaast kunnen volgens Van der Hoeven inwoners en winkeliers tegen gemeentelijke besluiten over zondagsopening in beroep gaan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB). De huidige Winkeltijdenwet bood die mogelijkheid ook al.