Een ander mens
Hij was de wanhoop nabij, maar het leven van de ernstig zieke suikerpatiënt Arco Bot (32) nam een wonderlijke wending. De nier die hij begin dit jaar van kerkelijk gemeentelid Johan van Groningen (28) kreeg, lijkt verrassend goed aangeslagen. „Als dit geen leiding van God is, wat is het dan wel?”
„Ik kan weer autorijden, boodschappen doen, aan auto’s klussen.” Verwondering en dankbaarheid klinken door in de stem van Arco Bot. Met zijn kruk binnen handbereik zit hij in het Zuid-Limburgse Bunde in de woonkamer van Johan van Groningen. Die schonk in februari van dit jaar een van zijn nieren aan Arco, woonachtig in Oud-Valkenburg. Beiden maken deel uit van de christelijke gemeente Bunde/Meerssen. „Ik ben een ander mens geworden”, blikt Arco terug op de veelbewogen achterliggende maanden. „Eerst voelde ik me voortdurend zo slap als een vaatdoek, nu voel ik me stevig en prettig.”Ongeval
Van jongs af aan tobt Arco Bot met zijn gezondheid. Hij lijdt aan diabetes (suikerziekte) type 1. Vanaf zijn vijfde jaar moet hij dagelijks insuline spuiten, om zijn bloedsuikerspiegel op peil te houden. De jongeman slaagt erin zijn mavo en daarna een opleiding autotechniek af te ronden. In Schin op Geul kan Arco aan de slag bij een autobedrijf.
Ingrijpend is een ongeval rond zijn 27e in het autobedrijf. Bij een valpartij breekt hij zijn rechtervoet op twee plekken. Arco blijkt, als gevolg van de suikerziekte, te lijden aan een aandoening waardoor zijn voeten en onderbenen gevoelloos en zeer breekbaar zijn. Al vijf keer heeft hij op die plekken botbreuken opgelopen. „Er zijn al 398 röntgenfoto’s gemaakt.” Uiteindelijk wordt Arco volledig arbeidsongeschikt verklaard. „Ik vind dat verschrikkelijk. Ik wil geen WAO’er zijn. Ik wil werken”, tekent hij zijn worsteling.
Griezelig
In 2006 verslechtert Arco’s toestand zienderogen. Door de suikerziekte functioneren zijn nieren steeds minder. Zijn bloedsuikerwaarden en bloeddruk schommelen heftig heen en weer. Het leidt ertoe dat hij in enkele maanden tijd tot vijf keer toe in een soort tijdelijke coma terechtkomt. In twee gevallen moet ambulancepersoneel hem reanimeren. „Het was alsof ik met een griezelige vaart richting afgrond ging.”
Na herhaald aandringen van Arco en zijn familie besluiten artsen dat hij voortaan moet worden gedialyseerd. Een apparaat neemt zijn nierfunctie over. Drie keer per week ligt Arco vier uur lang aan een slang. Het proces mat hem af. „Ik was telkens helemaal kapot en had een dag nodig om bij te komen. Ik kon nog geen trap af lopen. Als ik een paar meter naar het toilet liep, was ik afgedraaid. Op de wc zelf viel ik zelfs om van vermoeidheid.”
Arco beseft gaandeweg dat hij snel een andere nier nodig heeft, omdat hij anders binnen afzienbare tijd zal overlijden. Tot zijn ontsteltenis krijgt hij in Academisch Ziekenhuis Maastricht te horen dat het wel vier jaar kan duren, voordat er een geschikte nier met de juiste bloedgroep (O-positief) beschikbaar is. „Dat zou voor mij te laat zijn. Zo lang wachten is hetzelfde als zonder parachute uit een vliegtuig springen.”
Beseffend dat er geen tijd te verliezen is, probeert Arco in de eerste helft van 2007 via zijn vriendengroep, de christelijke gemeente in Bunde/Meerssen, en via internet een geschikte nier van een levende donor op te sporen. Hij vindt een tiental mensen bereid. Bitter genoeg valt echter de een na de ander af, omdat bij nader medisch onderzoek blijkt dat de transplantatie niet verantwoord is.
Opluchting
Op een warme zomerdag in juli 2007 komt er een verlossend bericht. Gemeentelid Johan van Groningen heeft dezelfde bloedgroep als Arco en wil een nier afstaan. Arco kijkt met verwondering terug op die heuglijke dag. „Juist toen zat ik erg in de put. Ik wist het niet meer. Alle mogelijke donoren vielen af. Ik jank niet gauw, maar toen ben ik tegenover mijn ouders in huilen uitgebarsten. Wat moet ik nou? Een paar uur later kwam Johan met zijn mededeling. Als dat geen leiding van God is?”
Bijzonder spannend is de dag van 13 februari 2008. Dan zal de nier worden getransplanteerd. Tijdens een vier uur durende operatie verwijderen artsen een nier van Johan. Om het orgaan binnen een paar uur over te zetten in het lichaam van Arco. Een levende, dus doorbloede nier, blijft twee keer zo lang goed als een nier van een overleden persoon. De bijzondere operatie staat Arco in het geheugen gegrift. „Vlak voordat ik onder narcose ging, wezen artsen me op een blauwe koelbox. „Kijk, daar zit-ie in.” Ik kon het bijna niet geloven.”
De niertransplantatie slaagt wonderwel. Tot opluchting van eenieder wordt het orgaan niet afgestoten. Arco voelt zich een ander mens. „Het ging absurd heel goed met me. Ik voelde me warm en prettig. Na drie maanden kon ik zelf weer autorijden en boodschappen doen.”
Rust
Hoewel hij een stuk is opgeknapt, blijft Arco tobben met zijn suikerziekte. Met hulp van onder anderen Johan probeert hij op korte termijn een ingreep aan zijn alvleesklier, die door de suikerziekte niet goed functioneert, gedaan te krijgen.
Waarschijnlijk zal Arco altijd arbeidsongeschikt blijven. Zo goed en kwaad als het gaat, sleutelt hij thuis aan klassieke auto’s. Hij heeft tijden dat hij opstandig is, maar Arco wil vooral zijn zegeningen tellen. „Ik sta anders in het leven dan vroeger. Ik kijk vooral naar wat ik nog wél kan. Voorheen had ik 1,5 uur nodig voor een klusje aan een auto, nu doe ik er wel vier dagen over, maar dat is niet erg.”
Een donornier gaat gemiddeld twintig jaar mee, maar het orgaan kan er ook sneller mee ophouden. Arco tobt daar soms best over, maar toch vindt hij rust in God. „Toen mijn toestand kritiek was, zongen we in de gemeente het lied ”Ik bouw op U”, met ook de woorden „In ’t laatste uur zal ik zegevierend ingaan.” Ik barstte in huilen uit. Ik weet dat ik naar de hemel ga, als ik kom te overlijden. Dat geeft zo’n ongelooflijke rust. Dat hou je niet voor mogelijk.”
Aangrijpend
Johan van Groningen was onder de indruk toen Arco Bot tijdens een Bijbelstudie vertelde dat hij dringend op zoek was naar een nier. „Ik vond het aangrijpend en ingrijpend te zien hoe hij leed. Menselijkerwijs zou Arco geen toekomst meer hebben als hij niet snel een andere nier zou krijgen.”
Na overleg met zijn vrouw besloot Johan een nier ter beschikking te stellen. „Zo kon ik Arco helpen. Zelf kan ik met één nier goed verder leven.”
De „forse buikoperatie” op 13 februari 2008 wist Johan goed te doorstaan. Nadat hij bijkwam, wilde hij zo snel mogelijk naar Arco toe. Die ontmoeting na de operatie was ontroerend, zegt Johan, werkzaam in de psychopastorale zorg en in deeltijd verbonden aan de christelijke gemeente van Bunde. „Het was een heel kostbaar en wonderlijk moment. Het ging heel goed met Arco. Dat zag ik meteen. Er hing een vol urinezakje, een teken dat de nier werkte.”
Rond Pasen stond Johan van Groningen in een preek stil bij de niertransplantatie. „Ik wist niet goed raad met bewonderende opmerkingen uit mijn omgeving. „Je hebt een enorm offer gebracht.” Ik heb gewezen op de Heere Jezus, Die Zijn leven gaf. Iedereen is van zichzelf ziek en heeft een transplantatie van Zijn kant nodig.”
Orgaandonaties
De bereidheid om bij leven een nier af te staan stijgt nog steeds, zo maakte de Nederlandse Transplantatie Stichting vorige week bekend. Meer dan de helft van het aantal getransplanteerde nieren in Nederland is momenteel afkomstig van een levende donor.
In de eerste acht maanden van dit jaar ontvingen 134 mensen een nier van een levende bloedverwant, tegen 116 in dezelfde periode vorig jaar. Niet-bloedverwanten (maar bijvoorbeeld vrienden) schonken de eerste acht maanden dit jaar bij leven 145 nieren, tegen 104 in dezelfde periode vorig jaar.
Het totale aantal orgaandonaties (dus ook van andere organen) na overlijden is, na een opleving vorig jaar, weer terug op het niveau van voorgaande jaren. Tot en met augustus van dit jaar waren 22 procent minder donoren beschikbaar dan in dezelfde periode in 2007. Dit heeft mogelijk te maken met een afname van medisch geschikte donoren onder overledenen, aldus de stichting. Andere kennelijke oorzaak is een groeiend aantal weigeringen door nabestaanden van de overledene in het geval dat geen wilsbeschikking in het Donorregister is vastgelegd.