De beste schoenmaker van Igede
”Empowerment”. Het Engelse woord voor ”mondig maken” gebruikt de Nigeriaanse ir. Sunday Admina regelmatig. Mondig maken van mensen met een handicap. Van weduwen, van wezen, van aidspatiënten. Mede dankzij het werk van één Nederlandse verloskundige veranderde de houding van Nigerianen ten opzichte van deze mensen radicaal. „Vroeger werden gehandicapten vermoord. Nu hebben ze een volwaardiger plaats in de samenleving.”
Het gebeurde in 1979, tijdens de lange zendingsperiode van verloskundige Coby van Rossum in Nigeria (1964-1987). Zij kon niet meedoen aan de jaarlijkse evangelisatiecampagne in Igede, een zuidoostelijke streek in het Afrikaanse land, met 400.000 bewoners van de gelijknamige stam. „Die campagne werd gevoerd in de lokale taal. Die sprak ik niet, dus ik moest wachten. Ik las onder een boom in mijn Bijbeltje. Toen kwamen de eerste woorden van Jesaja 58:7 sterk op mij af: „Is het niet, dat gij de hongerige uw brood meedeelt, en de armen, verdrevenen in huis brengt?” Wat is de wil van de Heere met deze tekst? vroeg ik me af.”De woorden sloegen volgens Van Rossum op twee door polio verlamde meisjes in het gebied aan de overkant van de rivier, bij de Ezastam. Zuster Van Rossum, in dienst van de Zending Gereformeerde Gemeenten, wist van hun deplorabele situatie af, maar kon niet naar de overkant. Er was geen boot. Toen de deelnemers aan de campagne terugkwamen, bleek er toch een boot beschikbaar. Ik heb die meisjes meteen bezocht. Enkele weken later werden ze in een auto onverwacht gebracht. Ze ondergingen een operatie en keerden na hun revalidatie terug naar hun geboorteplaats. „Het hele dorp liep uit. De meisjes konden weer lopen. Dat had de Heere gedaan.”
Stiefmoeder
De voormalige zendingszuster, inmiddels 81 en in 2004 teruggekeerd in Nederland, omschrijft deze gebeurtenissen als het begin van Elim, een missionair-diaconaal project dat voortkwam uit blijvende betrokkenheid op de Igedestam. „In 1966 werd ik stiefmoeder van Ruth, die als vijf dagen oude baby van de naburige Ezastam bij mij in huis kwam. Twee jaar later kwam Maria, een vijfjarig en zwaar ziek Igedemeisje, erbij. Van beiden was de moeder gestorven.”
In 1980 ging zuster Van Rossum zorgen voor zes poliopatiënten en vier blinden, die in de nabijgelegen Bijbelschool van de methodisten werden gehuisvest. Toen ze in 1987 zestig jaar werd, moest ze volgens de regels met pensioen. „Ik wilde echter blijven, vanwege die tekst uit Jesaja 58. Een jaar later kregen we een eigen gebouw en hebben we Elim opgericht.
Er waren destijds veel mensen met handicaps als gevolg van het gebrek aan goede medische verzorging in Nigeria. „Eerder werden gehandicapten in Igede vaak om het leven gebracht. Mensen die het Evangelie hadden gehoord beseften dat dit moorden zondig is. Gehandicapten werden daarom wel in leven gehouden, maar verborgen. Als we een dorp bezochten, kregen we alleen de mooie plaatsen te zien. Gehandicapten werden letterlijk aan de rand van het dorp gehouden, of daarbuiten. We hebben studenten van de Bijbelschool eropuit gestuurd om gehandicapten te zoeken. In Igede spoorden ze er 25 op. We realiseerden ons toen niet dat er nog veel meer moesten zijn.”
Stiefdochter Maria (45) trouwde in 1986 met Sunday Adima (47), een begaafd bouwkundig ingenieur, die op zijn twaalfde via lessen op een zendingsschool „werd aangeraakt door Christus.” Het echtpaar werd gezegend met drie kinderen: Kingsley (20), Jaco (16), vernoemd naar Coby van Rossum, en Ruth (13).
Bij de start van Elim, in 1988, ging Adima een jaar bij Elim werken. Daarna gaf hij drie jaar colleges in bouwkunde. In 1991 werd hij adjunct-directeur van het Elimproject, onder zijn schoonmoeder. Drie jaar later verwisselden ze van functie. In 1997 kreeg hij de leiding geheel in handen. Zijn motivatie? „Tijdens mijn docentschap overwoog ik naar Australië te gaan, om daar mijn doctoraat te halen. Ik had de formulieren al in huis. Het is echter beter Gods wil te volgen”, zegt hij, gezeten in de woonkamer van de seniorenwoning van schoonmoeder Van Rossum in Dirksland.
Getuigenissen
Onder Adima’s leiding groeide het werk verder uit. „We hebben in totaal 1600 mensen met handicaps geholpen. Zo’n 600 gehandicapten komen om de vier jaar op onze ontmoetingsdag. Dat is heel belangrijk voor hen, het onderlinge contact, en het horen van getuigenissen. Niet alleen over hun maatschappelijke vorderingen, het zijn vaak ook getuigenissen over het geloof.”
Deelnemen, meetellen, in staat zijn om iets zelf te doen. Het zijn belangrijke principes voor de Elimdirecteur. Het project heeft een aantal activiteiten om dat te bereiken. „We hebben docenten die onderwijs aan gehandicapte kinderen geven binnen de overheidsscholen. Dovendocenten vertalen bijvoorbeeld voor een dovenklasje de tekst van de reguliere docent die aan niet-dove leerlingen lesgeeft.”
Opleiding stelt mensen in staat werk op te pakken. „Mensen met lichamelijke handicaps hebben hun hoofd nog”, stelt Maria Adima, die met haar man is meegereisd. „Gehandicapten zijn goed in staat fietsenmaker te worden of kleding te naaien. De beste schoenmaker van Igede is een gehandicapte”, vertelt ze niet zonder trots.
Een ander middel om de mensen met een handicap te emanciperen, is het microkrediet, dat arme Nigerianen in staat stelt om een bedrijfje te beginnen. Op dit moment ontvangen 43 mensen met een handicap zo’n microkrediet. „Onder andere om petroleum te kopen voor de lampen”, aldus Maria Adima, die tijdens de opvoeding van haar stiefmoeder onberispelijk Nederlands leerde.
Paul Okpa Ogwugwu moest eerst langs de huizen om de brandstof te verkopen. „Nu koop ik het, dankzij God, in vaten en verkoop ik het in jerrycans. Ik ga niet meer langs de huizen, want de mensen komen nu naar mij toe om petroleum te kopen”, zegt hij op de site van Stichting Elim.
Niet veilig
Sinds 1999 breidde Elim zijn takenpakket uit met voorlichting over de ziekte aids, die ook in dit Afrikaanse land slachtoffers eist. De nadruk ligt daarbij op het belang van seksuele onthouding in het algemeen dan wel trouw aan de partner. De voorlichting sorteert effect. Coby van Rossum: „Met Kerst komen de jongemannen die op de plantages in het gebied ten westen van Igede hebben gewerkt naar huis. Meisjes zijn dan niet veilig. Op verschillende plaatsen in Igede plaatste de Stichting Elim borden met gedragsregels om verspreiding van aids te voorkomen. Op een gegeven moment haalden die jongemannen die omver. Ze hadden blijkbaar effect gehad. Meisjes durven vaker nee te zeggen.”
Elim ondersteunt met zijn veldwerk ook andere mensen in nood onder wie weduwen en wezen. De organisatie heeft vijftig, vooral Nigeriaanse, mensen in dienst. Ondersteuning van de kant van de overheid komt er niet. „Het geld van de landelijke regering blijft bij de lokale overheden aan de strijkstok hangen”, aldus zuster Van Rossum. Veel geld komt nog uit het buitenland, met name van de Nederlandse stichtingen Oikonomos en Rentmeester alsmede Stichting Elim, het deputaatschap bijzondere noden van de Gereformeerde Gemeenten en de Christoffel Blinden Mission uit Duitsland. „Het is mijn streven de afhankelijkheid van het buitenland te verkleinen”, aldus Sunday Adima.
Ondertussen werpt het emancipatiewerk voor gehandicapten zijn vruchten af. Zuster Van Rossum: „Gehandicapten hebben nu een meer volwaardige plaats in de samenleving. Gezonde Nigerianen zeggen wel eens wat jaloers: Ik wou dat ik in Igede woonde en gehandicapt was. Dan kreeg ik ook hulp.”
Stichting Elim
Stichting Elim, een initiatief van zendingszuster Coby van Rossum, viert morgen haar 20-jarig bestaan in de Christelijke Scholengemeenschap Prins Maurits in Middelharnis. Dit gebeurt met een bijeenkomst waarop oud-zendingswerker in Nigeria Johan Commelin, missioloog prof. dr. Pieter Boersema en Elimdirecteur ir. Sunday Adima het woord zullen voeren.
Volgende week houdt de stichting in Geldermalsen, Dirksland en Sliedrecht speciale ”pakkenavonden”. Tijdens deze avonden kunnen mannen met en zonder bijzondere maten zich maatpakken laten aanmeten. De winst gaat naar Nigeria. Verder is er volgende week ook een autowasactie in Sliedrecht.
elimnigeria.nl.